Belgische bedrijven zijn niet bang van zorgplicht: ze zijn zelf vragende partij

Zestig verschillende Belgische ondernemingen, bedrijven en organisaties vragen de federale overheid een nationaal wettelijk kader op te stellen inzake zorgplicht. Ministers Meryame Kitir en Pierre-Yves Dermagne reageren positief op het initiatief.

Maar liefst zestig verschillende Belgische ondernemingen en bedrijfsfederaties vragen de overheid een nationaal wettelijk kader op te stellen dat bedrijven verplicht hun verantwoordelijkheid te nemen op vlak van milieu- en mensenrechtenschendingen in toeleveringsketens. Dat stellen ze in een brief gericht aan minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir en minister van Werk en Economie Pierre-Yves Dermagne.

‘Het is duidelijk dat individuele vrijwillige initiatieven alleen niet kunnen volstaan om een economisch model te installeren dat mens en planeet respecteert’, klinkt het in de brief. ‘Als bedrijven zijn wij dan ook voorstander van een wettelijk kader als onderdeel van een weloverwogen mix van maatregelen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het bedrijfsleven en de overheid moeten samen hun verantwoordelijkheid nemen.’

Bij die bedrijven zitten onder meer retailers zoals Aldi, grote Belgische modemerken zoals JBC (beluister onze Koplopers Podcast met JBC), Bel&Bo en Stanley/Stella, linnenproducent Kalani, chocoladeproducenten zoals Belvas en Galler en ngo’s zoals Oxfam. De bedrijven en organisaties worden hierin ondersteund door het Trade for Development Centre van Enabel en Fairtrade Belgium.  

‘Duurzaamheid is een breed en complex gegeven’, zegt Ann Claes, CEO van Claes Retail Group, waar JBC deel van uitmaakt. ‘Partnerschappen spelen daarin een essentiële rol. Net daarom geloven we in de noodzaak van een wettelijk kader. Zo blijven duurzame initiatieven van ondernemers en bedrijven niet enkel een druppel op een hete plaat.

We merken dat toekomstige generaties hun stem meer en meer laten horen voor de wereld waarin zij willen leven. En het is aan ons om daarnaar te luisteren én te handelen.

Voortrekkersrol

Het initiatief van de Belgische bedrijven toont aan dat bedrijven niet bang zijn van strengere wetgeving op vlak van zorgplicht: ze zijn zelf vragende partij. In het regeerakkoord is voorzien dat de regering een ‘voortrekkersrol’ zal spelen in de uitwerking van Europese wetgeving inzake zorgplicht, die momenteel voorbereid wordt.

Die voortrekkersrol mogen de bevoegde ministers nu al opnemen, klinkt het in de oproep van de bedrijven.

Minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir reageert positief op de vraag vanuit bedrijven. ‘Dit is een schoolvoorbeeld van hoe overheid en privé als volwaardige partners aan hetzelfde zeel trekken’, klinkt het in een persbericht. ‘Hoe we samen zaken echt kunnen veranderen. Hoe we samen elkaar kunnen versterken in wat een gedeelde bezorgdheid is. En wie werkt ook écht waarderen, dat is eigenlijk heel simpel. Dat is er alles aan doen om ervoor te zorgen dat wie voor je werkt dit op een goede manier kan doen en zich goed voelt. Want ook daar zit de winst.’

Minister van Werk en Economie Pierre-Yves Dermagne sluit zich daarbij aan. ‘Naast de initiatieven die op Europees niveau en door de VN worden genomen, is een nationaal kader voor due diligence belangrijk. Op dit moment worden op initiatief van de PS-fractie in de Kamer al de eerste stappen in gezet om tot een ambitieus en coherent kader te komen.’ Kamerlid Christophe Lacroix (PS) heeft hierover zijn wetsvoorstel klaar, meldt Het Belang van Limburg.

Achterophinken

Uit eerder onderzoek van het HIVA-Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving aan de KU Leuven bleek dat België achterophinkt op vlak van zorgplicht binnen toeleveringsketens. In vergelijking met de buurlanden heeft ons land geen wetgeving of andere beleidsinitiatieven die bedrijven aansprakelijk stelt voor misstanden in productieketens.

Uit de bevindingen van het nieuwe nationale baseline assessment bedrijven en mensenrechten, waarvan een eerste ontwerptekst gisteren (10 februari) voorgesteld werd, blijkt dat een aantal stappen reeds ondernomen zijn, maar: ‘Belgische overheden en bedrijven hebben nog een lange weg te gaan als ze hun verantwoordelijkheid zoals aangegeven in de VN-richtlijnen inzake Bedrijven en Mensenrechten (UNGP’s) willen nakomen’, zo luidt het voorlopige rapport.

De evaluatie op basis van die VN-richtlijnen werd opgevraagd door het Belgisch Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling (FIDO) en uitgevoerd door onderzoekers van het HIVA, de UA en IPIS Research.