Hout- en meubelindustrie
De Belgische hout- en meubelindustrie stelde in 2014 19.000 mensen tewerk. De sector omvat vijf ‘subsectoren’: de meubelindustrie, plaatmateriaal, bouwelementen, verpakkingen en andere (waaronder houten speeltuigen, borstels, lijkkisten,…). (Cijfers Fedustria)
Hout, bomen, bos en milieu zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bossen zijn van levensbelang. Honderden miljoenen mensen wereldwijd zijn ervan afhankelijk voor hun levensonderhoud. In de bossen leeft 80% van alle planten en dieren. De bossen zijn leverancier van hout en papier. Bovendien zijn bossen belangrijk voor het klimaat.
(Duurzaamheids)uitdagingen
De uitdagingen van hout- en meubelindustrie situeren zich op meerdere vlakken.
Materialen
De houtverwerkende bedrijven hebben er alle belang bij om hout te betrekken uit duurzaam beheerde bossen. Dit betekent dat de bossen moeten worden beheerd met respect voor de ecologische, economische en sociale pijler. Wereldwijd zijn er twee keurmerken die duurzaam bosbeheer aantoonbaar en transparant maken: FSC en PEFC.
Hierbij is het belangrijk dat niet alleen de bossen gecertificeerd zijn, maar ook alle schakels verderop in de keten (exploitant, zagerij, handel, ...).
Verder is er de uitdaging om het gebruik van zowel grond- als hulpstoffen te reduceren en te optimaliseren zonder kwaliteitsverlies. Denk aan het gebruik van lijmen, lakken, verpakkingsmaterialen, ...
Recyclage
Een grote troef van de sector is tegelijk één van de belangrijkste uitdagingen. Hout is een kostbare grondstof die zo hoogwaardig mogelijk wordt ingezet en die kan worden hergebruikt en gerecycleerd. De uitdaging is hout en houtresten zo lang mogelijk in een gesloten kringloop te houden
Energie
Rationeel energieverbruik vormt een andere belangrijke uitdaging binnen de subsector. In een eerste fase dient er zo efficiënt mogelijk te worden omgegaan met energie zodat het totaal energieverbruik daalt zonder verlies aan productiecapaciteit, veiligheid en comfort.
De besparingsmogelijkheden situeren zich onder andere op het gebied van perslucht, verlichting en verwarming. In een tweede fase kan er worden nagegaan op welke manier de energie, die uiteindelijk toch nog verbruikt wordt, kan worden betrokken uit hernieuwbare energiebronnen. Klassiek in de sector zijn de houtverbrandingsinstallaties, waarin bedrijven hun eigen houtresten energetisch valoriseren en zodoende hun eigen nuttige warmte opwekken.
Emissies
Deze sector zet nog heel wat solventhoudende afwerkingsproducten in. De omschakeling naar solventarme of –vrije producten is omwille van technische beperkingen een belangrijke uitdaging. Een andere mogelijkheid bij het streven naar een verminderd solventgebruik, betreft het toepassen van meer efficiënte aanbrengtechnieken.
Producten en diensten
Door reeds in de ontwerpfase rekening te houden met de milieu-impact van een product in elke fase van zijn levenscyclus (productie, gebruik, afdanking), kan men producten ontwerpen volgens het principe van het levenscyclus denken of ecodesign.
(Bron: Mvo-sectorpaspoort voor de subsector van de houten bouwelementen)
Links
Published on
11 november 2015Gerelateerde thema's
CO2 Duurzaam materiaalgebruik Duurzame keten Ecodesign Klimaatverandering Circulaire economie Labels en certificering Zuivere luchtDeel deze pagina
Gerelateerde inhoud
-
Fons Leroy, afgevaardigd bestuurder van de VDAB, is ervan overtuigd dat de instrumentalisering van het beleid te zwaar weegt. Er gaat m.a.w. te weinig aandacht naar de waarden, zoals gelijke kansen, verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van de eigen capaciteiten, openheid voor samenwerking, enz. Vanuit die inspiratie is hij met de VDAB ook op de kar van duurzame ontwikkeling gesprongen. Ze bekijken de toestand vanuit de uitdagingen (Outside In) en vertalen ze naar opdrachten van het VDAB Agentschap. Waarom en hoe laten we hem zelf vertellen. Dit is het eerste deel van het interview. Het tweede deel volgt.
-
Fons Leroy, afgevaardigd bestuurder van de VDAB, is ervan overtuigd dat de instrumentalisering van het beleid te zwaar weegt. Er gaat m.a.w. te weinig aandacht naar de waarden, zoals gelijke kansen, verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van de eigen capaciteiten, openheid voor samenwerking, enz. Vanuit die inspiratie is hij met de VDAB ook op de kar van duurzame ontwikkeling gesprongen. Ze bekijken de toestand vanuit de uitdagingen (Outside In) en vertalen ze naar opdrachten van het VDAB Agentschap. Dit is het tweede deel van het interview. Het eerste deel kan je hier lezen.
-
Onderzoek wijst op een toenemende krapte op de arbeidsmarkt. En dan is het zaak om tijdig uit te kijken naar arbeidskrachten. Vlaamse werkgevers willen gericht hoog- en laaggeschoolden aantrekken, ook van buiten Europa. De migratiestroom kan hiervoor de nodige kansen bieden. Gaan duurzame ondernemers als eerste die opportuniteiten benutten?
-
De samenwerking tussen Jacobs Reels en vzw De Sluis leidde tot beroepsinleefovereenkomsten (de zogenaamde BIO's) en instroomjobs. Ontdek wat 'instroomjobs' voor jouw onderneming kunnen betekenen.
-
De Club van Rome blijft zijn rol van kanarie in de koolmijn alle eer aan doen. Met de publicatie 'Come on!' blijft deze wereldwijde organisatie van opmerkelijke wetenschappers, economen, zakenmensen en zakenvrouwen, hoge ambtenaren en voormalige staatshoofden beroep doen op jouw verantwoordelijkheid.
-
Hier deelt Jan Bossuyt zijn ervaringen met jou over het waardengedreven bedrijfsleven. In zijn zesde column staat moed als leiderschapskenmerk centraal.
In de vorige bijdrage kon u kennis maken met zijn doorleefde kijk op het ondernemen en vertelt hij hoe hij de emotionele gaven als de échte kracht van het ondernemerschap ziet.