Afval moet Eeklo verwarmen

De stad Eeklo overweegt de uitbouw van een lokaal warmtenetwerk. Bij dit initiatief zijn verschillende partners betrokken, waarbij het Leuvense coöperatieve studentenbedrijf Core. De studenten hebben een voorstudie op punt gesteld, met twee mogelijke hoofdscenario's.
 

Met de afvalverbrandingsinstallatie van de intercommunale IVM is alvast een belangrijke warmtebron voorhanden. Momentel wordt bij het verbrandingsproces elektriciteit geproduceerd, maar gaat de restwarmte, goed voor ongeveer 18 MW, verloren. "Die restwarmte zou een groot deel van de Eeklose gebouwen van warmte kunnen voorzien", zegt student Ruben Vos (projectingenieur bij Core).

In opdracht van het stadsbestuur, IVM, elektriciteitsleverancier Ecopower, bedrijfsterreinenbeheerder Veneco en hernieuwbare energiepromotor Rescoop.be heeft Core onderzocht of het rendabel kan zijn om de restwarmte van IVM nuttig te gebruiken. "Core is een coöperatie die de ecologische voetafdruk van studenten en van de maatschappij wil verkleinen", schetst Vos. "We zochten een methode om zoveel mogelijk restwarmte te recupereren met een minimum aan verlies in de elektriciteitsproductie."

Samso

Core doopte het project Samso, omdat het inspiratie vond bij de bewoners van dit Deense eiland. De eilandbewoners produceren meer hernieuwbare energie dan ze zelf energie nodig hebben. In heel Denemarken wordt trouwens 62% van de woningen met warmtedistributie verwarmd.

De studenten bekeken twee mogelijkheden: een antennenetwerk, met warmtelevering aan West- en Zuid-Eeklo en een netwerk in ringstructuur, waarbij ook het noorden warmte kan afnemen. Ze ramen de investeringskost op respectievelijk 18 en 22 miljoen euro. "De terugverdientijd is in beide scenario's bijna dezelfde, 10,5 en 11 jaar. De levensduur van hedendaagse warmtenetten wordt op veertig tot zestig jaar geschat, het project kan dus een aantrekkelijk financieel voordeel opleveren voor investeerders en consumenten. Uit de sensitiviteitsanalyse blijkt dat alleen indien de gasprijs constant blijft gedurende de komende veertig jaar de rentabiliteit niet gegarandeerd is."

Uitbreiding naar nabijgelegen gemeente

Volgens Core is de dichtheid van afnemers in Eeklo groter dan bij bestaande warmtenetten in Roeselare, Brugge en Gent. "Dit maakt de investeringskost per afnemer lager. Er is ook een mogelijkheid om het warmtenet uit te breiden naar een nabijgelegen gemeente zoals Maldegem." Dat ligt niet verder van de verbrandingsoven als Eeklo.

"Het is perfect mogelijk om de restwarmte in te zetten voor een warmtenet waar de consumptie dubbel zo groot of groter is. De benuttingsgraad van de restwarmte zal dan verhogen. Voor het piekverbruik zal er dan een optimale oplossing gevonden moeten worden in een ketel op gas of biomassa. Hierdoor zal de kost voor de warmteproductie wel stijgen."

Afhankelijk van afnemers

Het aantal afnemers bepaalt mee de rendabiliteit van het project. "Zodra meer dan 20% van de restwarmte wordt afgenomen, is het warmtenet levensvatbaar. We gaan daarbij uit van het gebruik van de recentste technieken en isolatiematerialen, waardoor de warmteverliezen beperkt blijven tot 10% en van water op een lagere temperatuur in plaats van stoom of oververhit water. Dat is voordelig voor het onderhoud en voor de efficiëntie van de elektriciteitsproductie."

Het meest onzekere element is de verbrandingsoven. Zijn huidige milieuvergunning loopt in 2016 vast en het is niet zeker dat er een nieuwe zal worden uitgereikt. "We kunnen intussen al van start gaan met een netwerk op basis van lokale WKK-installaties", meent Vos. "Afval zal in de toekomst trouwens toch meer en meer gerecycleerd worden."

Bron: argusactueel.be