Vlaamse Regering zet verder in op verduurzaming bedrijventerreinen

De voornaamste wijziging in vergelijking met de huidige regeling, ligt in het feit dat de beschikbare middelen gereserveerd worden voor die projecten die zonder extra steun niet kunnen ontwikkeld raken. Dit kan gaan van de heraanleg van brownfieldprojecten, het moderniseren van bestaande maar verouderde bedrijventerreinen (zodat voorkomen wordt dat ze op hun beurt evolueren naar nieuwe brownfields), tot de ontwikkeling van onrendabele greenfields die zonder steun niet ontwikkeld raken. Greenfields (nieuw bestemde terreinen) krijgen dus niet langer automatisch steun, zoals vandaag het geval is.

Door de verschuiving van de middelen, zullen meerdere vervallen en vervuilde bedrijventerreinen opnieuw een economische functie verkrijgen. Enerzijds is dit een duurzame keuze, want de schaarse ruimte wordt optimaal benut, anderzijds is dit ook een praktische keuze omdat er in de omgeving reeds een draagvlak is voor het bestaande bedrijventerrein. Bovendien zijn deze oude bedrijventerreinen vaak reeds goed ontsloten.

Ook voor greenfields blijft ondersteuning mogelijk, indien wordt aangetoond dat deze noodzakelijk is. Op die manier wordt aan sommige lokale besturen het perspectief geboden op een rendabele ontwikkeling van kleine greenfields die anders niet ontwikkeld raken.

Steunregeling

De steun geldt voor investeringen in het openbaar domein. Voor de brownfields en de onrendabele greenfields geldt een basissteun van 50 %, de strategische projecten (zoals bv. wetenschapsparken) kunnen rekenen op 60 %, en de verouderde terreinen op 85 %. Indien de basissteun van 50% onvoldoende is, en de ontwikkelaar dit kan aantonen, dan wordt deze opgetrokken tot maximaal 85%. Deze steun van 85% geldt dan voor investeringen in het openbaar domein (aanleg van wegenis, nutsvoorzieningen, …).

Daarnaast werd de regeling aangepast aan de ecologische evoluties, zoals de toepassing van warmtenetten op bedrijventerreinen, en is er aandacht voor oplaadposten voor elektrische wagens. Ook bestaande kwaliteitseisen zoals het inrichtings-, uitgifte-, beheer- en CO2-neutraliteitsplan blijft behouden. Tenslotte werd ook de subsidieprocedure aangepast zodat er administratief verder vereenvoudigd werd.

De subsidie voor het beheer van de terreinen blijft behouden, en bedraagt 50 % van de personeelskosten voor een periode van 5 jaar met een plafond van 200.000 euro. De beheertaken worden beter omschreven en toegespitst op het toezicht op de bedrijven wat de bouw- en exploitatieverplichtingen betreft, en de naleving van de verplichtingen die het gevolg zijn van het terreinbeheer- en uitgifteplan. Zo wordt ook de naleving van de CO2-neutraliteitsverplichting afgedwongen of ingevoerd.

Grotere impact

“Deze nieuwe regeling moet ervoor zorgen dat met dezelfde middelen een grotere impact wordt bekomen, door enkel díe projecten te ondersteunen die er echt nood aan hebben. Zo dragen we niet alleen bij aan een verduurzaming van de bedrijventerreinen, maar gaan we – met aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van ecologie – verantwoord op zoek naar een bijkomend aanbod aan beschikbare bedrijventerreinen”, aldus minister-president Peeters.