We spreken met de genomineerden van de Sustainability Awards Antwerpse havengemeenschap (4)

Op 16 november 2016 reikte de Antwerpse havengemeenschap haar allereerste Sustainability Award uit. Vier genomineerden dongen mee voor de prijs: ECLUSE, BASF, Gyproc en Qpinch.

Uiteindelijk belandde ECLUSE op het hoogste schavotje. Omdat alle kandidaten straffe duurzaamheidsprojecten hebben, laten we ze allemaal aan het woord.

In dit gesprek hebben we het over ‘1 warmtenet = 50 windturbines’. Het project ECLUSE wil de energievoorziening van meerdere grootschalige chemische bedrijven vervangen door een warmtenet. Zij mochten uiteindelijk de award in ontvangst nemen.

ECLUSE project streeft ernaar om de huidige energievoorziening van grote chemiebedrijven, op basis van aardgas, te vervangen door een warmtenet. Netbeheerder Infrax legt het warmtenet aan. De energie ervoor wordt geproduceerd in de waste-to-energy installaties van Indaver en haar joint-venture SLECO.

Zes verbrandingsinstallaties produceren stoom voor een maximaal vermogen van ca. 250 MW. Het is een voorbeeld van hoe de duurzame VN-ontwikkelingsdoelstellingen in de Antwerpse haven worden gerealiseerd.

Silvia Colazzo, communication manager bij Indaver, blinkt van trots. Hoe ze zich voelt, als eerste winnaar van de Award?

“Mooier kan niet. Het is fantastisch dat de havengemeenschap ons deze prijs schenkt. Het is de kers op de taart, zelfs al is het project nog niet eens gestart. Het sterkt ons in de idee dat we de juiste keuze hebben gemaakt. ”

Hoe is het projectidee ontstaan?

“We wilden al lange tijd onze warmte op een efficiëntere manier valoriseren.  Tot nu toe wordt slechts een klein deel van de verbrandingswarmte onder de vorm van stoom via een  rechtstreekse leiding geleverd aan buurbedrijf Ineos Phenol.

Het gros van de warmte wordt echter omgezet tot groene elektriciteit Maar in dat omzettingsproces gaat er heel wat energie verloren. We spreken op dit moment over een rendement van zo’n 25%.

Wanneer we stoom rechtstreeks kunnen leveren, spreken we van een energetisch rendement van zo’n 80%. Met de stoom die in de installaties van Indaver en Sleco opgewekt wordt, kunnen we ook andere bedrijven in de Waaslandhaven voorzien van energie. Die waren in een vroegere bevragingsronde al geïnteresseerd in een rechtstreekse stoomlevering, maar tot enkele jaren geleden was de investering te hoog.”

Wat heeft het tij doen keren?

“Het project ECLUSE raakte in een stroomversnelling toen maatschappij Linkerscheldeoever aan boord kwam. Zij verleent de concessies voor bijna alle gronden in de Waaslandhaven. Daardoor kent ze alle bedrijven zeer goed en kon ze als een soort katalysator fungeren tussen aanbieders en afnemers van stoom. Zo hebben we een sterk project op poten kunnen zetten, met zowel publieke als private partners en met havengebonden organisaties.”

Hoe ging dat concreet in zijn werk?

“We hebben samen een haalbaarheidsstudie laten uitvoeren voor de bedrijven die al interesse hadden getoond. Daaruit bleek dat we absoluut nood hadden aan overheidsinvesteringen. Bovendien moesten minstens zes afnemers zich engageren over tien jaar. Anders konden we het project financieel gewoon niet bolwerken.”

“We hebben daarop een subsidiedossier ingediend voor strategische ecologiesteun.

De voordelen voor het leefmilieu waren dan ook enorm groot: we zouden een tiental stoomboilers buiten werking kunnen stellen. Een enorme besparing van CO2-uitstoot: 100.000 ton per jaar!”

Hoeveel steun krijgen jullie van overheidswege?

“Doordat ons gezamenlijk dossier eigenlijk een aaneenschakeling is van een tiental projecten, vroegen we bij het Agentschap Ondernemen 10 miljoen euro steun, en die heeft men ons toegekend. Zo is de bal aan het rollen gegaan. 

Als je die steun beschouwt per uitgespaarde ton CO2-uitstoot, komt dit voor ECLUSE neer op 5 à 10 euro per ton. Als je dit vergelijkt met bijvoorbeeld de steun die vanuit de overheid aan windturbines wordt toegekend, dan spreken we over 350 euro per ton CO2-uitstoot die vermeden wordt. In dat opzicht heeft de overheid een zeer goede milieu-investering gedaan. ”

Hoe ver staat ECLUSE intussen? 

“Ons project is nu niet alleen ecologisch en sociaal, maar ook economisch haalbaar. Om mee te investeren in het project hebben Indaver en SLECO Infrax als expert-partner mee aan boord getrokken om uiteindelijk het netwerk te bouwen en te exploiteren.

Er is ook een financieringsholding, FINEG, bestaande uit 16 gemeentebesturen die investeren in energieprojecten. en recent is ook Waterlink toegetreden.”

Van de jury kregen jullie veel lof, net vanwege die partnerships. Kroop daar veel tijd in?

“Het partnership met de maatschappij Linkerscheldeoever was evident. Voor de leverancier van de nutsleidingen waren er wel meerdere kandidaten. We hebben toen gezocht naar welke partner goed bij ons past.

We wilden een bedrijf dat duurzaamheid hoog in het vaandel draagt en dezelfde kijk heeft op milieuverantwoord ondernemen. Infrax/Iveg beantwoordde aan al die vereisten en heeft dezelfde focus als Indaver wat de ontwikkeling van warmtenetten betreft. En Fineg is meegekomen met Infrax/Iveg - die zitten zowat in dezelfde familie (lacht).”

Partners vinden is één ding, maar hoe ver staat het met de zoektocht naar afnemers?

“We hadden er meteen zes. Bedrijven waarvan we wisten dat ze stoom nodig hebben op grote schaal. Naast Ineos Phenol, dat nu al onze stoom afneemt, gaat het over chemiebedrijven Ashland, Lanxess en Monument Chemical.

Daarnaast wil ook ADPO, de logistieke dienstverlener, stoom afnemen. Antwerp Gateway-DP World zal van de retour-condensaatleiding warmte afnemen om hun gebouwen te verwarmen. En dan is er ook nog een nieuwe speler die zich nu gaat komen vestigen in de Waaslandhaven.

We blijven bovendien verder zoeken, want we hebben nog capaciteit voor het dubbele van wat we vandaag gecontracteerd hebben.”

Hoe engageren zij zich? 

“In mei 2015 hebben we met alle afnemers een letter of intent getekend, die omgezet werd naar contracten.

Dat laatste heeft wel wat tijd in beslag genomen: het is moeilijk in te schatten welke hoeveelheden en met welke pieken ze de komende tien jaar stoom willen afnemen. Niemand weet met zekerheid of de productie gaat stijgen, stagneren of dalen. En natuurlijk willen zij ook de garantie dat zij over 10 jaar nog altijd stoom aan 400 graden en 40 bar gaan krijgen.

Geen evidentie, maar we zijn er samen uitgeraakt. In september 2016 zijn de letters of intent omgezet tot contracten en is meteen ook het aanvangsbevel gegeven aan de aannemer, het Nederlandse consortium AHP.”

Wat brengt de toekomst?

“De bouw is gestart in februari. Als we die tijdig kunnen afronden, voorzien we de eerste stoomlevering januari 2018. Dat netwerk kan volgens onze berekeningen minstens dertig jaar mee.

Wij hopen daarom dat er nog heel wat bedrijven aansluiten, om de volledige capaciteit te kunnen contracteren.”