We spreken met de genomineerden van de Sustainability Awards Antwerpse havengemeenschap (1)
Op 16 november 2016 reikte de Antwerpse havengemeenschap haar allereerste Sustainability Award uit. Vier genomineerden dongen mee voor de prijs: ECLUSE, BASF, Gyproc en Qpinch. Het was uiteindelijk ECLUSE die het haalde. Aangezien echter alle kandidaten straffe duurzaamheidsprojecten hebben, laten we ze allemaal aan het woord.
In dit gesprek hebben we het over het ‘cradle to cradle-project van Gyproc’. Dit project trekt duidelijk de kaart van de circulaire economie waarbij gestreefd wordt naar de productie van gipskartonplaten die 100% recycleerbaar zijn.
Gyproc verduurzaamt binnen dit project de volledige supply chain, onder meer via het gebruik van binnenscheepvaart, initiatieven op vlak van energie-efficiëntie, implementatie van nieuwe technologieën en oog voor de gezondheid.
Tom Rommens, duurzaamheidsmanager bij Gyproc, vertelt.
Hoe startte jullie cradle to cradle-verhaal?
“Wij zijn de marktleider in onze branche. Toch zeker op het vlak van gipskartonplaten worden wij beschouwd als de referentie in België. Dat is natuurlijk een groot voordeel.
Nu, als je marktleider wilt blijven en die sterke naam wilt bewaren, dan is het belangrijk van ook op duurzaamheidsvlak een voortrekker te zijn. Dat is één van de redenen waarom ik hier als fulltime duurzaamheidsmanager ben tewerkgesteld.
Wat zijn jullie sterke punten dan?
“Eerst en vooral, we zitten in de gipssector. Het zijn gipsproducten en wij hebben het voordeel, puur op milieuvlak, dat gips van nature een heel duurzaam materiaal is. Het is een natuurlijk mineraal. Het is volkomen onschadelijk. Het is perfect recycleerbaar. Beter recycleerbaar dan vele andere bouwproducten.
En dat is iets waarvan we ons bewust zijn. We willen dat ook in de praktijk handen en voeten geven. Dat recyclageverhaal voor onze producten, dat is in principe eenvoudig. In Kallo produceren wij niks anders dan gipskartonplaten, in allerlei vormen, lengtes en types, maar altijd op basis van gips en vellen karton. Het gips is recycleerbaar en voor een stuk gerecycleerd materiaal. Het karton is ook gerecycleerd.”
Wat gebeurt er in de productie?
“Wij krijgen hier gips als grondstof binnen. In een eerste stap maken we daar pleister van. Hoe doen we dat? Gewoon door dat gips te verhitten tot een bepaalde temperatuur. Daardoor vallen de gipskristallen tot een poeder. Dat is pleister, het materiaal waarmee je bijvoorbeeld een muur kunt bezetten. Die pleister, daar voegen we weer water aan toe, en we geven het gips dat opnieuw ontstaan de vorm van een plaat”
“Het gips dat in die plaat zit of het gips dat hier binnenkomt als losse gips, dat is in feite precies hetzelfde materiaal. Het leent zich uitstekend tot het maken van een mooie kringloop. Als die gipsplaat ergens wordt geïnstalleerd, en na 30 jaar wordt afgebroken, dan kan ze gewoon naar hier terugkeren. Wij maken dat karton los van het gips en dat gips kunnen we weer verhitten tot pleister. En daar maken we weer platen van.
Dat is wat we vandaag al doen. Eerst en vooral met ons eigen intern afval. Er gaat hier geen gipsafval buiten, intern wordt alles gerecycleerd. Wij zijn bovendien ook het enige bedrijf in België dat gips uit bouw- en sloopafval verwerkt tot nieuwe platen”
Dat is dus recyclage. En cradle to cradle?
“We zien dat er veel problemen zijn met allerlei materialenkringlopen. Hoe dat komt? Omdat veel materialen niet helemaal geschikt zijn om op lange termijn in een cyclus te worden ingezet. Dat komt omdat er bijvoorbeeld een aantal schadelijke additieven worden gebruikt. Of omdat die producten zo zijn ontworpen dat ze moeilijk uiteen te halen zijn in recycleerbare componenten. De kringloop geraakt daardoor vervuild.
Een mooi voorbeeld is papier. Krantenpapier kun je recycleren, maar je kunt dat niet blijven doen op lange termijn. Dat komt bijvoorbeeld omdat er op dat papier inkt wordt gebruikt die een aantal zware metalen bevat. Die geraken in de gerecycleerde papierpulp en zijn er heel moeilijk terug uit te krijgen. Na een tijd is het gerecycleerde papier van minderwaardige kwaliteit. Je kunt niet meer verder.
De cradle to cradle idee wil hier een antwoord op bieden. Je moet in de eerste plaats eens kijken naar wat er in je product zit. Zorg dat als je wilt recycleren op lange termijn, dat je niets toevoegt aan je product waardoor die kringloop wordt bemoeilijkt.
Bij Gyproc hebben we die oefening gedaan. Onze receptuur is helemaal gescreend. Dat is dus stap één: een gezond product maken. Niet alleen naar kringloop toe. Maar ook naar mens en natuur toe. ”
En de volgende stap?
“Dat je probeert te werken aan die kringloop en dat je die ook effectief in praktijk brengt. Dus daar zijn we eigenlijk al enkele jaren mee bezig. Maar daar bovenop zijn er in het kader van de cradle to cradle-certificatie nog een aantal criteria rond het gebruik van duurzame energie bijvoorbeeld.”
“En er zijn ook een aantal criteria rond MVO in het algemeen. Je moet het aankoopbeleid bijvoorbeeld zo organiseren dat je geen grondstoffen aankoopt uit streken waar kinderarbeid bestaat. Al deze thema’s worden regelmatig afgetoetst voor het cradle to cradle-label.
Op het einde van de rit krijg je dus een bepaalde score. Wij kregen het label met een bronzen vermelding, wat aantoont dat we op de goede weg zijn.”
Duurzame energie staat centraal in het project waarvoor jullie genomineerd werden.
“Onze warmtekrachtkoppelinginstallatie (WKK) is voor een groot stuk het uithangbord voor onze deelname aan de Sustainability Award. Ik moet eerst zeggen dat onze huidige site eigenlijk pas in gebruik genomen werd begin jaren 2000. Dat is dus relatief recent. We zitten daardoor in een heel energiezuinige fabriek die ook heel proper is qua uitstoot. Dat is allemaal dik in orde.
Maar dagelijks proberen wij nog stappen te zetten om het nog beter te maken. Het is heel simpel. Een belangrijk deel van onze kost hier is immers energie. Wij halen die energie uit gas en uit elektriciteit.
Een tweetal jaar geleden bekeken we de opties voor een energiezuiniger productieapparaat. We zetten toen de voor- en nadelen van windmolens, zonnepanelen en WKK op een rij.
Die laatste techniek kwam er als beste optie uit en de WKK werd ondertussen geplaatst. Dat betekent dat we de helft van de elektrische stroom niet meer aankopen van het net, omdat we die zelf opwekken met een gasmotor en een alternator. En het leuke van ons productieproces is dat we al de warmte die uit de gasmotor komt, kunnen recupereren. De mechanische energie die we opwekken met die motor zetten we helemaal om in elektriciteit.
Het totale rendement dat je zo uit je energiebron haalt is rond de 90%.”
Hoe belangrijk is het voor jullie om de erkenning te krijgen?
“Erkenning krijgen is altijd leuk, zeker aangezien we in dit verhaal al heel wat tijd, energie en geld hebben geïnvesteerd. Een nominatie zoals deze voor de Sustainability Award, daar doe je het ook wel voor een stukje voor, en dat motiveert om op de ingeslagen weg verder te gaan.
En of we nu winnen of bij de laatste vier zijn, dat maakt eigenlijk niet zo veel uit. Het belangrijkste is dat we ook anderen kunnen inspireren en motiveren.”