OECD Due Diligence Guidance for Responsible Business Conduct

Overheidssteun vanuit 48 landen

Ministers van OESO-landen en ontwikkelende economieën ondersteunen de OECD Due Diligence Guidance for Responsible Business Conduct. Zij willen hun inspanningen vergroten om verantwoorde bedrijfsvoering te stimuleren op weg naar een meer inclusieve en duurzame economische groei. 

OESO Secretaris-Generaal Angel Gurría zegt dat het bedrijfsleven de verantwoordelijkheid heeft om rekening te houden met de impact van hun activiteiten op de maatschappij. Volgens hem is deze publicatie een mijlpaal in de samenwerking tussen overheid en ondernemingswereld op weg naar een meer verantwoorde bedrijfsvoering en een gepaste zorgvuldigheid in de bevoorradingsketens. 

De overheidssteun voor deze Richtlijnen ondersteunt een algemene en internationale discours dat dienst doet als een 'level playing field' of een kader waarbinnen bedrijven en overheden een zorgvuldige en verantwoorde bedrijfsvoering mogelijk maken. 

Verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven

De OESO suggereert dat bedrijven heel wat maatregelen kunnen nemen, zoals:

• het actualiseren van hun bedrijfsbeleid inzake arbeidsthema's, mensenrechten, corruptie, enz.,
• daarover communiceren met leveranciers en voorwaarden opnemen in contracten,
• identificeren van negatieve impacts van de bedrijfsoperaties doorheen de hele bevoorradingsketen,
• publiek rapporteren over de inspanningen die ze zich getroosten om die negatieve impact aan te pakken. 

Een meer uitgebreid dossier hierover vindt je hier.

Deze richtlijnen vormen ook een kapstop voor het integreren van MVO in multinationals. 

Toepassingsgebied

Deze richtlijnen zijn van toepassing in alle economische sectoren. Om de toepassing ervan te bevorderen zijn er voor enkele sectoren meer specifieke richtlijnen opgemaakt:

• mijnbouw en olie- en gaswinning,
• mineralen,
• landbouw,
• textiel en schoenen,
• financiële sector.

De sectorale richtlijnen doet een discours ontstaan op basis waarvan overheden, bedrijven en het maatschappelijk middenveld met elkaar kunnen overleggen over de betekenis van het concept van 'gepaste zorgvuldigheid'. Op die manier kan werk gemaakt van het veerkrachtiger maken van bevoorradingsketens, het gerichter aanpakken van risico's en bijhorende onzekerheid, en uiteindelijk de bedrijfsvoering meer richten op de lange termijn waardecreatie.