Hoe milieuvriendelijk is zeevaart?
Vaak heerst het idee dat transport over zee minder belastend is voor het milieu dan in de lucht. Maar is dat wel zo?
Klimaatjournalist en poolreiziger Bernice Notenboom zocht het uit en maakte hierover de confronterende documentaire Sea Blind. Een samenvatting.
Op de wereldzeeën varen dagelijks meer dan 100.000 schepen, waaronder 6.000 containerschepen. Het is de schaalgrootte die deze scheepvaart zo duizelingwekkend maakt.
“Hoe groter de containerschepen worden, hoe minder we over ze weten“, stelt Bernice Notenboom. “We lijken wel zeeblind. Want de scheepvaart is een van de meest vervuilende, minst gereguleerde en minst transparante bedrijfstakken ter wereld.”
90 procent van wat in de winkels ligt
Ongeveer 90 procent van alles wat in onze winkels ligt, is per schip vervoerd. Voeding, kleding, meubels, elektronica, auto’s, … Op de Oscar, het grootste containerschip ter wereld, passen maar liefst 19.200 zeecontainers. Goed voor bijvoorbeeld 954 miljoen bananen - twee bananen voor iedere Europeaan - of 39.000 auto's, 117 miljoen paar schoenen of 900 miljoen blikken hondenvoer. Wereldwijd zijn ruim 90.000 containerschepen voortdurend onderweg met vracht.
“Overal in de wereld rekent men op de containerspullen van deze schepen. We verwachten dat hun lading op tijd in de winkel ligt voor een redelijke prijs. En die honderden kilo’s rotte bananen? Die gooien we weg.”
Effecten op de luchtkwaliteit
De scheepvaartsector is relatief vrij schoon als je kijkt naar de uitstoot per vervoerde ton vracht. Maar… De gigantische hoeveelheden vracht vertekenen de cijfers. De absolute vervuiling geeft heel andere cijfers. De zeventien grootste containerschepen stoten samen net zoveel zwaveloxiden uit als alle auto’s die wereldwijd rondrijden. De scheepvaart zorgt voor ongeveer 3 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot.
De meeste schepen varen op goedkope bunkerolie. Dit is een dikke stookolie die overblijft na de raffinage van autobrandstoffen. “In feite is het brandstof uit het afvalputje van de raffinaderijen”, aldus Bernice Notenboom. De goedkope bunkerolie is zwaar vervuilend: per liter kan het tot 2.000 keer meer zwavel bevatten dan gewone diesel.
Ongereguleerd karakter
Het ondoorzichtige en ongereguleerde karakter van de scheepvaart hangt nauw samen met de mate waarin deze industrie vervuilend is, en verdient daarom net zoveel aandacht. De helft van de 6.000 containerschepen staat geregistreerd in een ander land dan dat van herkomst. De meeste (33 procent) staan geregistreerd in Panama. Terwijl noch de eigenaar, de bemanning, de route of lde ading iets met Panama te maken heeft.
Hoe dat kan? Schepen kunnen na een eenvoudige registratieprocedure onder ‘vlaggenstaten’ als Mongolië varen, een land zonder zee dat toch een vloot heeft. Flags of convenience, ofwel 'open registratie’, biedt allerlei voordelen: lage belastingen, goedkope arbeid (geen vakbonden) en geen onderhoudscontroles. Het grootste voordeel: deze vlaggenstaten laten je met rust.
Verandering op komst
Sinds 1 januari 2015 is er in een aantal kustgebieden een zwavelemissiewet van kracht. Na decennia onderhandelen kwam het om die reden vorig jaar tot een consensus onder de 170 landen die lid zijn van de International Maritime Organization (IMO). Op de Noordzee, de Baltische zee en langs de kust van Noord-Amerika en Canada moeten schepen voortaan diesel gebruiken die nog maar 0,1 procent zwavel bevat. De controleerbaarheid van het niemandsland blijft wel het grootste probleem.
Scheepvaartdirecteur Arnold van Vuren van de Nederlandse Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de inspecties en handhaving van de zee en binnenvaart. Hij vindt dat er nog veel te winnen valt op de open zeeën, waar geen controles worden uitgevoerd en geld en tijd de wet uitmaken.
De Europese haveninspecties delen sinds kort databestanden en zwarte lijsten van overtreders, maar volgens van Vuren omzeilen nog veel schepen de gebieden waarin de zwavelwetgeving geldt. “Op de open zee zou het economische voordeel weggenomen moeten worden,” zegt hij. “Er moet voor iedereen een gelijk speelveld komen.”
De oplossing is volgens van Vuren dat we als consument hogere transportkosten accepteren: “Ook al is laagzwavelige diesel twee keer zo duur als bunkerolie, dan nog zal de consument er zijn hand niet voor omdraaien om een cent extra te betalen voor een blikje cola.”