Dagboek van een designmerk - deel 2

Extremis is een Belgisch designmerk van outdoor meubels. Wereldwijd bekend en internationaal actief. Ze mogen zich zelfs thuis voelen in de top van de internationale designscène. Zeker aangezien ze design en MVO met elkaar willen verbinden. En dan gaat het niet alleen over mensen in een aangename setting en in optimaal comfort samenbrengen.

Maar waarover dan nog? Bram Coudijzer vertelt er in een dagboekreeks meer over.

Extremis’ designteam bestaat uit een dreamteam van conceptuele denkers gecombineerd met ervaren engineers.

Onder de noemer ‘Dirk Wynants Design Works’, kortom DWDW worden nieuwe concepten bedacht en gevormd voor Extremis en andere designfabrikanten. DWDW detecteert in een eerste fase problemen en ontwikkelt oplossingen, terwijl de Extremis developers de klus in een tweede fase klaren met behulp van hun uitgebreide expertise in materialisatie en detaillering.

De beste stoel? Géén stoel!

Ons designmantra leenden we van de Shakers community, een geloofsgemeenschap die vooral in de achttiende en negentiende eeuw furore maakte.

Hun geloof vereiste dat ze een eenvoudig leven leidden en dat hun bezittingen gemeenschappelijke eigendom waren. Vooral met hun meubelontwerpen verwierven ze bekendheid en inspireerden ze vele designers van nu.

Zo bleef ook deze quote overeind:

“Don’t make anything unless it is both necessary and useful. And if it is, don’t hesitate to make it beautiful.” (Maak niets tenzij het zowel nodig als nuttig is. En als dat zo is, aarzel dan niet het ook mooi te maken.)

Vooral het eerste deel van deze quote bepaalt de designfilosofie van Extremis. En dat is dan meteen ook de extreem veeleisende filter die Dirk Wynants als creative director toepast op nieuwe ontwikkelingen. Zijn we wel zeker dat er niet al een oplossing bestaat voor dit probleem? Is dit werkelijk een verbetering tegenover product X? Is dit innovatief genoeg? Is er een markt voor?

Want ja, wij creëren liever ‘nothing’, dan nog meer producten die niets bijbrengen op de markt te gooien. Om het even welk product of productieproces heeft onvermijdelijk een impact op het milieu, al doen we onze uiterste best om die zo gering mogelijk te houden.

Op ecologisch vlak ontwerp je dus beter geen stoel. Gemiddeld brengen we pas om de twee jaar een nieuwe collectie op de markt. Nochtans wordt er heel veel tijd en geld geïnvesteerd in innovatie. Maar door de uitermate hoge eisen die we ons stellen, komen we slechts af en toe met een nieuw product.

Slow food. Slow Design

De term ‘Slow Design’ volgde automatisch en misschien wel met een tikkeltje zelfspot uit onze grondige en tijdrovende ontwerpmethodiek. Maar blijkbaar werd dit fenomeen al enkele jaren geleden omschreven als de alternatieve manier van ontwerpen voor een minder consumptiegerichte maatschappij.

Net zoals de Slow Food-beweging van Carlo Petrini streeft naar een meer sustainable kweek en bereiding van voeding aan de hand van bepaalde principes, werd ook voor Slow Design een checklist opgesteld met zes principes die ons op het lijf geschreven zijn.

Even vermoedden we dat één van onze eigen medewerkers hierachter zat, want deze principes gebruikten we al lang vóór Alistair Fuad-Luke ze neerpende in 2002:

  1. Langere designprocessen met meer tijd voor research, overpeinzing, tests in reële omgeving en verfijning: al onze producten in collectie hebben minstens twee jaar een intensief ontwerptraject doorlopen van keuzes maken, prototyping, en testen.

    De meeste producten hebben ook een tijdlang in de koelkast gezeten omdat de markt er nog niet klaar voor was of omdat het ontwerp nog net niet perfect was. Het testen neemt ook een aanzienlijke periode in beslag, want niet alle versnelde tests kunnen problemen in materialen blootleggen.
     
  2. Ontwerpen in functie van lokaal en regionaal beschikbare materialen en productietechnieken om zo de lokale industrie en ambachtslieden te werk te stellen. Alle producten van Extremis worden vervaardigd in België, behalve ons kleinste product, Sticks, dat zodanig compact getransporteerd kan worden dat uiteindelijk de impact miniem blijft.

    90% van onze gespecialiseerde leveranciers zitten in de regio West-Vlaanderen.
     
  3. Ontwerp dat rekening houdt met lokale cultuur en traditie als inspiratiebron en belangrijke invloed voor het ontwerpresultaat. Het meest flagrante voorbeeld hier is onze Hopper picknicktafel, die werd geïnspireerd door de Poperingse hoppefeesten en de hopvelden die onze streek rijk is.

    Tijdens dit ontwerp werd steeds het scenario van de hoppefeesten, met lange rijen tafels en banken waarop gedanst en gedronken wordt, in het achterhoofd gehouden. Uiteraard kijken we ook naar andere culturen, maar als je even bladert door onze communicatie, zit je meteen enkeldiep in de polderklei, en kent ook ons dialect geen geheimen meer.
     
  4. Design dat de natuurlijke tijdscycli respecteert en incorporeert in het ontwerp- en productieproces: onze producten zijn erop voorzien om de seizoenen te doorstaan. Dit is de basisvereiste voor een Extremis-product. Ze kunnen gerust ’s winters buiten blijven staan.

    Ook proberen we onze producten zo te ontwerpen dat ze de zomer (of bruikbare periode) voor hun eigenaars verlengen, zodat ze meer kunnen genieten van het buitenzijn.

    Verder is een van onze belangrijkste grondstoffen bijvoorbeeld hout. Onze houtsoorten worden duurzaam en ethisch gekapt en houden dus rekening met de natuurlijke groeicyclus van het bos en het ecosysteem waartoe ze behoren.
     
  5. Ontwerp dat rekening houdt met duurzaamheid van het product maar ook met menselijk gedrag om zo de levencyclus van een product te verlengen (circulaire economie). Het uiteindelijke doel bij elk gelanceerd ontwerp is bestempeld te worden als “tijdloos design” of “design classic”, want dan pas kan je ervan uitgaan dat dit de modegrillen en trends van de tijd overleeft.

    Een eerste voorwaarde is uiteraard dat het product een aantal decennia kan overleven op materiaaltechnisch vlak. Maar minstens even belangrijk voor de levenscyclus van een product, is hoe lang de eigenaar dit product wenst bij te houden. Dit kan pas na vele jaren geëvalueerd worden, dus noemen we onze tools for togetherness graag ‘classics for the future’.

    Ondertussen hebben enkele al de status van designklassieker bereikt. Zo viert onze Picnik, de iconische tweezit ontworpen door Dirk Wynants en Xavier Lust, dit jaar zijn 15de verjaardag tijdens onze presentaties in Milaan (Salone Del Mobile) en New York (ICFF). De miniatuurversie die nu opnieuw op de markt komt, onderstreept alleen maar het tijdloze karakter van dit ontwerp.
     
  6. Design dat berust op het verhogen van welzijn in plaats van welvaart en een positief psychologisch effect heeft op de mens. Dit is niet makkelijk meetbaar, maar wij zien onze meubelen althans als tools for togetherness, die verondersteld worden de communicatie tussen mensen te verbeteren, en mensen samen te brengen.

    Doet niet elke tafel dat? Ja, in zekere mate wel, maar in het ontwerpproces gaan we hier werkelijk op focussen:
  • een ronde tafel is beter voor de communicatie in een gezinssituatie
  • een lange tafel is beter om nieuwe mensen te leren kennen in de refter op je werk
  • banken zijn verstelbaar om kinderen op ooghoogte van volwassenen te plaatsen
  • onze meubels zijn aangepast om ook rolstoelen aan te rijden
  • een zetelsegment is bij ons net iets breder zodat twee mensen samen op een kussen kunnen zitten
  • enzovoort.

We geloven ook dat onze tools for togetherness door hun atypische verschijningen wel eens een positieve impact zouden kunnen hebben in een ruimte. Enerzijds spelen we op het verrassingseffect zoals Abachus, een eigenaardige ‘leun’tafel, en anderzijds op de esthetiek, die altijd wel een zekere invloed zal hebben op de gemoedsrust van een persoon.

Geen waardeloze excuses dus waarom ons ontwerpproces gemiddeld langer duurt dan dat van een ander. We zijn allen ‘slow designers’ in hart en nieren, en kunnen het misschien zo samenvatten:

Als je denkt dat je product écht nuttig is, zorg dan dat de ecologische impact zo klein mogelijk is door de tijd te nemen voor onderzoek en ontwikkeling, om zo de levenscyclus van je product te verlengen.