Pluxee: de duurzaamheidsmanager als wegbereider
Hoe ziet de duurzaamheidsstrategie van Pluxee eruit? En welke rol speelt de sustainabilitymanager erin?
Er beweegt wat bij één van de drie Belgische uitgevers van maaltijd-, eco- en dienstencheques: de Benefits & Rewards-afdeling van Sodexo heet sinds begin 2024 Pluxee en is een aparte onderneming geworden. Ze heeft onderdak gevonden in een nieuw kantoor vlak bij Brussel-Centraal – een keuze die een direct gevolg is van Pluxees duurzaamheidsstrategie. Christel Ergo, sustainabilitymanager bij Pluxee, vertelt hoe haar werkgever duurzaamheid in de praktijk brengt en wat haar job precies inhoudt.
Christel Ergo: “De functie van sustainabilitymanager bestaat hier nu vijf jaar. Daarvóór was er natuurlijk al aandacht voor duurzaamheid, maar wanneer iedereen daarnaast met andere zaken bezig is, kun je er moeilijk de nodige tijd en middelen voor vrijmaken. Mijn voorganger, onze eerste sustainabilitymanager, heeft voor structuur gezorgd. Zo brengen we onze vooruitgang nu in kaart met certificaten en voeren we elk jaar een country survey uit met EcoVadis om onze CO2-uitstoot te monitoren en extern te laten valideren.”
“Begin dit jaar heb ik de functie overgenomen. Ze biedt een mooie invulling van mijn eigen waarden, zowel professioneel als persoonlijk.”
Wat zijn de kernwaarden van Pluxee als het over duurzaamheid gaat?
Ergo: “We baseren ons op twee pijlers: de ecologische en de sociale dimensie van duurzaamheid. Ecologie slaat bij ons vooral op de CO2-uitstoot, waar we de grootste impact hebben. Biodiversiteit is natuurlijk ook belangrijk, maar op dat vlak hebben we weinig hefbomen: we zijn geen productiebedrijf.”
“Op sociaal vlak gaat het bij Pluxee in de eerste plaats over diversiteit, gelijkheid en inclusie (DEI). Gendergelijkheid is hier al jaren een centraal thema. Het managementteam voor de Benelux is bijvoorbeeld evenwichtig verdeeld: vijf vrouwen en vijf mannen. Onze CEO heeft een charter ondertekend waarin staat dat hij niet deelneemt aan een panelgesprek zonder minstens één vrouwelijke deelnemer, en dat heeft al resultaat opgeleverd.”
Hoe vul jij jouw rol als sustainabilitymanager in op de werkvloer?
Ergo: “Enerzijds is de verantwoordelijkheid voor duurzaamheid bij mij gecentraliseerd, wat helpt om uitdagingen op lange termijn aan te pakken en de continuïteit te waarborgen. Anderzijds is het mijn voornaamste taak om anderen betrekken – ik kan niet alles zelf doen.”
“Als we bijvoorbeeld nieuw IT-materiaal nodig hebben, neem ik niet zelf contact op met leveranciers: andere collega’s weten daar meer over. Wanneer ik hen inschakel, moet ik wel uitleggen op welke duurzame aspecten we willen letten en waarom. Dat creëert bewustzijn en verhoogt hun betrokkenheid bij onze strategie. En bij acties rond bijvoorbeeld vrouwenrechten of de Internationale Dag tegen Holebi- en Transfobie moeten we goed weten waarover we praten. Daarom betrek ik collega’s die ervaring hebben met het onderwerp, zodat we samen tot een sterke aanpak kunnen komen. Op die manier heeft iedereen inspraak en wordt duurzaamheid echt deel van onze cultuur.”
Kun je een voorbeeld van een recente actie geven?
Ergo: “We hebben pas een charter tegen huiselijk geweld ondertekend. Het doel is om slachtoffers een signaal te geven: je kunt erover praten en je staat er niet alleen voor. Maar hoe ga je met zo’n gevoelig thema aan de slag? Wij hebben in onze toiletten affiches met een geweldmeter opgehangen. Die laat een aantal gerangschikte stellingen zien: ‘Je partner ondersteunt je in projecten’, bijvoorbeeld. Of: ‘Je partner luistert respectvol naar je’, ‘Je partner lacht je uit’ en ‘Je partner raakt je tegen je wil aan’.”
“Naast de meter staat meer uitleg en nuttige informatie, zoals mogelijke hulpmiddelen, een hotline tegen geweld en een vzw voor mensen die vaststellen dat ze zelf problematisch gedrag vertonen. Dat slaat goed aan; collega’s maken zelfs foto’s om die informatie te delen met familieleden of vrienden die het misschien moeilijk hebben.”
“De volgende stap is dat vier medewerkers een opleiding volgen om vertrouwenspersoon te worden.”
Duurzaamheid was een belangrijk criterium in jullie zoektocht naar een nieuw kantoor. Hoe hebben jullie dat aangepakt?
Ergo: “Ons vorige kantoor was een oud, slecht geïsoleerd gebouw dicht bij het station van Etterbeek. Door die locatie moesten veel mensen extra overstappen om de trein te kunnen nemen, wat hen vaak deed kiezen voor de auto. Toen de lease afliep, hebben we een bedrijf ingeschakeld om ons te helpen bij de zoektocht, met de nadruk op ecovriendelijkheid en goede bereikbaarheid. Uiteindelijk kozen we voor een pand dicht bij Brussel-Centraal. Het is kleiner en duurder per vierkante meter, maar doordat we meer telewerken is het nog altijd groot genoeg en overall goedkoper.”
“Voor de inrichting hebben we samengewerkt met een designbureau. We hebben zo veel mogelijk meubels hergebruikt en hebben sterk ingezet op een aangename werkomgeving. Er zijn hoge tafels om rugklachten bij langere mensen te voorkomen, kasten voor vouwfietsen, een rustige ruimte voor focuswerk enzovoort.”
“Op het vlak van mobiliteit hebben we een changemanagementplan opgezet. Parkeerkosten worden tot twee keer per maand terugbetaald, bijvoorbeeld, maar de kosten voor openbaar vervoer krijgen alle werknemers sowieso terugbetaald. Die inspanningen werpen al vruchten af: het aantal collega’s dat met de auto pendelt, is gedaald van 65% naar 6%. We maakten al langer gebruik van het federaal mobiliteitsbudget, maar sinds de verhuizing is het aantal gebruikers bijna verdrievoudigd.”
Tot slot: wat beveel je duurzaamheidsmanagers in de dop aan?
Ergo: “Praat met de mensen om je heen: collega’s, klanten, adviseurs, leveranciers … Vaak vind je oplossingen door samen te werken en partnerschappen aan te gaan, en door elkaar uit te dagen om het beter te doen. Netwerken zoals The Shift – het Belgisch verzamelpunt rond duurzaamheid – zijn daar ook nuttig voor.”
“Wees ook niet verlegen om het directiecomité te benaderen: als zij niet overtuigd zijn, heb je weinig kans op succes. Voor mij was dat niet moeilijk, omdat ze al overtuigd waren. Zijn ze dat nog niet, zoek dan een invalshoek die hen aanspreekt. Die kan economisch zijn, want klanten en werknemers – huidige en potentiële – vinden duurzaamheid almaar belangrijker.”
“En zoals bij alle grote uitdagingen: doe het stap voor stap, maar begín vooral. Ga niet te snel en voorkom dat je jezelf opbrandt. Begin met het laaghangende fruit. Actie geeft vertrouwen, zeker als iemand zich angstig voelt over de toekomst. Onderweg leer je veel, kruis je interessante mensen en ideeën, waardoor je weer grotere uitdagingen kunt aangaan. Daarom heb ik bij Pluxee een duurzame bibliotheek opgezet. Die vul ik met boeken over duurzaamheid in drie talen, zoals ‘De verborgen impact’ – leestip! Er zijn zelfs stripverhalen om duurzaamheid zo toegankelijk mogelijk te maken. Dat is mijn eigen kleine passieproject, waarmee ik extra impact hoop te maken.”