ExxonMobil

ExxonMobil en het abc van de klimaatontkenner

Dat ExxonMobil al decennia op de hoogte is van de impact van fossiele brandstoffen op ons klimaat was vorige week groot nieuws. Ook al was het niets nieuws.

ExxonMobil stond even in het middelpunt van de aandacht dankzij een onderzoek naar de klimaatstudies die het energiebedrijf de voorbije decennia liet uitvoeren. Daaruit bleek dat Exxon heel goed wist hoe schadelijk fossiele brandstoffen zijn, maar publiekelijk twijfel bleef zaaien. Dat op zich is nu niet meteen nieuws. Eigenlijk was de enige nieuwe informatie dat de klimaatmodellen die ExxonMobil intern ontwikkelde van 1977 tot 2003 bijzonder accuraat blijken in hun voorspellingen.  Wie vaak in contact komt met klimaatdesinformatie, zal de ironie van dat nieuws wel kunnen appreciëren.  

De betrouwbaarheid van klimaatmodellen is namelijk een van de favoriete onderwerpen van mensen en organisaties die het bestaan van de klimaatcrisis in twijfel willen trekken. Inderdaad, verschillende voormalige CEO’s van ExxonMobil hebben verklaard dat klimaatprojecties “vaak pure speculatie” of “niet competent” zijn. Het lijkt vaste koek in een omvangrijk draaiboek dat al jaren meegaat en ook nu nog veel gebruikt wordt. Tijd voor een bloemlezing van desinformatietactieken.

Kersen plukken op troebel water

Twijfel zaaien is een populaire tactiek om de urgentie van de klimaatcrisis te ondergraven. Klimaatmodellen zijn daar een veelgebruikt voorbeeld van, ook al blijken ze in de praktijk zo accuraat dat ze Nobelprijzen winnen. Hoe kan dat? Klimaatmodellen zijn vooral nauwkeurig op globale schaal. Ze voorspelden onder andere heel accuraat hoeveel de gemiddelde temperatuur van de oceanen zou stijgen. Maar in dat gemiddelde zitten veel regionale verschillen verborgen. Daar maken klimaatontkenners graag gebruik van, door de grootste plaatselijke afwijkingen naast globale projecties te zetten. Ze kiezen er enkel die informatie uit die hun argument staaft en negeren de rest. Dat heet dan ‘cherry picking’. Wie het argument terloops leest en niet verder op onderzoek gaat, blijft achter met het idee dat “er toch iets niet klopt aan dat klimaatverhaal”. 

De mogelijkheden om creatief aan cherry picking te doen zijn werkelijk eindeloos. Je hebt zelfs geen concrete cijfers nodig. In 2009 zei Al Gore: “Bepaalde modellen voorspellen dat de noordpool over vijf jaar ijsvrij kan zijn”. Dat is meer dan twaalf jaar later overduidelijk niet zo. Maar de klimatoloog waar Gore naar verwees heeft zelf nooit zoiets beweerd. Het gaat simpelweg om een misverstand van Gore. Die had misschien beter moeten weten, maar is dan ook zelf geen wetenschapper. Nog een populaire: sterfgevallen door natuurrampen zijn de voorbije decennia gekelderd. Klinkt gek, toch? Maar al wat minder als je bedenkt dat de meeste landen in die periode een spectaculaire ontwikkeling zagen in weersvoorspellingen, veiligheidsmaatregelen en gezondheidszorg.

Nog een paar klassiekers?

Aangepast taalgebruik

De juiste woordkeuze kan veel doen. In bepaalde kringen benoemt men klimaatwetenschappers en -activisten graag als ‘alarmisten’ of ‘catastrofisten’. Niet bepaald subtiel, maar denk niet te snel dat ze jou niet liggen hebben. Van waar ken jij de term ‘ecologische voetafdruk’? Oliegigant BP investeerde alleszins een paar honderden miljoenen om de term te promoten. Mogelijk omdat de nadruk daarbij op persoonlijke verantwoordelijkheid ligt (meer dan op bijvoorbeeld wetgeving). Onder energiebedrijven bestaat er trouwens ook zoiets als ‘propere steenkool’, wat ons meteen brengt bij:

De wetenschap lost het wel op  

Onze technologische vooruitgang was de voorbij decennia duizelingwekkend. Vroeg of laat vinden wetenschappers wel de zilveren kogel die de klimaatcrisis omver knalt. Een comfortabele gedachte, die dus wel eens misbruikt wordt om de zaken hun gewone gang te laten gaan. We hebben bijvoorbeeld technieken om koolstof te vangen, zowel uit de schoorsteen van een kolencentrale als uit de ijle lucht. Als we dat overal doen, is het probleem opgelost, toch? Op die manier CO2 vangen kost wel veel energie en geld, het opslaan of verwerken nog meer. Misschien eerst de kraan dichtdraaien voor we de duurste dweil ter wereld kopen.

Maar waarom is deze tactiek zo effectief? Het zal dat korreltje waarheid zijn. Bepaalde dingen zijn simpelweg onmogelijk klimaatneutraal te krijgen zonder CO2 te vangen. Je kan bijvoorbeeld geen kalk maken zonder CO2 uit kalksteen te bakken en we gebruiken kalk voor veel meer dan je denkt. Het is dus niet zomaar zwart of wit. En ja, ook daar bestaat een tactiek rond.

Enkel perfect is goed genoeg

“Elektrische auto’s, windmolens en zonnepanelen zijn helemaal niet zo groen, daarvoor hebben we massaal veel mijnbouw en fabrieken nodig.” Klinkt bekend? Onverkort waar. Moeten we eerlijk in zijn. Zullen we dan maar niet? Het hangt ervan af waarmee je het vergelijkt. Voor fossiele brandstoffen graven we ook wat af. Rond de 15 miljard ton per jaar. En die branden we op, één keer. Dan is het as. Weinig recyclagemogelijkheden voor as. De materialen in groene technologie als zonnepanelen en batterijen kunnen we grotendeels recycleren. Toch kunnen we er niet omheen: energie en industrie zonder impact bestaan niet. Maar de perfecte oplossing ook niet, dus daar kunnen we niet op wachten.

Hebben we nu alle desinformatietechnieken en -argumenten gehad? Lieve help, nee. Er zijn er wellicht nog twee nieuwe bedacht terwijl je dit las. Ongetwijfeld zijn ze tot in de puntjes uitgedacht en schijnbaar goed onderbouwd. Hoe kan je desinformatie dan herkennen? Onze tip: gebruik een paar kernwoorden of namen uit de theorie als zoekterm, specifiek om tegenargumenten te zoeken (de term ‘debunk’ of ‘ontkrachting’ is handig). Vergelijk de bronnen aan beide kanten: harvard.edu en nasa.gov zijn iets betrouwbaarder dan whatsupwiththat.com en klimaatfeiten.nl. De betere bronnen zullen je proberen de brede context uit te leggen, in plaats van enkel schijnbare tegenstellingen op te werpen. Het vergt wat leeswerk, maar je zal geweldig boeiende dingen leren. Beloofd.

Koenraad Coel

voor MVO Vlaanderen