Voor duurzame wins(t)

Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder VBO, is fan van de SDG’s. “Ze zijn een formidabel instrument voor ondernemingen om nieuwe marktopportuniteiten te ontplooien.” 

Timmermans baseert zich op een studie van het Wereld Economisch Forum (WEF). De ‘Business and Sustainable Development Commission’ van het WEF becijferde de potentiële businessopportuniteiten van de SDG’s. Uit die studie blijkt dat ze 60 marktopportuniteiten openen voor een totale geschatte waarde van 12.000 miljard dollar. Ondernemingen die bijdragen aan de realisatie van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen versterken niet alleen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar zouden in het algemeen beter presteren. Nieuwe groeimogelijkheden zouden zich vooral situeren in vier economische sectoren of domeinen: 1) voeding en landbouw, 2) stadsontwikkeling, 3) energie en materialen en 4) gezondheid en welzijn. Daarbij zouden ze tot 380 miljoen nieuwe arbeidsplaatsen kunnen creëren. De vraag daarbij is hoe de bedrijven die marktopportuniteiten kunnen realiseren in een wereld waar de ongelijkheden toenemen, waar landen in bloedige oorlogen betrokken zijn, waar de klimaatverandering toeneemt en de biodiversiteit, de basis van de economie, blijft aftakelen? Wat zegt de nieuwe gedelegeerd bestuurder van het VBO hierover?
Antwoorden zijn misschien te vinden in het overzichtsnummer van het VBO-magazine ‘Reflect’. Daarin worden de SDG’s als hoeksteen voorgesteld van een strategie om tegen 2030 de armoede in de wereld uit te roeien, de ongelijkheid aan te pakken, het milieu te beschermen en de wereldvrede te bevorderen. Kortom, ze vormen een strategie om de maatschappelijke randvoorwaarden te verbeteren en zo de toekomst van de bedrijven te onderbouwen.
De boodschap van de SDG’s is duidelijk: SDG 16 en 17 roept iedereen op tot een open en verantwoordelijke houding tegenover sociale en duurzaamheidsuitdagingen. Ze willen van daaruit de partnerschappen voor een duurzame ontwikkeling versterken. Van alle stakeholders wordt daarom verwacht dat ze het eigen belang definiëren in het verlengde van het algemeen belang. Zo doet het VBO ook een oproep aan de Belgische bedrijven om een positieve bijdrage aan de samenleving te leveren door de inbreng van zowel de klant, de leverancier, de medewerker als de aandeelhouder in de corebusiness te vertalen. Daarvoor roept het VBO de hulp in van alle politiek verantwoordelijke overheden. Zij moeten voldoende morele kracht aan de dag leggen om de toepassing van de SDG’s vooraan op de politieke agenda te plaatsen. En om, in die context, ook een brede dialoog met het maatschappelijk middenveld, de privé-sector en de parlementen op te zetten. Mogen wij nu in Vlaanderen/België hopen dat de maatschappelijke aandacht voor de SDG’s toeneemt en effectief tot veranderingsprocessen in de praktijk (van bedrijven, huishoudens, organisaties en overheden) gaat leiden?