Hoe vermijden we dat MVO een voorbijgaande hype wordt?

Hier deelt Jan Bossuyt zijn ervaringen met jou over het waardengedreven bedrijfsleven. Dit is de vierde column van zijn hand. 

In de vorige bijdrage kon u kennis maken met zijn inspirerende kijk op de metafoor van eb en vloed en vertelt hij hoe niets doen veel kan opbrengen. 

Uitdagingen zat

Net als ik ken jij onderhand al de gecombineerde bedreigingen van milieu en klimaat, van uitputting van energie- en grondstofbronnen en de natuurlijke rijkdommen, van de verontreiniging van water en lucht, de financiële en de economische crisissen, en de menselijke conflicten allerhande. We weten ook al dat ze elkaar onderling versterken. Maar beseffen we wel ten volle de ontzaglijke draagwijdte ervan? Ik beweer dat de huidige uitdagingen en bedreigingen van een orde van grootte zijn die alle beschikbare energie van de wereldbevolking voor tientallen jaren zal opeisen. Dit zal onwrikbare overtuiging en doorzettingsvermogen vergen in soms akelige tijden. Als ondernemer in hart en nieren roept dat bij mij de vraag op of ik via de ondernemingen waarbij ik betrokken ben mijn steentje kan bijdragen. Ik meen van wel. Bedrijven kunnen nagaan wat hun maatschappelijke verantwoordelijkheid inhoudt ten aanzien van de complexe en mekaar versterkende uitdagingen. Wat denk jij?  Wat Wayne Visser op deze vraag te zeggen heeft vindt u in een interview met MVO Vlaanderen van enkele maanden geleden.

Als ik stel dat bedrijven hun maatschappelijke verantwoordelijkheid kunnen opnemen, dan heb ik het voor alle duidelijkheid over ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’ in zijn integrale betekenis. Daarmee wil ik beklemtonen dat de juiste prioriteiten in het containerconcept dienen aanwezig te zijn. Bij de wenselijke invulling van MVO gaat het, volgens mij, om het opnemen van de zorg voor, en het behartigen van de belangen van alle stakeholders. Op die manier staat het winnen van vertrouwen met al die stakeholders centraal in een integrale invulling van een MVO-concept. Te beginnen met de meest directe:  klanten en medewerkers, en pas dan de andere (leveranciers, partners, bedrijfsburen en -omgeving), vervolgens de toekomstige generaties via het wereldmilieu, en de armen in eigen land en de derde wereld. En ten slotte de belangen van de bedrijfsleiding en de aandeelhouders.

Wat motiveert bedrijven voor MVO?

Grosso modo kan ik vier niveaus onderscheiden, in opgaande volgorde van engagement:

- 1e niveau: MVO moet, want de wet legt het op.

We kunnen er dus niet onderuit. En er is heden ten dage zeker geen gebrek aan wetten en regelgevingen op alle mogelijke gebieden en in alle bedrijfssectoren. Hier alleen al is er werk genoeg aan de winkel. Maar het gebeurt met tegenzin.

- 2e niveau: MVO is belangrijk voor de reputatie van ons bedrijf (en de bedrijfsleiding).

We willen niet achterblijven bij onze collega-bedrijven, onze concurrenten. Ons aanzien bij de publieke opinie, onze klanten, de drukkingsgroepen of overheden staat op het spel.

- 3e niveau: MVO is in ons eigen bedrijfsbelang. De meer verlichte en intelligente bedrijfsleiders beginnen in te zien dat MVO ook het eigen belang en de eigen toekomst kan dienen. Ze integreren het dus in hun bedrijfsstrategie. Dicht bij huis is er het voorbeeld van Umicore, dat katalysatoren voor auto-uitlaten levert, en elektronicaonderdelen recupereert en recycleert. Verder van huis is een wereldconcern als General Electric een goede illustratie, omdat het zich grootschalig engageert in windenergie.

- 4e niveau: MVO komt voor vanuit een innerlijke passie en gedrevenheid van de bedrijfsleiding. Het lot van mensen en van de wereld gaat hen aan, nog vóór er aan eigen gewin gedacht wordt. Ze zien het bedrijf als een vehikel om aan de verbetering van de wereld te werken. Menselijke waarden, noden en/of vragen dienen als richtsnoer om te ondernemen en de winst is daarvoor een (noodzakelijk) middel.
 

Hebben we een match?

Alleen de motivering van het 4e niveau is opgewassen tegen de huidige kolossale werelduitdagingen! Waarom? Omdat we, als mensen, slechts de sterkste en duurzaamste energie krijgen, als we onze meest authentieke inspiraties en passies volgen. De hoogste doelen roepen het grootste enthousiasme op. Laat mij mijn conclusie verder onderbouwen door erop te wijzen hoe andere motieven (op de 3 andere niveaus) tekort schieten:
1. De Wet:

Wie uit zichzelf in genen dele gemotiveerd is, komt gemakkelijk in de verleiding om er de kantjes af te lopen. Deze ondernemer of manager zal de letter maar niet de geest van de wet toe te passen, achterpoortjes zoeken en energie steken in ontsnappingspogingen. Daaraan is dikwijls een oneigenlijk gebruik van overheidsfondsen gekoppeld. Zoals uit verschillende doorlichtingen van het gebruik van milieu-subsidies gebleken is dat ze weinig tot niets bijdragen aan het verminderen van de milieu-effecten van de gesubsidieerde bedrijfsprestaties.
2. Reputatie:

Indien er geen intrinsieke overtuiging met bijhorend consequent gedrag en houding achter zit, kunnen MVO-projecten (bijvoorbeeld rond armoede-, derde wereld- of milieuthema’s) overkomen als een loutere PR-façade. Wanneer die projecten niet aansluiten bij de bedrijfswaarden kunnen ze vooral ongeloofwaardig overkomt en bij de geïnformeerde klanten of medewerkers slechts cynisme uitlokken.
3. MVO als welbegrepen eigenbelang:

Op dit niveau van motivatie is het vooral de vraag of al deze projecten, samen bekeken, wel voldoende zullen zijn om het tij te keren.  Volgens Wayne Visser mislukt deze strategie van integratie van MVO in de bedrijfsstrategie, omwille van het feit dat managers enkel haalbare doelstellingen formuleren, die veraf staan van de aard van de uitdagingen. Bovendien is het maar de vraag of dit soort projecten zullen standhouden in tijden van echte crisis.

Is de innerlijke passie en gedrevenheid van de bedrijfsleiding de enig zaligmakende oplossing? Let op: ook op het  4e niveau van motivering liggen er valkuilen. Goede intenties volstaan niet. De duurzame variant van het  bedrijfsverhaal moet sterker zijn dan de business-as-usual scenario. Klanten moeten ervaren dat ze beter bediend worden, medewerkers moeten ervaren dat hun vertrouwen de moeite waard loont, enz. Ook met andere stakeholders wordt transparant samengewerkt aan een betere wereld. Geloofwaardigheid vereist dagdagelijks het juiste gedrag en houding, en consequent beslissen en handelen. Walk the talk! En mag ik je oproepen om dat jarenlang (beter is: decennialang) vol te houden.

Vragen voor de lezer

Op welk niveau van engagement bevinden we ons als bedrijf en aandeelhouders? Zal ons huidig niveau van engagement sterk genoeg zijn om opgewassen te zijn tegen de uitdagingen die eraan komen? Zijn we ons in de dagelijkse praktijk voldoende bewust van deze uitdagingen? Durven we het totaalbeeld  onder ogen zien?

 

 

Jan Bossuyt was 40 jaar lang algemeen directeur van het familiebedrijf Boss Paints uit Waregem. Hij stichtte de Colora verfwinkelformule met advies. Nu is hij nog bij Boss actief als bestuurder. Daarnaast is hij ook de bezieler van een blog over ‘Bewust leven & duurzaam ondernemen’. Daarover heeft hij ook 2 boeken geschreven.