Verticaal landbouwbedrijf maakt lokaal telen schaalbaar

De wereldbevolking blijft in stijgende lijn zitten. Meer en meer mensen wonen in de stad. En iedereen wil heel het jaar door alles kunnen eten. Het zijn maar enkele van de trends die Maarten Vandecruys en Frederic Bulcaen aan het denken zetten. In 2012 lazen ze een white paper die de toekomstige voedselproductie in kaart bracht. Zo ontstond bij hen het idee van verticale landbouw.

“We lazen het voorbeeld dat een professor van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) gaf. Hij schetste de levensloop van een appel. Na de oogst wordt die gekoeld opgeslaan, zodat het rijpingsproces stopt. De voedingswaarden gaan naar beneden. Na elf maanden komt de appel uit de koeling voor distributie. Dat leek ons te gek voor woorden”, vertelt Maarten Vandecruys.

Groendaken geen oplossing op lange termijn

Urban Crop Solutions ontstond vanuit het idee om lokaal en verser telen schaalbaar te maken.

“Ons eerste concept was groendaken in de stad. ’s Morgens oogsten, ’s avonds eten. In een bootcamp kwamen alle mogelijkheden en uitdagingen aan bod. Daar kwam een model uit.

De grootste uitdaging? De staat van de daken. Ze moeten stevig en groot genoeg zijn. Maar dan nog. We bekeken hoeveel procent van de bevolking gevoed kon worden via groendaken in een stad.

Om bijvoorbeeld de stad Londen te voeden met groenten afkomstig van een dak, is er 1,6 keer de oppervlakte van Wales nodig.

Op lange termijn waren groendaken dus niet de echte oplossing. We moesten daarom inzetten op een verbeterde technologie.”

Eigen led-verlichting

Maarten Vandecruys zag dat led-verlichting een mogelijke oplossing kon bieden.

“Led-verlichting geeft kouder licht, heeft minder stroom nodig en kun je dichter bij de planten plaatsen. Dus waren er ook meer lagen mogelijk. Eigenlijk kunnen we landbouw zo omvormen van 2D naar een 3D-model. In 2014 hebben we hiermee succesvolle testen gedaan. We zagen dat het model haalbaar was.”

Het feit dat planten gevoelig zijn aan een breed spectrum van licht, zette Urban Crop Solutions verder aan het denken.

“De fotosynthese van planten is pas maximaal bij een bepaald soort rood en blauw licht. We konden dit met onze technologie verhogen door ons hierop te focussen. Maar ook de grond was belangrijk. Want die bevat naast de nodige mineralen ook andere organismen die soms schadelijk zijn. Vandaar dat men pesticiden gebruikt.

Wij gaan voor teelt op water waaraan we de nodige mineralen toevoegen en waardoor er dus geen pesticiden nodig zijn. Tijdens de groei verdampen de planten voortdurend het opgenomen water. Wij vangen die damp op en recupereren deze. Het is een heel efficiënt systeem wat ons waterverbruik deed dalen tot 5 procent in vergelijking met traditionele teelten.

We beseften dat zulke technologie mondiaal een oplossing zou kunnen betekenen.”

Alles automatisch aangestuurd

Het biologisch team van Urban Crop Solutions is voortdurend bezig om tot in detail in kaart te brengen wat planten nodig hebben om optimaal te groeien.

“Alle parameters gingen via een algortime in een systeem. Op die manier moet de operator daarna maar op een knop drukken om alles automatisch aan te sturen.

Of er een nadeel is? Mensen die binnen en buiten lopen in gesloten systemen systeem kunnen stoffen op hun schoenen of kleding dragen die een risico vormden voor de planten. Daarom zetten we in op robotisatie. Dat werd dan ook onze missie: geautomatiseerde groeisystemen voor planten.”

“Ons grootste leermoment? In het begin haalden we onze zaden bij opkwekers. Op een bepaald moment haalden we zo ziekten binnen. Maar over die externe factor hadden we geen controle. Tenzij we ze zelf gingen kweken. En dat doen we nu.

We houden de controle, van zaad tot oogst.”

Urban Crops werd Urban Crop Solutions

Ondertussen maakte Urban Crop Solutions een flinke groei door. Dat mondde uit in een verandering van de bedrijfsnaam: het vroegere Urban Crops werd Urban Crop Solutions.

“We zien ons niet als een vervanging van de reguliere landbouw. We werken er liever mee samen. Door onze technologie met de traditionele kennis te combineren, maken we sneller vooruitgang.

We willen zo op wereldschaal verder blijven groeien. Na onze intrede in de Verenigde Staten trekken we dit jaar naar de Japanse markt.

We willen ook in andere sectoren actief zijn. Bijvoorbeeld in de medicinale industrie.”