Een nieuw verdrag voor de oceaan
Eindelijk kan ook de volle zee beschermd worden.
“Het schip heeft de haven bereikt.” De beelden van een uitgeputte, maar dankbare en fiere Rena Lee – VN-ambassadeur voor oceanen en zeewetten – zijn sinds 5 maart 2023 de wereld rondgegaan. Na bijna 40 uur zonder slaap volgend op 2 weken van intensieve onderhandelingen kwam een proces van meer dan 17 jaar tot een goed einde. De lidstaten van de Verenigde Naties klopten een tekst af over het beschermen en duurzaam beheren van de volle zee.
Het BBNJ-verdrag – voluit Biodiversiteit Buiten Nationale Jurisdictie – wordt ook weleens het High Seas Treaty of het Verdrag voor de Volle Zee genoemd, maar de scope is breder dan enkel de wateren buiten nationale jurisdictie. Ook de zeebodem valt onder dit verdrag, dat uit vijf hoofdstukken bestaat waarover de lidstaten allemaal overeenstemming moesten bereiken. “Nothing is agreed until everything is agreed”, klonk als een mantra doorheen de onderhandeling.
30x30
Voor België en de Europese Unie waren de belangrijkste hoofdstukken de twee die rechtstreeks op bescherming zullen inwerken. In de eerste plaats de procedure voor het creëren van mariene beschermde gebieden op volle zee. Tot nu toe bestond er geen enkele manier om holistische mariene beschermde gebieden in de oceaan op te zetten. Regionale organisaties waar een beperkt aantal landen deel van uitmaken konden beschermingsregels aannemen en sectororganisaties (zoals visserijcommissies of de International Maritime Organization voor scheepvaart) konden specifieke maatregelen treffen voor hun sector. Maar universeel aanvaarde gebieden met beheersplannen voor verschillende activiteiten: daarvoor waren gewoonweg geen tools voorhanden.
In december 2022 kwam de internationale gemeenschap tot een akkoord onder het Biodiversiteitsverdrag. In dat Global Biodiversity Framework stond de zogenaamde 30x30-doelstelling: 30 procent van de planeet beschermen tegen 2030. Zonder een procedure voor de volle zee was dat een puur theoretische ambitie die nooit in de realiteit omgezet kon worden. Zodra het BBNJ-verdrag in werking treedt, kan de internationale gemeenschap er effectief aan beginnen: 30 procent beschermen tegen 2030. Dat streefcijfer zelf staat niet in het verdrag, aangezien dat ook na 2030 nog relevant wil zijn, maar zonder het verdrag zouden we dat doel nooit kunnen bereiken.
Blue Leaders
Het is België die deze twee aparte onderhandelingen aan elkaar verbonden heeft, met de Blue Leaders Alliantie. Die werd opgericht in 2019 en hamerde op de nood om zowel de 30x30-doelstelling als het BBNJ-verdrag af te kloppen om een echt verschil te maken voor de bescherming van de oceaan. Vice-eersteminister en minister van Justitie en de Noordzee Vincent Van Quickenborne zette zijn schouders ook persoonlijk onder deze samenwerking en droeg zijn steentje bij tot in de laatste uren van de onderhandeling.
De oceaan wordt vaak als slachtoffer opgevoerd: onderhevig aan vervuiling, opwarming, overbevissing etc. Dat is een correcte weergave van de situatie, maar het is niet het hele verhaal. De oceaan is namelijk ook een partner in de strijd tegen de klimaatopwarming: hij absorbeert ongeveer een derde van de CO2 én de temperatuurstijging door menselijke activiteiten. Bovendien produceert de oceaan zuurstof, herbergt hij een schat aan biodiversiteit en is hij de bron van voedsel en energie voor miljoenen mensen. Maar alleen een gezonde oceaan kan die rol blijven vervullen. Daarom is het zo belangrijk om mariene beschermde gebieden op te richten.
Bovendien zal het BBNJ-verdrag niet alleen een verschil maken voor die toekomstige beschermde gebieden. Activiteiten die daarbuiten plaatsvinden zullen op een duurzame manier moeten gebeuren door er voorafgaande milieu-impactanalyses voor te laten opmaken, inclusief beschermings-, mitigatie- en compensatiemaatregelen.
Mariene genetische bronnen, capaciteitsopbouw en technologietransfer
Een ander topic in het BBNJ-verdrag zijn mariene genetische bronnen. Dat zijn minuscule organismes die in de diepe zee leven en die niet alleen een cruciale functie uitoefenen in hun ecosysteem, maar ook gebruikt kunnen worden in de biotechnologie, de farmaceutische sector en de voedingsindustrie. Het verdrag legt vast dat die algemeen erfgoed van de mensheid zijn. Dat betekent dat de informatie over die organismes vrij beschikbaar moet zijn en eventuele toekomstige winsten op producten gemaakt met bestanddelen uit de diepzee verdeeld moeten worden. Het concrete systeem van die winstverdeling moet nog afgesproken worden, maar het concept zelf is al opgenomen in het verdrag.
Een ander hoofdstuk concentreert zich op de opbouw van capaciteiten voor marien onderzoek en handhaving op zee voor ontwikkelingslanden. Ook de transfer van mariene technologie zal door het verdrag gefaciliteerd worden.
Een secretariaat in België
Zoals bij elk multilateraal verdrag zijn er ook een aantal regels vastgelegd rond conflictoplossing, financiering en suborganen. Een verdrag met de ambitie van BBNJ vereist daarenboven een apart secretariaat. En België is kandidaat om dat secretariaat te huisvesten. Ons land is relatief makkelijk te bereiken vanuit heel de wereld en heeft een quasi universele diplomatieke vertegenwoordiging, wat onnodige verplaatsingen vermijdt. België is ook altijd heel actief geweest tijdens de onderhandelingen, onder meer als lid van het EU-onderhandelingsteam en door online High Seas Dialogues te organiseren om het momentum hoog te houden tijdens de verschillende lockdowns, toen de formele onderhandelingen telkens opnieuw uitgesteld werden. Met onze reputatie als bruggenbouwer hebben we de onderhandeling vaak de juiste richting in kunnen duwen. En een secretariaat in België zou toelaten om ook vaart te maken met de implementatie van het verdrag.
Wat nu?
Er moeten nog een aantal stappen genomen worden vooraleer we de eerste mariene beschermde gebieden zullen zien. De tekst wordt momenteel door de Verenigde Naties geredigeerd, waarna ze vanuit het Engels wordt vertaald naar de vijf andere officiële talen van de VN. Die gefinaliseerde versies zouden in juni officieel aanvaard worden en in september ondertekend worden. Pas dan kunnen de eerste voorstellen voor mariene reservaten ingediend worden.
Multilateralisme beweegt traag: de onderhandeling van het BBNJ-verdrag kostte liefst 17 jaar. Dit parcours toont echter ook aan dat multilateralisme nog springlevend is, en dat het de enige echte mondiale oplossing is voor de uitdagingen van formaat waar we vandaag voor staan.