Onderzoek: Duurzaamheids­verslaggeving van nichemarkt naar mainstream
Duurzaamheidsverslaggeving bereikt een kantelpunt en sijpelt traag maar zeker door van het terrein van de voorlopers naar de mainstream bedrijfsvoering. Een recent rapport van de Global Reporting Initiative (GRI) en EY deelt de inzichten en ervaringen van deelnemers van de GRI Global Conference on Sustainability Reporting. MVO Vlaanderen verzamelde enkele conclusies.
Het is duidelijk dat transparantie en de publicatie van duurzaamheidsinformatie hoog op de agenda staan, niet alleen voor de bedrijfswereld, maar ook voor een groot aantal stakeholders, waaronder investeerders, overheden en de consument. Niettemin is er nog een hele weg te gaan.
Meten is weten
Het volstaat niet meer dat duurzaamheidsverslagen geloofwaardig, betrouwbaar en volledig zijn. Vandaag moet zo’n verslag ook relevant en strategisch zijn, wat betekent dat ze de juiste informatie voor de juiste mensen moet bevatten.
Een belangrijke drijfveer voor het stijgend aantal duurzaamheidsverslagen is het groeiend besef bij bedrijven en organisaties dat een betekenisvolle duurzaamheidsstrategie gebaseerd moet zijn op betrouwbare en concrete data. Door deze data te verzamelen en analyseren, identificeren bedrijven en organisaties hun risico’s, maar ook potentiële efficiëntieverbeteringen en nieuwe markten.
Stijgende interesse van stakeholders
De nood aan verslaggeving als ondersteuning van een duurzaamheidsstrategie wordt versterkt door de uiteenlopende noden en interesses van een toenemende groep interne en externe stakeholders.
Uit het onderzoek blijkt dat 39% van de ondervraagden hun klanten en/of consumenten beschouwen als de groep met de meeste invloed op hun duurzaamheidsstrategie, gevolgd door medewerkers (29%).
Beleidsverschuiving omtrent duurzaamheid
Er leeft een sterke overtuiging dat regelgeving evolueert richting verplichte rapportage van niet-financiële informatie. Twee derde van de ondervraagden verwacht een doorbraak van dergelijke regelgeving in eigen land, en meer dan de helft van de ondervraagden ziet dit gebeuren binnen de vijf jaar.
Verslaggeving over de leveranciersketen neemt toe
Voor veel grote fabrikanten is een geglobaliseerde leveranciersketen onvermijdelijk geworden. Deze bedrijven werken samen met heel wat uiteenlopende partners en vaak virtuele teams in complexe ketens. Dat zorgt voor extra uitdagingen, bijvoorbeeld met betrekking tot emissies in de globale productieketen.
Globalisatie betekent dat bedrijven kosten kunnen besparen en productie kunnen uitbesteden naar locaties die goedkoper zijn dan de thuismarkt. Maar reputatie en verantwoordelijkheid voor producten kunnen niet worden uitbesteed.
Het onderzoek toont dan ook aan dat de scope van duurzaamheidsverslaggeving verbreed naar de leveranciersketen. Verwacht wordt dat regelgeving ook hier een rol zal spelen. Bijna de helft van de ondervraagden vindt dat verslaggeving betrekking moet hebben tot alle organisaties in het productieproces.
Bedrijven grootste drijfveer van duurzame actie
Ondanks een groeiende consensus over de nood aan een transitie naar een duurzame economie gebaseerd op hernieuwbare grondstoffen, bestaat er een grote kloof tussen consensus en actie.
Deelnemers aan het onderzoek vinden dat de bedrijfswereld de belangrijkste rol heeft te vervullen in het effectueren van een duurzame industriële groei. 49% van de ondervraagden gelooft dat bedrijven de weg naar een duurzame globale economie zullen leiden. Echter, ook de burger en de overheid moeten hun rol opnemen (respectievelijk 33% en 30%). Dit weerspiegelt het belang van een moderne economie waarin deze drie actoren samenwerken.
Uitdagingen en opportuniteiten
De grootste uitdagingen voor bedrijven en organisaties zijn de korte termijnvisie van investeerders en het gebrek aan instrumenten om beleidsbeslissingen te ondersteunen en impacten op milieu- en sociaal vlak te vertalen naar het bedrijfsniveau.
De meerderheid van de ondervraagden gelooft dat het meetbaar maken van duurzaamheid een drijfveer voor verandering kan zijn en duurzaamheid tot op het bestuursniveau van een organisatie kan brengen. Slechts 1% van de ondervraagden gelooft dat dergelijke valorisatie geen enkele impact zal hebben.