De impact van mijnbouw: hoeveel grondstoffen hebben we echt nodig?
Een tijdje geleden spraken we met Peter Tom Jones, directeur van het KU Leuven Instituut voor Duurzame Metalen en Mineralen (SIM²) over de grondstoffen die nodig zouden zijn voor de groene revolutie. We ontvingen een reactie op dat artikel vanwege CATAPA, een vzw die zich focust op de impact van mijnbouw. Zij pleiten onder meer voor ‘degrowth’; onze productie en consumptie terugschroeven om binnen de ecologische en sociale grenzen te blijven. Degrowth is een concept waar steeds meer aandacht en debaturen aan besteed worden, getuige daarvan de conferentie binnen het Europees Parlement onder het voorzitterschap van von der Leyen gewijd aan ‘Post-growth’. Dus bieden we graag ruimte aan dat debat, hier vertegenwoordigd door Kim Claes, werkzaam bij CATAPA.
Wat is de visie van CATAPA op mijnbouw? Kunnen we ooit volledig zonder?
Claes: “CATAPA wil mee streven naar een wereld waarin primaire, grootschalige, mijnbouw niet meer nodig is. Dat kan door in te zetten op een drastische reductie van ons materiaalgebruik in een economisch model dat niet obsessief naar groei streeft en door circulaire strategieën en recyclage (urban mining) op te schalen. We hebben nood aan een radicale omslag van ons economisch model en onze visie op de maatschappij. Een nieuwe mijnbouwboom is niet de oplossing om de groene transitie te bewerkstelligen. We kunnen ons niet een weg ‘mijnen’ uit de klimaatcrisis. Met onze huidige consumptie- en productiepatronen, zeker hier in het Globale Noorden, zouden we nood hebben aan 336 nieuwe mijnen voor lithium, grafiet, nikkel en kobalt om de beoogde markt aan elektrische voertuigen tegen 2035 te bevoorraden. Dan gaan we nog uit van robuuste recyclage, daarzonder zou het cijfer op 384 nieuwe mijnen uitkomen. Een toename van 200 procent. Terwijl, als we de wereldeconomie terug binnen veilige planetaire grenzen willen brengen, dan moeten we de extractie en het verbruik van grondstoffen met een derde terugschroeven.”
Hoe zou het Europese beleid rond mijnbouw er moeten uitzien?
Claes: “Het Europese beleid is nu in grote lijnen gebaseerd op de ‘Net-zero Industry Act’ en de Critical Raw Materials Act’ (CRMA). De kernboodschap daarin is dat de EU zich moet laten gelden op het geopolitieke toneel én ook volop investeren in nieuwe extractie op Europese bodem. Het beleid gaat dus nog steeds uit van voortdurende groei en excessieve consumptie; met slechts 6% van de wereldbevolking verbruiken we 25-30% van alle geproduceerde metalen. In plaats van de taart steeds te laten groeien, zouden we beter de stukken gelijk verdelen. Dus moet materiaalreductie centraal staan in het EU-beleid; economisch krimpen om het globale Zuiden ook een kans te geven op een waardig bestaan. Volgens de Commissie zijn naast de groene transitie ook de digitale transitie, ruimtevaart en de militaire sector van kritiek belang. Is dat ook zo? Leveren de huidige plannen binnen deze sectoren een menswaardig bestaan voor iedereen?”
“Volgens ons behartigen ze eerder de belangen van de grote bedrijven. Zeker nu er sprake is in de CRMA van het omzeilen van milieu en sociale wetgeving en vereenvoudigde procedures voor mijnbouwprojecten onder het mom van het ‘nationale belang’. Dat soort verhalen horen we al jaren van Westerse en Chinese mijnbouwbedrijven in bijv. Latijns-Amerika, met een hele resem aan mensenrechtenschendingen en conflicten als resultaat. Europa zelf was tien jaar geleden nog de regio met het op één na hoogst aantal incidenten met mijnbouwafval.”
“In de voorgestelde wetteksten staat weinig dat beterschap doet vermoeden. De CRMA verplicht bedrijven niet om aan te tonen dat ze robuuste beleidslijnen en procedures implementeren op het gebied van mensenrechten en milieu. In de tekst is er geen verwijzing naar de EU-Richtlijn over zorgplicht (CSDD) of de ILO conventie 169 over geïnformeerde consultatie van inheemse bevolking. Er is wel sprake van de termijn voor een vergunning voor een nieuwe mijn met een factor drie te verkorten. En in Natura 2000 gebieden, het meest uitgebreide netwerk van beschermde gebieden ter wereld, is mijnbouw nog steeds toegestaan. Wat we nodig hebben is een Europees grondstoffenbeleid met duidelijke doelstellingen voor materiaalreductie, gebaseerd op eerlijke handelsrelaties. Daarbij moeten de hoogste standaarden inzake milieu en sociale standaarden gehanteerd worden en de macht van multinationale mijnbouwbedrijven moet aan banden worden gelegd. Op die manier kan de EU ook minder afhankelijk worden van mijnbouw in andere landen.”
“Meer mijnbouw in Europa is zeker niet de oplossing, want met nieuwe mijnen in Europa zullen de rest van de mijnen wereldwijd niet sluiten. Integendeel, het aanbod van metalen en mineralen zal stijgen en hiermee volgt een gigantische vraag. Meer mijnbouw betekent enkel meer conflicten. Als we circulaire alternatieven voor grondstoffen een feit willen maken, dan moeten we daar vandaag in investeren, in plaats van meer te investeren in primaire extractie. Met onze koopkracht, zou de EU de wereldmacht kunnen worden in het hergebruiken en recycleren van de producten en afvalstromen, niet enkel van Europa, maar ook de rest van de wereld.”
Hoe kunnen ons materialenverbruik drastisch terugdringen?
Claes: “Eerst en vooral door het groeiparadigma los te laten. Groene groei is een mythe. We moeten naar een economie die draait rond welbevinden. De eerste, dringende stap moet een Europese doelstelling zijn om onze materiële voetafdruk met 65% te reduceren. Dat kan onder meer door ‘sufficiency’ maatregelen in te voeren in sectoren zoals transport, industrie en huisvesting. Daarnaast moeten we de efficiëntie in productieprocessen verder opschalen. Daar is al veel in gebeurd, maar de winsten worden nog te vaak tenietgedaan omdat een flankerend sufficiency beleid ontbreekt. Dat zie je bijvoorbeeld ook bij auto’s: de motor wordt efficiënter, maar tegelijk leggen we meer afstanden af en worden auto’s zwaarder en groter. Verder moeten we een circulaire economie realiseren, onder meer door strikte ecodesign-maatregelen, die toestellen herbruikbaar, herstelbaar en recycleerbaar maken en de levensduur drastisch verhogen. Er is geen plaats meer voor wegwerpproducten op de EU-markt en geen ruimte meer voor de bredere wegwerpcultuur. De klimaatcrisis is te urgent: enerzijds hebben we grondstoffen nodig, maar tegelijkertijd gooien we massa’s grondstoffen weg door slecht ontworpen toestellen, die vol metalen zitten.”
“Tegen 2030 kan het nieuwe EU-kader daarrond leiden tot 132 miljoen ton aan primaire energiebesparing. Efficiëntie, recyclage en innovatie zijn essentieel maar op zichzelf onvoldoende. Primaire mijnbouw loslaten en meer inzetten en ondersteunen van ‘urban mining’ - of secundaire mijnbouw uit ‘afval’-, kan heel wat primaire mijnbouw vermijden. De concentraties metalen die te vinden zijn in oud mijnafval of elektronisch afval zijn veel hoger dan die in nieuwe, primaire mijnbouw. Het is zeer jammer dat, door een gebrek aan positieve regulering, het vandaag nog steeds winstgevender is om natuur te verwoesten en lokale gemeenschappen te ontwrichten met nieuwe mijnen, dan de metalen uit afval te recupereren en ook Europese vervuilde gronden (met zware metalen) te saneren. Het zou een win-win zijn voor alle Europeanen.”
Kunnen we een lager materialenverbruik combineren met de energietransitie?
Claes: “Het is waar dat de energietransitie enorme hoeveelheden mineralen zal vergen. De constructie van groene technologieën zoals windmolens op land is 9 keer meer materiaalintensief dan een gascentrale, een elektrische wagen 6 keer meer dan een conventionele. En de productie van bijvoorbeeld elektrische voertuigen (EV’s) is goed voor 50 à 60 % van de verwachte vraag naar mineralen. Maar 91% van de verkoop van EV’s in 2021 gebeurde in China, Europa en de VS, een kleine fractie bleef over voor de rest van de wereld. Dus is het ook een vraagstuk over klimaatrechtvaardigheid. Voor wie is die groene transitie? Wie gaat opdraaien voor de zuivere lucht in onze steden? We moeten op een andere manier naar zaken als mobiliteit kijken. De motor van je auto laten vervangen in een lokale garage in plaats van een nieuwe Tesla te kopen, kan tegelijk meer en betere lokale jobs creëren en materiaalverbruik verminderen. Maar dit betekent ook minder winst voor automobiel- en mijnbouwbedrijven. We kunnen een energietransitie combineren met een afname in materiaalverbruik, maar niet in het huidige groene groeikader.”
“Recent Amerikaans onderzoek toont aan hoe het anders kan. Meer inzetten op openbaar vervoer en autodelen, stadsplannen aanpassen om dat aan te moedigen, samen met fietsen en wandelen. Zo kunnen we ons metalengebruik drastisch terugdringen. De-growth is dus geen verhaal van ‘minder’ levenskwaliteit, maar van het kiezen voor meer en beter, bv. beter publiek vervoer, minder luchtvervuiling, minder files, meer groene ruimte en tijd voor sociale interacties.”
Hoe groot is de impact van mijnbouw?
Claes: “De realiteit is dat mijnbouw vandaag nog steeds gelijk staat aan enorme kraters in het landschap, ontwrichting van gemeenschappen en vernietiging van ecosystemen. Mijnbouwafval is nu al de tweede grootste afvalstroom in de EU, met ongeveer 25-30% van het totaal. Voor 1 ton koper genereren we 110 ton residuen en verwijderen we 200 ton bovengrond. Uit zulk afval lekken zuren weg naar het milieu en de dammen die de residuen moeten tegenhouden, leiden tot ernstige incidenten als ze het begeven. Daarnaast was primaire mijnbouw goed voor 10% van de globale energie gerelateerde emissies in 2018. Dus meer mijnbouw betekent een stijging van emissies en natuurschade.”
“Op sociaal vlak zien we landroof, geweld en gedwongen verplaatsing van de lokale gemeenschap. De ‘Transition Minerals Tracker’ heeft 510 (!) beschuldigingen van mensenrechtenschendingen en milieuschendingen in verband met de ontginning van transitiemetalen gedocumenteerd tussen 2010 en 2022. Bijna twee derde is gericht tegen lokale gemeenschappen en ngo's, de rest heeft betrekking op milieuschade (meestal waterrechten). Zelfs zogenaamde goede voorbeelden zoals het Zweedse Boliden hebben geen blanco track record. Dat kan je zien in de docu Arica onder andere over de grote hoeveelheden giftig afval die het bedrijf uitvoerde naar Chili, met gevaarlijke hoeveelheden arsenicum in de lucht en aangeboren afwijkingen als gevolg. Als je weet dat we niet alleen met een klimaatcrisis geconfronteerd worden, maar ook met een biodiversiteitscrisis, dan moge het duidelijk zijn dat nog meer mijnbouw absurd is. Mijnbouw is namelijk een van de grootste drivers voor biodiversiteitsverlies incl. ontbossing.”
Wat is de rol van lokale gemeenschappen? Hoe kunnen we hen echte inspraak geven?
Claes: “De democratische rechten van lokale gemeenschappen die geconfronteerd worden met geplande mijnbouwprojecten moeten gerespecteerd worden. Dat houdt in dat ze geïnformeerd, geconsulteerd en betrokken worden bij de besluitvormingsprocessen. En als de beslissing van de gemeenschap ‘neen’ is, moet die beslissing ook gerespecteerd worden. Het taalgebruik van de Europese Commissie verraadt een andere logica: men spreekt over het ‘faciliteren van social acceptance’, waarbij het niet afvoeren van de mijnbouwoperatie geen optie blijkt te zijn. Of het nu gaat over projecten in Europa of elders in de wereld: lokale gemeenschappen moeten inspraak krijgen. De toekomstige EU-richtlijn over zorgplicht (CSDD) kan daar een hefboom voor zijn, maar ook die is al sterk afgezwakt door de mijnbouw- en bedrijfslobby. Een verdieping van onze democratie in plaats van mensen te dwingen, is de enige manier om de groene transitie te bewerkstellingen. Enkel zo kunnen we ook een goede toekomst garanderen aan de toekomstige generaties.”
[[{"fid":"81200","view_mode":"default","fields":{"format":"default","field_file_image_alt_text[und][0][value]":"Portretfotot van Kim Claes","field_file_image_title_text[und][0][value]":false,"field_copyright[und][0][value]":"Kim Claes"},"type":"media","field_deltas":{"1":{"format":"default","field_file_image_alt_text[und][0][value]":"Portretfotot van Kim Claes","field_file_image_title_text[und][0][value]":false,"field_copyright[und][0][value]":"Kim Claes"}},"attributes":{"alt":"Portretfotot van Kim Claes","class":"media-element file-default","data-delta":"1"}}]]
Kim Claes was tot voor kort strategisch coördinator bij CATAPA en nu nog steeds actief als vrijwilliger binnen de bredere beweging.