Bedrijf ontwikkelt larven zwarte wapenvlieg voor organische afvalverwerking
Millibeter is een Antwerps bedrijf dat sinds 2012 de zwarte wapenvlieg kweekt. Het doel? Via deze vliegensoort organisch afval omzetten tot nieuwe duurzame grondstoffen.
Hoewel het concept wetenschappelijk bewezen is en commercieel op punt staat, blijkt het geen sinecure. “Het is pas marktklaar als je het op grote schaal kunt uitvoeren. Daarvoor zijn niet alleen investeerders nodig, maar moest ook het wetgevend kader uitgeklaard worden”, vertelt initiatiefnemer Johan Jacobs.
Vanuit een duurzaamheidsvraag startte Johan Jacobs met een bedrijfsconcept om afval om te zetten tot grondstoffen.
“Waarom was en is afval nog steeds een probleem? Veel levensmiddelen worden nog steeds weggesmeten. In het beste geval worden ze gerecycleerd. Maar veelal gaan ze naar het stort. Daarnaast merkte ik dat er een groeiende vraag was naar grondstoffen. De oplossing lag vaak bij fossiele of ingevoerde grondstoffen, zoals palmolie, kokosolie, enzoverder. Allemaal met een druk op ons ecosysteem.
Wat weinig mensen toen wisten, was dat insecten organisch afval kunnen omzetten tot grondstoffen. Het is nog steeds een onderbelicht procedé.”
Wetenschappelijk onderzocht
Er bestaat voldoende wetenschappelijk onderzoek dat de stelling van Johan Jacobs bevestigt. “Het is een zeer innovatief concept. In 2012 was er niemand mee bezig. Ondertussen zijn de geesten er wel rijp voor. Dat kostte mij veel energie. Ik heb veel zelf moeten onderzoeken en ontwikkelen. Ik heb het thema gaandeweg wel kunnen inbedden in onderzoeksprojecten. Nu zijn er ook anderen mee bezig, waaronder Thomas More, KU Leuven en Universiteit Gent. Ook VITO en ILVO trouwens. Dat is allemaal zeer goed.”
Johan Jacobs ziet een groot voordeel in Vlaanderen.
“We kunnen hier voor innovatieve concepten beroep doen op heel wat subsidies voor onderzoek en ontwikkeling. Het vergt wel wat papierwerk, maar het is nodig. En het helpt natuurlijk als je concept ook duurzaam is. Dan heb je meer ondersteuningsmogelijkheden.”
Klanten moeten mee innoveren
De grondstoffen uit de larven zijn vergelijkbaar met andere hoogwaardige vetten, zoals kokosolie. Alleen hebben veel afnemers er nog nooit mee gewerkt.
“Het zijn nieuwe grondstoffen. Ik moet afnemers hiervan overtuigen. Ze nemen een co-innovatierisico. Klanten moeten gewoonweg mee innoveren. Dat is een hele klus.
Ik ben ondertussen vier jaar bezig met Millibeter. Het bedrijf is nog steeds niet commerciëel actief, laat staan rendabel. Daar is nog een andere reden voor. Alles wat we doen, is voor een volumemarkt. Momenteel 'produceren' we in ons labo honderd kilo per dag, maar ons concept is pas marktklaar als je dat op tonnen per dag kunt doen. Voor die stap van R&D naar de markt zijn er ook investeerders nodig.”
Aanpassing wetgeving nodig
Millibeter mag rekenen op steeds meer persaandacht. Communicatie is belangrijk, weet Johan Jacobs.
“Insecten zijn fotogeniek, wat een troef is. Die communicatie is belangrijk en de interesse is dan ook groot. Maar het gevaar is de tijd die het vraagt. Je moet erover waken dat je niet te ver van je core business geraakt. Het commerciële mag zeker niet blijven liggen.”
“De grootste uitdaging? De wetgeving die aangepast moest worden. Een innovatief concept als insecten-bioconversie viel vaak tussen de plooien van bestaande wetgeving, of bevond zich aanvankelijk in een grijze zone. Daar hebben zowel afnemers als investeerders natuurlijk - en begrijpelijk - een afkeer van.
De Belgische instanties hebben echter op Europees niveau mee aan de kar getrokken. Ze zorgden zo mee voor de goedkeuring voor het gebruik van insecten-proteïne in aquacultuurvoeders. Dat is een grote stap vooruit. Daarmee is nu de volledige waardeketen wettelijk in orde. De steun van de universiteiten en hogescholen was daarbij ook belangrijk: eerst was er wetenschappelijk bewijs nodig dat het concept geen enkel risico voor de volksgezondheid kon betekenen, vooraleer de overheid haar goedkeuring kon verlenen.”
Prijs altijd allerbelangrijkste
Voor Millibeter is de technologie niet zozeer de grootste uitdaging. Wel dat de oplossing voor het grote publiek betrouwbaar, opschaalbaar en goedkoop moet zijn.
“Een technologische doorbraak die niet betaalbaar is, is geen oplossing. Voor fysieke producten is de mindset nog steeds dat het goedkoop moet zijn. In tegenstelling tot diensten. Een duurzaamheidspremie? Die is minimaal of zelfs onbestaand. Daarom zitten we in een B2B-model. Mocht er een premie zijn, dan zouden we misschien de consument ook kunnen bereiken.