Afvalverwerking

Als afval van afval een nieuwe grondstof wordt

Uit afval dat alle recyclageprocessen heeft doorlopen, kan je nog waardevolle materialen halen.

Daarom bouwde de Franse afval- en milieugroep Veolia (voorheen SUEZ) een gloednieuwe afvalverwerkingsinstallatie in de ‘North Sea Port’ in Gent. “We creëren een nieuwe grondstof.”

Afval doorloopt talloze processen, tot het niet meer gerecycleerd kan worden. “Maar wat als we nog een proces zouden kunnen toevoegen?”, bedacht Karen De Boeck, Business Development Director bij Veolia. Het was het begin van wat uiteindelijk een nieuwe groepsactiviteit werd.

De Boeck staat graag met de voeten in de modder, of liever: met haar hoofd in het stof. “Ik was oorspronkelijk plant manager van onze bodemascentrale in Grimbergen. Bodemas is een restproduct, dat overblijft na de verbranding van restafval. Die materie wilden we uit elkaar trekken.”

Uit onderzoek wist men dat in bodemas nog allerlei bruikbare zaken zitten, zoals mineralen, aluminium, koper met edelmetaal… “Het gaat dan om superkleine deeltjes, want bestaande recyclageprocessen kunnen metaal wel filteren als de stukjes groter zijn dan twee centimeter. We moesten dus op zoek naar een manier om kleinere onderdelen alsnog te recupereren.”

Pilot plant

Het idee dateert van 2013, een pilot plant kwam er in 2015. “Dat project moest onderzoeken of het technisch mogelijk was om ons afval nog meer te ontleden, of er een markt voor was en of het economisch rendabel was.”

Op de eerste vraag kwam al snel een positief antwoord: “We slaagden erin om deeltjes tot 0,2 millimeter, héél kleine korreltjes dus, te recupereren.

Het Valomet-proces kan uit 100 ton restafval nog zo’n 200 kilogram zuiver aluminium, 50 kilogram zuiver koper en 210 gram edele metalen halen.

Er was ook een markt voor. “We kunnen die korrels in bulk verkopen aan raffinaderijen. Die smelten bijvoorbeeld het aluminium om er nieuwe producten mee te maken. Denk aan onderdelen voor auto’s, zoals motorblokken voor wagens, of frames van fietsen. We creëren dus een nieuwe grondstof, waarde aan het einde van de keten”, stelt De Boeck trots.

Gesprekken met partners

Toch waren er ook leermomenten. “Het is niet omdat iets technisch mogelijk is, dat het resultaat bruikbaar is voor een afnemer. Ons product kon in eerste instantie niet gesmolten worden. We hebben dan met verschillende partners de koppen bij elkaar gestoken, onder meer over hoe we het materiaal moesten aanleveren. De voornaamste les? Kwaliteit is koning.”

Het eindproduct raakte uiteindelijk geoptimaliseerd. Dat heeft positieve gevolgen voor de ecologische voetafdruk van heel wat bedrijven: “Een fabriek heeft 95% minder energie nodig als het aan de slag gaat met gerecycleerd aluminium in plaats van andere grondstoffen, zoals bauxiet”, weet De Boeck.

De Boeck is dan ook fier op het resultaat: “We hebben als eerste ontdekt hoe we die minideeltjes kunnen recupereren. Mede dankzij de gesprekken met partners zijn we geëvolueerd tot specialisten in ons vak. Met vragen, plannen, nieuwe contracten… komt men naar ons, terwijl we al lang niet meer de enige zijn die dit proces hanteren. Misschien zijn we toch wat te bescheiden”, stelt De Boeck.

Strategische Ecologiesteun

Waarom niet eerder iemand op dit geniaal idee is gekomen? “De geesten zijn gerijpt. We hebben pas sinds kort de knowhow om aan ‘miniaturisatie’ te doen en die kleine deeltjes dus te recupereren. Ook de technologie om uit afval te halen wat er nog uit te halen valt, is zeer recent. En dan moesten we natuurlijk ook nog iemand zo gek vinden om erin te investeren”, lacht De Boeck.

Valomet creëerde een compleet nieuwe activiteit voor Veolia.

Het is een zware investering voor het bedrijf. We hebben daar intern voor gevochten. Met de steun van de Vlaamse overheid, de Strategische Ecologiesteun, konden we ons management overtuigen. Veolia investeerde 11 miljoen euro, Vlaanderen 1 miljoen.

Een fors opstartbedrag, want de centrale moest aan strikte eisen voldoen. “Veiligheid en gezondheid staan voorop. Zo is er een ontstoffingssysteem, dat een derde van het budget in beslag neemt. Op die manier kunnen onze werknemers geen fijnstofdeeltjes inademen en mag men zonder masker werken, wat het werk aangenamer maakt.”

De industriële plant werd gebouwd in 2019, in de haven van Gent. “Die investering zou over 10 jaar renderen. Al hangt dat natuurlijk af van de beursprijzen van metaal, bijvoorbeeld. In 2020 waren die in ons voordeel, dus het zou zelfs sneller kunnen, maar niemand weet wat de toekomst brengt.”

Huidige en toekomstige activiteiten

Voorlopig verwerkt Valomet het bodemas van de Veolia-centrale in Grimbergen.

Maar alleen al binnen Europa heeft Veolia tot 2 miljoen ton bodemas.

“Het is de bedoeling om het afval uit andere landen naar Valomet  te brengen en die residus te behandelen. We bouwen in Gent een center of excellence uit, want we willen nog verder evolueren.”

Want ja, wat met het residu van dit proces? “Dat storten we. Het gaat om een paar procenten van de inkomende stroom. Dit zijn echt minieme stofdeeltjes: ze zien er bijna vloeibaar uit. Dat afval is wel vrij van metalen - we kunnen er niets meer uithalen. Maar wie weet vinden we daar in de toekomst wel een oplossing voor”, droomt De Boeck.