From the outside in

Fons Leroy, afgevaardigd bestuurder van de VDAB, is ervan overtuigd dat de instrumentalisering van het beleid te zwaar weegt. Er gaat m.a.w. te weinig aandacht naar de waarden, zoals gelijke kansen, verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van de eigen capaciteiten, openheid voor samenwerking, enz. Vanuit die inspiratie is hij met de VDAB ook op de kar van duurzame ontwikkeling gesprongen. Ze bekijken de toestand vanuit de uitdagingen (Outside In) en vertalen ze naar opdrachten van het VDAB Agentschap. Waarom en hoe laten we hem zelf vertellen. Dit is het eerste deel van het interview. Het tweede deel volgt.

MVOVL: We gaan het niet hebben over de manier duurzaamheid wordt geïmplementeerd binnen het agentschap van de VDAB. Daarvoor kan iedereen terecht op de site van de VDAB zelf. Daarop is te zien hoe duurzaamheid wordt vertaald in de kerntaken en bedrijfsvoering van de VDAB, via visie, missie, kernwaarden en strategische doelstellingen. Of misschien is het wel interessant om eens stil te staan bij de verduurzaming van de beroepsopleiding voor vluchtelingen. Wat houdt die belofte in?

Fons Leroy: “De verduurzaming heeft in essentie betrekking op twee zaken, namelijk het inkorten van het traject én het uitgaan van de competenties van de deelnemers zelf. Vroeger dienden vluchtelingen een inburgeringstraject van een paar jaar af te werken, waarbij ze les kregen over de maatschappelijke instituties, en vervolgens taallessen dienden te volgen om in aanmerking te komen voor een professionele vorming bij de VDAB. Sinds enkele jaren is het traject sterk ingekort en haakt de beroepsopleiding in op de aanwezige competenties bij de vluchtelingen. Zo is een gedifferentieerd aanbod aan beroepsopleidingen ontwikkeld, naargelang de geletterdheid, de scholing, en de beroepsrelevante capaciteiten van de vluchtelingen. Zo bieden wij aan mensen die klaar zijn voor de arbeidsmarkt, jobgerichte beroepsopleiding aan. We stellen dat in de loop van die beroepsopleiding zowel taal als waarden kunnen meegegeven worden. Trouwens, VDAB heeft samen met Rising You(th) daarvoor een ‘Sustainable Partnership Award’ ontvangen. 30 à 40% van de vluchtelingen die aan deze vormen van beroepsopleiding deelnemen stromen door naar de arbeidsmarkt. Resultaten die enkel landen, zoals Duitsland, met een goed presterend inburgeringsbeleid halen. Op die manier biedt de opleidingsaanbod van de VDAB een meer duurzaam perspectief voor de vluchteling, zowel qua werk als voor de participatie in andere vormen van gemeenschapsleven. Daarvoor doen wij zowel beroep op de verantwoordelijkheid van de vluchtelingen zelf (om hun talenten verder te ontwikkelen) als op die van de werkgever (om hen de kansen op een job te bieden).

MVOVL: Ik ging geen vragen stellen over de strategische doelstellingen voor het duurzaam ondernemen op het VDAB Agentschap, maar nu we er toch bij stilstaan duikt nog een andere vraag op over de sensibilisering van de stakeholders. In het jaarverslag van de VDAB blijft dat thema toch beperkt tot enkele communicatieve acties naar personeel, klanten (zijnde werkzoekenden) en werkgevers. Hoe zwaar weegt die doelstelling?

Fons Leroy: “Ik begrijp dat je dat niet terugvindt in ons jaarverslag, maar het is wel een feit dat we een sterk en gelaagd stakeholdersmodel hebben. Sinds ik hier op de VDAB begonnen ben, heb ik werk gemaakt van een structurele dialoog met alle stakeholders. Een eerste laag bestaat uit de klassieke partners, nl. de sociale partners. In een nieuwe laag hebben wij partners uitgenodigd, die het verst van de arbeidsmarkt verwijderd zijn, namelijk het netwerk armoede, de allochtone gemeenschappen en verenigingen van mensen met een beperking. Die permanente dialoog resulteert in een betere communicatie door de juiste vragen te stellen, zoals: leggen we de juiste bruggen?, gebruiken we de juiste taal?, hoe leren we hun verwachtingen beter kennen?, enzovoort. Daarnaast hebben we nog een structurele dialoog met de lokale besturen.  In dat klimaat kan dan ook een co-creatieve opmaak gedijen van allerlei tools voor de beroepsopleiding en de arbeidsbemiddeling. Zo hebben we jonge werkzoekenden een studentencontract gegeven om ons te helpen met de ontwikkeling van apps gericht op hun ‘peers’. Naast die structurele dialoog met deze stakeholders werken we ook, eerder op een ad hoc basis, samen met VLAIO rond de ontwikkeling van ondernemersvaardigheden. Daarnaast heeft er nu net een proces van stakeholdersoverleg plaats gevonden met het oog op het bepalen van een MVO-strategie in het licht van de integratie van de SDGs. Die werelddoelstellingen willen wij mee vertalen in de VDAB-activiteiten. Zo nemen wij de SDGs mee in de interne opleidingen van het personeel. We zijn de eerste overheidsorganisatie die ISO14000 gecertificeerd is. Nu al gebruiken we die SDGs om de interne milieuzorg mee op te volgen. Tenslotte inspireren de SDGs ons om waarden aan te kaarten (zoals bijvoorbeeld spaarzaamheid of het efficiënt omgaan met allerlei materialen) in ons  beroepsopleidingen.”

MVOVL: Mijn oorspronkelijke vraag was wel: “Waarom trek jij, als afgevaardigd beheerder, zo hard aan die duurzaamheidskar op de VDAB?”

Fons Leroy: “Ik ben eigenlijk al van jongs af aan maatschappelijk actief. En dat was eerst als een milieu-activist tegen de aanleg van de Noord-Zuid verbinding in Limburg. Later in mijn studententijd in Leuven werd ik secretaris van de wetswinkel, waar we actief waren rond huurproblemen en werkloosheid. Begin de jaren ’80 werden we geconfronteerd met de hoogste jeugdwerkloosheid en zag ik vooral een groeiende dualisering tussen de werkmensen en de wereld van de werklozen. Sindsdien heeft het thema van arbeid en de betekenis ervan voor een mensenleven mij nooit meer losgelaten. Arbeid is een noodzakelijke voorwaarde voor mensen om gelukkig te worden en om tegemoet te komen aan tal van hun behoeften. Arbeid is in die zin een centraal thema voor duurzaamheid, waar het in essentie ook gaat over behoeftevoorziening, en dat voor de huidige en toekomstige generaties.”

MVOVL: Hoe heb je dan je interesse voor de maatschappelijke betekenis van arbeid in de praktijk kunnen vorm geven?

Fons Leroy: “Na de derde staatshervorming werd de VDAB in 1989 opgericht. In 1990 ben ik overgestapt van de RVA naar het Vlaams kabinet bevoegd voor werkgelegenheid. Ik had het geluk dat ik in een nieuwe instelling terecht kwam waarvoor politiek en administratie de ruimte lieten om een eigen ‘Vlaamse’ stempel te drukken. Daardoor kon er van meet af aan gewerkt worden aan een draagvlak bij de sociale partners voor de invulling van de decretale bevoegdheden rond  de begeleiding naar duurzame loopbanen. Ik wist dat de steun van de sociale partners noodzakelijk was om een doeltreffend beleid te voeren. Ik had die ervaring opgedaan binnen de RVA, waar ik, samen met nog een paar andere jonge collega’s, opleiding ging geven bij de vakbonden. In die tijd was dat ‘not done’. We hebben dan wel aan het management kunnen duidelijk maken dat de gesloten bedrijfscultuur een hinderpaal vormde voor een effectieve arbeidsvoorziening. Die ervaringen hebben een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het VDAB-beleid. Zo heeft in 1992 de eerste Vlaamse werkgelegenheidsconferentie plaats gevonden, om een tripartite onderhandelingsproces op gang te trekken. Als gemandateerde vanuit de overheid heb ik daar geleerd om mij de finesses om te onderhandelen met de sociale partners eigen te maken. Zo heb ik geleerd om toch verbinding te leggen tussen die Vlaamse sociale partners om te komen tot een tripartite akkoord. Het eerste dateert van 1993 en dat is nu ongeveer een kwarteeuw oud. Daarna zijn er nog andere gevolgd o.a. over het arbeidsmarktbeleid, het loopbaanbeleid, het subregionaal economisch beleid, enzovoort.”

MVOVL: Begrijp ik het correct dat de openheid om samen te werken met de stakeholders van bij het ontstaan van de VDAB systematisch is geïntegreerd in de beleidsvoering? En klopt het dat het klimaat van openheid een belangrijke randvoorwaarde was voor stakeholderfora, maar ook voor het MVO-beleid vanuit de VDAB?

Fons Leroy: “Dat klimaat van openheid en wederzijds respect was inderdaad een vruchtbare bodem voor een duurzaam beleid, maar even belangrijk was de omkering van de managementaanpak ‘from the outside in’. Dat wil zeggen dat gelijk welke problematiek werd benaderd van de vragen, wensen, verwachtingen of behoeften van de stakeholders. We vertrekken dus niet +vanuit het belang van de eigen organisatie. Het is ook daarom dat ik wekelijks zelf gesprekken heb met werkzoekenden, dat ik ook nog altijd regelmatig bedrijven bezoek, enzovoort. Ik geef ook een paar keer per jaar les aan groepen van kwetsbare werkzoekenden, zoals bijvoorbeeld aan jonge vluchtelingen, om dat direct contact met onze klanten te houden. Op basis van die input kan ik dan zien of de grenzen van onze organisatie goed liggen of dat wij ze toch beter kunnen verschuiven. Dat is de taak van de afgevaardigd beheerder, dat kan ik niet vragen aan mensen die in operationele kaders werken. Het is de verantwoordelijkheid van de afgevaardigd beheerder om te zien in welke mate er buiten de lijntjes kan gekleurd worden. Gebeurt dat te veel, dan moeten de grenzen van de dienstverlening misschien verschoven worden. Met het oog op de doeltreffendheid van het beleid en de efficiëntie in de besteding van de mensen en middelen, moet het VDAB-aanbod voortdurend afgestemd worden op de wijzigende behoeften van klanten of veranderende maatschappelijke uitdagingen uit de sociaal-economische context.”

Lees het vervolg van dit interview in deel 2 over de rol van de VDAB in de aanpak van de krapte op de arbeidsmarkt én de filosofische onderbouw ervan.