De toekomst is aan duurzame aardappelen, groenten en fruit!

Net zoals vijf andere sectoren kreeg de AGF-sector (Aardappelen, Groenten en Fruit) eind vorig jaar steun van de Vlaamse overheid om een charter en handboek op te maken voor een circulaire en solidaire agrovoedingsketen. Zo wil de Vlaamse overheid de jarenlange duurzaamheidsinspanningen bekronen van FVPhouse, die de AGF-sector verenigt.

Om het belang van het nieuwe project juist te kunnen inschatten organiseerde MVO Vlaanderen (MVOVL) een groepsgesprek met Veerle Van Der Sypt en Nele Cattoor die samen Fresh Trade Belgium (of de deelsector van verse groenten en fruit), Vegebe (of de deelsector van de diepvries- en conservengroenten) en Belgapom (of de deelsector van de aardappelhandel – en verwerking) vertegenwoordigen en Anouk Van de Meulebroecke (Slidingdoors of het adviesbureau dat de sector begeleidde). In dit tweede deel van het interview vertelt het drietal waarover het nieuwe project gaat… In het eerste deel lees je meer over de MVO-sectorpaspoorten.  

MVOVL: Proficiat met de goedkeuring van jullie nieuwe project om bedrijven uit jullie sectoren duurzaamheidsverslagen te laten opmaken volgens het SDG-format. Hoeveel interesse hebben ze om deel te nemen aan het vervolgproject?

Veerle VDS: “Voor het vervolgproject hebben we beslist om één sectorpaspoort uit te brengen voor de AGF-sector (lees: Aardappelen, Groente en Fruit). We hebben beduidend meer respons gekregen. Opvallend is de grote verscheidenheid van de vijftien kandidaten. Logisch, omdat duurzaamheid afhangt van de grootte van het bedrijf, maar ook van verschillende productcategorieën (zoals aardappelen, diepvriesgroenten en kruiden) en exporteurs of importeurs. Ik heb onze leden ondertussen al verschillende keren gezegd: ‘Je haalt veel meer uit je duurzaamheidsverslag dan een tekst op papier laat vermoeden. Door een gerichte verzameling van data komen processen op een systematische manier in het vizier en zien alle betrokkenen kansen om verbeteringen aan te brengen.’ Er zitten heel wat relevante cijfers verspreid over verschillende diensten binnen een bedrijf, zoals de cijfers over milieu apart worden verzameld, naast cijfers over kwaliteit en de voedselveiligheid, of die over hr en opleidingsuren. Die hebben natuurlijk alles te maken met de drie P’s van duurzaamheid (People, Planet, Profit, n.v.d.r.), en het is daarom goed dat ze eens allemaal samengebracht worden, bijvoorbeeld voor het duurzaamheidsverslag.”

“Je haalt veel meer uit je duurzaamheidsverslag dan een tekst op papier laat vermoeden. Door een gerichte verzameling van data komen processen op een systematische manier in het vizier en zien alle betrokkenen kansen om verbeteringen aan te brengen.”

Anouk VDM: “Een duurzaamheidsrapport leert medewerkers met andere ogen naar hun bedrijf kijken. Ze weten natuurlijk waarmee ze bezig zijn, maar als ze dat in een cijfer of ratio gegoten zien, en ze een zekere evolutie merken, dan staan ze eens stil bij de lopende processen. En denken ze: ‘Kijk, dat hebben wij hier toch flink gerealiseerd.’ Of ze zien misschien net dat het bergaf gaat, waardoor ze sneller gemotiveerd zijn om extra inspanningen te leveren. Door de indicatoren op te volgen, ontstaat in het bedrijf een breder draagvlak voor het motto ‘meten is weten’ en voor het vinden van onderbouwde oplossingen.”

“Een duurzaamheidsrapport leert medewerkers met andere ogen naar hun bedrijf kijken. Ze weten natuurlijk waarmee ze bezig zijn, maar als ze dat in een cijfer of ratio gegoten zien, en ze een zekere evolutie merken, dan staan ze eens stil bij de lopende processen.”

MVOVL: Is er een gemeenschappelijke factor, die telkens terugkomt, bij de bedrijven die deelnemen aan jullie projecten en interesse tonen voor het duurzaamheidsthema?

Veerle VDS: “Ze hebben allemaal een bredere blik, die verder gaat dan de omheining van hun bedrijventerrein. Ze nemen engagementen naar hun stakeholders. Veel meer dan vroeger maakt duurzaamheid deel uit van hun missie en verwijzen de bedrijfswaarden ook naar een duurzaam gebruik van energie en grondstoffen. Vooral de grote bazen of eigenaars komen naar de huidige ledenvergaderingen van de AGF-sector over duurzaamheid. Dat wil zeggen dat in onze sector duurzaamheid steeds meer gedragen wordt door het volledige bedrijf.”

MVOVL: Zien jullie de laatste jaren in jullie sector een evolutie in de interesse voor duurzaamheid?

Anouk VDM: “Bedrijven kijken nu veel meer met een externe blik naar duurzaamheid. Vroeger was duurzaamheid iets voor de meer technische medewerkers, met een interne kijk op de zaak. Zij waren (en zijn) vooral bezig met het boeken van efficiëntiewinsten in operationele bedrijfsprocessen, om zo het milieu of energie maar ook kosten te sparen. De laatste tijd kijken ze vooral naar uitdagingen, die ze willen beantwoorden door te investeren in productontwikkeling bijvoorbeeld. Mydibel is een uitstekend voorbeeld op dat vlak. Sinds de start was dat aardappelverwerkend bedrijf doordrongen van de boodschap dat alles van de aardappel bruikbaar was: de zijkanten van de frietaardappel diende voor puree of chips, nieuwe producten die de consumenten wel konden smaken. Van de schil werd bio-energie gemaakt; dat gebeurde in de biovergister. De resten dienden als natuurlijke meststof voor de boer. Het bedrijf beantwoordde daarmee al aan uitdagingen in het kader van een circulaire economie, nog voor die term ingeburgerd was.”

“Bedrijven kijken nu veel meer met een externe blik naar duurzaamheid.”

Nele C: “Ook Warnez heeft die omslag gemaakt. Bij de opstelling van het laatste duurzaamheidsrapport was dat bedrijf tegelijkertijd bedrijfsgebouwen aan het bijbouwen. Toch legde het nog de flexibiliteit aan de dag om het voorziene productieproces te herdenken, waardoor de machines logischer in lijn konden geschakeld worden én het productieproces ook efficiënter zou kunnen verlopen. Bovendien werd ook van de gelegenheid gebruikgemaakt om voldoende ruimte en daglicht te voorzien voor de medewerkers. Wat illustreert dat het ook ingaat op sociale uitdagingen.”

MVOVL: Ondertussen kan de AGF-sector ook op de steun van de Vlaamse overheid rekenen om een project op te starten rond de introductie van de SDG’s. Daarvoor voorzien jullie de opmaak van een charter en handboek voor een circulaire en solidaire agrovoedingsketen. Is er al nieuws te melden?

Veerle VDS: “Op de startvergadering is al onmiddellijk geopteerd om eerder te focussen op de oprichting van een platform in plaats van een charter. Daarmee wil men de klemtoon leggen op een dynamische manier van kennisdeling en ervaringsuitwisseling. Bedrijven willen er ook met hun vragen terechtkunnen, waarbij ze rekenen op de betrokkenheid van andere bedrijven uit de sector om hen te inspireren of op weg te helpen om zelf verdere stappen te zetten. Ook het handboek zou minder als een standaard set van concrete richtsnoeren gezien worden, maar meer als een lijst van inspirerende best practices, vanuit de wetenschap dat de situatie van elk bedrijf toch weer anders is en dat elk bedrijf zijn eigen duurzaamheidsverhaal moet kunnen schrijven.”

Anouk VDM: “We zijn ook geïnspireerd door de aanpak van Fevia, die vanuit de dialoog met de stakeholders 19 uitdagingen identificeerde waaraan concrete ambities worden gekoppeld voor de hele sector. We overwegen nu ook om voor de AGF-sector de meest relevante uitdagingen te formuleren en er doelstellingen op sectorniveau aan te koppelen. Natuurlijk met dien verstande dat elk bedrijf daarbij de eigen accenten kan leggen.”

Wordt zeker vervolgd.