Milieu
Milieu is onze natuurlijke omgeving en die omgeving heeft invloed op ons. Maar mensen, en in grote mate ondernemers, hebben op hun beurt ook invloed op het milieu. Denk aan bedrijvigheid die leidt tot vervuiling, zoals smog of plastic soep. Maar ook de uitputting van fossiele grondstoffen en flora en fauna wordt een steeds groter probleem. Daarnaast tasten we de omgeving aan door bijvoorbeeld verstedelijking.
Een gemiddelde ondernemer oefent invloed uit op het milieu door:
- Grondstofgebruik voor bijvoorbeeld producten, verpakkingen en kantoorartikelen
- Energieverbruik voor elektriciteit, warmte en vervoer
- Waterverbruik
- Uitstoot van schadelijke stoffen als gevolg van mobiliteit, zoals CO2 en fijn stof
- Afvalstromen zoals bedrijfsafvalwater
- Geluidspollutie en externe geurhinder
- Bodemgebruik
- Impact op natuurlijke omgeving en/of biodiversiteit
- Externe emissies
Niet alleen de maatschappij verlangt steeds meer van ondernemers, ook de wetgever zorgt voor strengere regels. Vaak werkt nieuwe wetgeving als een stimulans om over te stappen op echt innovatieve en duurzame oplossingen. Ondernemers worden immers gedwongen om van hun oude processen af te stappen.
Bedrijven kunnen hun milieudruk verminderen door:
- Het energieverbruik te verminderen. Denk aan zuinige apparatuur, isolatie van bedrijfspanden, autogebruik ontmoedigen en minder reizen/meer communicatie op afstand.
- Uitsluitend groene energie te gebruiken. Onder andere voor verwarming, koeling, verlichting en vervoer.
- Afvalwater te zuiveren.
- De afvalstroom te beperken. Bijvoorbeeld door middel van minder verpakkingen, efficiënter gebruik van grondstoffen en printen ontmoedigen.
- Door de materialenkringloop te sluiten of afval als grondstof in te zetten
Om te bepalen waar de grootste milieuwinst te behalen is, kan een ondernemer uit de maakindustrie een levenscyclusanalyse (LCA) van zijn producten laten uitvoeren. Een LCA brengt in kaart wat gedurende de hele levensduur van een product - van wieg tot graf - de gebruikte grondstoffen zijn, welke emissies er plaatsvinden tijdens productie, transport en gebruik, en wat eventuele milieugevolgen zijn van het afdanken van het product. Met de uitkomst kunt u bepalen waar de verbetermogelijkheden liggen.
Ook als u zelf geen producent bent, heeft u iets aan een LCA. U kunt uw leveranciers vragen om een LCA uit te voeren, zodat u een betere keuze kunt maken bij duurzaam inkopen. Onder andere de partijen CE Delft, EcoChain, RoyalHaskoningDHV, TNO enPrimum kunnen u helpen bij het maken van een LCA.
Niet alleen tijdens het productieproces, maar ook in de gebruiksfase van een product kunnen producenten het verschil maken. Bijvoorbeeld door producten zo te ontwerpen dat er bij het gebruik ervan weinig energie nodig is. Of door consumenten de producten op de juiste manier te laten gebruiken.
Maar ook op andere gebieden leidt nadenken over energieverbruik in de gebruiksfase tot innovaties. Denk aan het voorbeeld van de verlichting van Philips, waarbij de dienst 'lichturen', ook wel 'pay er lux', wordt geboden in plaats van lampen. Hier spreekt men van product-dienst-innovatie. (lees meer)
Met behulp van een milieumanagementsysteem kunnen de milieueffecten van de bedrijfsvoering beheerst en verminderd worden. Een bekend internationaal milieumanagementsysteem is ISO 14.001. Daarnaast kunt u ook gebruikmaken van EMAS. Dat staat voor Eco-Management and Audit Scheme.
-
Biodiversiteit is de totale verscheidenheid aan leven op aarde. Die verscheidenheid is enorm en omvat mensen, dieren, planten en alle andere organismen. Biologen schatten dat er meer dan 40 miljoen soorten op de wereld zijn, waarvan we er enkel zo'n vier miljoen kennen.
-
CO2-uitstoot is sterk gerelateerd met energieverbruik en heeft een negatief effect op het klimaat. Bedrijven merken nu al de gevolgen van extreme weersomstandigheden in hun internationale toeleveringsketen. Denk daarbij aan misoogsten en het verschuiven van klimaatzones.
-
Materialen vormen de ruggengraat van onze economie. Ze zijn de dragers van onze productie- en consumptiepatronen. Maar dit materiaalverbruik legt een veel te hoge milieudruk op de aarde. Het soort materiaal, de herkomst en de gebruikte hoeveelheid zijn hierbij van belang.
-
In Vlaanderen is meer dan 84 % van de broeikasgasemissies een rechtstreeks gevolg van energiegebruik en -productie. Dringende actie is nodig, maar de betrokken domeinen, methodes en actoren zijn talrijk.
-
Bedrijven worden soms in verband gebracht met pijnpunten als lawaai- en geurhinder of mobiliteitsproblemen.
-
De mens oefent invloed uit op het klimaat door de emissie van stoffen als kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en lachgas (N2O). Deze stoffen houden warmtestraling van de aarde vast; de zogenaamde broeikaswerking die de opwarming van de aarde veroorzaakt.
-
Mobiliteit, of het geheel van verplaatsingen, vervoersmiddelen en -infrastructuur, is essentieel voor ondernemingen en voor de samenleving. Zowel transport dat gepaard gaat met de distributie van goederen (intern en extern) als het woon-werkverkeer behoren tot dit thema.
-
Bij de uitbating van een bedrijf krijgt men te maken met verschillende types waterstromen.
-
Bedrijven kunnen door hun activiteiten mogelijk het milieu vervuilen door ongewenste stoffen uit te stoten in de lucht: lood, kwik, vluchtige organische stoffen (VOS), zwaveloxiden (SOx), stikstofoxiden (NOx), dioxine en ozonafbrekende stoffen hebben effecten op het milieu en op de gezon