Winst is een sterke drijfveer. Maar wat als we bedrijven op een andere manier organiseren, zodat hun missie op de eerste plaats komt en de winst dus naar meer impact gaat?
MVO Debat: De transformatie naar duurzame productieketens, hoe ver staan we?
MVO Vlaanderen organiseert dit jaar vier debatten waarbij we mvo-experten samenbrengen rond een actueel thema. Het derde debat breekt door de bedrijfsmuren heen en kijkt naar hoe bedrijven vandaag hun productieketen verduurzamen en of deze inspanningen ook effectief vruchten afwerpen. We namen polshoogte bij Mieke Vercaeren, adviseur public affairs bij Colruyt, Arne Schollaert, hoofd politiek beleid bij Oxfam-Wereldwinkels, en Erik Mathijs, professor Landbouweconomie aan de KU Leuven.
MVO Vlaanderen: De voorbije decennia – en zeker de laatste jaren – hebben bedrijven steeds meer aandacht voor de milieu- en sociale omstandigheden in hun internationale productieketens. Hoe komt dit?
Erik Mathijs: Ik denk dat er verschillende oorzaken zijn. Enerzijds uit noodzaak, want als natuurlijke hulpbronnen eindig zijn, moet je daar als bedrijf rekening mee houden. Anderzijds omdat de markt er meer en meer om vraagt.
Mieke Vercaeren: Bij Colruyt zijn we vanaf 2001 aandacht beginnen schenken aan duurzaamheid in onze productieketen, naar aanleiding van enkele schandalen rond kinderarbeid in Azië bij sommige Westerse bedrijven. Maar ook NGO’s en sociale media hebben een belangrijke rol gespeeld. Als er vandaag een ramp gebeurt, komt iedereen het te weten. Er heerst de impliciete verwachting dat bedrijven hiermee bezig zijn.
MVO Vlaanderen: Elke supermarkt pakt tegenwoordig uit met biologische of eco-producten. Zijn retailers meer bezig met ecologische dan sociale aspecten?
Arne Schollaert: Het ecologische aspect is evidenter en hiervoor bestaat een breder bewustzijn. De urgentie en dus ook de kost die we op toekomstige generaties leggen lijkt veel groter. In de debatten die naar aanleiding van de verkiezingen gevoerd worden, komen ecologische thema’s wel aan bod, maar geen enkel debat zal de sociale of menselijke kosten van onze economie in het Zuiden aankaarten. De maatschappelijke druk achter die externe kost ligt lager.
Mieke Vercaeren: Ik voel dat niet zo aan. Onze bio- en ecoproducten hebben een grote zichtbaarheid in de winkel , maar de interne gevoeligheid en die van onze klanten rond sociale thema’s is minstens even groot, al dan niet groter. Wij krijgen bijvoorbeeld heel wat reacties van klanten rond onze sociale audits in het Zuiden. Ik heb ook het gevoel dat we op sociaal vlak al verder staan dan op milieuvlak.
MVO Vlaanderen: Hoe verklaart u dat?
Mieke Vercaeren: Het is makkelijker voor een bedrijf om ondersteund te worden voor sociale vraagstukken in de productieketen. Verschillende internationale groeperingen, zoals BSCI, hebben zich georganiseerd om sociale audits in productieketens uit te voeren. Voor milieugerelateerde uitdagingen is het veel complexer om hier een sectorbreed draagvlak voor te ontwikkelen. Er zijn nog niet veel tools of organisaties die een geïntegreerde aanpak hebben ontwikkeld rond het verminderen van milieu-impacten over de hele productieketen, en dat in een samenwerkingsverband.
MVO Vlaanderen: Werpen de duurzame initiatieven van Belgische bedrijven vruchten af in het Zuiden?
Arne Schollaert: Er gebeuren heel wat initiatieven, maar in de praktijk verandert er weinig. Zelfs wanneer koffieprijzen stijgen door droogte, heeft dit geen enkele impact op de levensomstandigheden van de koffieboeren. We gaan veel te traag en er zijn miljoenen kleinschalige producenten die in dramatische omstandigheden blijven leven.
MVO Vlaanderen: Wat loopt er dan fout en hoe moeten we het wél aanpakken?
Arne Schollaert: Vaak komt het neer op machtsconcentraties in de markt. Als we naar de cacaoindustrie kijken, heb je per productiegebied aan de Ivoorkust één speler die cacao aankoopt en die koper bepaalt de wetten. De boeren geraken hun cacao aan niemand anders kwijt omdat deze spelers de markt hebben gemonopoliseerd. Met andere woorden: de internationale markt wordt gedicteerd door slechts enkele bedrijven. Daarom kijken wij, vanuit Oxfam, naar internationale wetgeving. De Wereldhandelsorganisatie (WTO) moet ingrijpen bij te grote machtsconcentraties, zoals de Europese Unie dat doet onder het mededingingsrecht. Vandaag gebeurt dit niet. Het probleem is natuurlijk dat deze spelers zeer machtige lobbygroepen hebben op het internationaal toneel.
Erik Mathijs: We moeten vooral proberen de externaliteiten (nvdr. externe milieu- en sociale kosten, zoals pollutie en kinderarbeid) te internaliseren. Probleem is dat dit niet lukt, omdat de markt deze externaliteiten net negeert. Het blijft dus internationaal een heikel punt. Als we dit niet binnen de WTO kunnen opnemen, zitten we met een groot probleem.
MVO Vlaanderen: Het in kaart brengen en zelfs monetariseren van externaliteiten is aan een opmars bezig. Zo heeft PUMA enkele jaren geleden over heel zijn productieketen de kostprijs van het bedrijf aan de natuur berekend (zie de website van PUMA). Is ‘true pricing’ – waarbij de sociale en milieukosten van een bepaald product in rekening worden gebracht – een oplossing voor deze hele problematiek?
Erik Mathijs: Dergelijke internalisering zorgt ervoor dat je als bedrijf de juiste keuzes maakt in de keten, maar ook als consument. Doordat vandaag de prijs van een product niet de volledige weergave is van wat dat product kost aan de maatschappij, maakt eigenlijk iedereen de verkeerde keuzes. En dat is het kernpunt. Het gaat niet over subsidies en taksen. Je moet het prijssignaal laten spelen, maar wel in een bijgestuurde markt.
Arne Schollaert: Ik denk effectief dat eens je deze externaliteiten gaan internaliseren, je de kern van het probleem vat. Elk product dat verhandeld wordt, zou moeten vrij zijn van externaliteiten of die externaliteiten in zijn prijs moeten vatten. Heel wat bedrijven beginnen te beseffen dat zaken als luchtvervuiling, grondstofuitputting en mensonterende arbeidsomstandigheden een effectieve bedreiging betekenen voor het voortbestaan van hun eigen activiteiten. Maar een bedrijfsleider die er op zijn eentje voor kiest om deze externaliteiten te gaan internaliseren, prijst zichzelf gigantisch uit de markt. Als bedrijfsleider zou ik liever hebben dat er internationale regelgeving komt zodat deze kost voor iedereen geldt.
Mieke Vercaeren: Ik denk wel dat dit op een bepaald moment een oplossing kan zijn, maar vanuit de overheid wordt vandaag de focus beter gelegd op kennisontwikkeling.
MVO Vlaanderen: Legt u dit eens uit.
Mieke Vercaeren: Bij Colruyt proberen we ons assortiment per productgroep te verduurzamen en dat vraagt enorm veel analyse en expertise. Voor onze duurzame vis hebben we lang moeten zoeken naar een betrouwbare partner om heel dit traject mee af te leggen. Daarna volgt dan nog de jaarlijkse monitoring en het blijven bijsturen van het aankoopbeleid. Als je dit voor elke productgroep wil doen, vraagt dat bijna een mini universiteit binnen uw bedrijf.
MVO Vlaanderen: Kan samenwerking hier geen oplossing bieden?
Mieke Vercaeren: We proberen samen te werken, maar dit is niet makkelijk aangezien elke retailer een andere aanpak en strategie heeft. Wij kiezen om per productgroep te werken en dan moet je specifiek naar een oplossing beginnen zoeken met gespecialiseerde instellingen en universiteiten. Voor andere zaken, zoals certificering, werken we uiteraard wel samen op groepsniveau. Ook voor sociale audits kan samenwerking een grote impact hebben. Collega’s die sociale audits laten uitvoeren in de non-food sector, hebben systematisch de werkomstandigheden in hun fabrieken zien vooruitgaan.
MVO Vlaanderen: Als we het over kennisontwikkeling hebben, kijken we uiteraard naar hogescholen en universiteiten. Professor Mathijs, kan het onderwijs meer doen?
Erik Mathijs: Onderwijs en onderzoek zijn belangrijke hefbomen voor duurzame vooruitgang. We zien bijvoorbeeld in toegepaste en ingenieursopleidingen dat daar zeer veel aandacht aan wordt geschonken. Maar ik stel toch vast dat in economie en sociale wetenschappen dit nog te weinig aan bod komt. Tegenwoordig is er wel een keuzevak mvo, maar dat blijft heel minimaal. Ook in het onderzoek aan de faculteiten economie, maar ook rechten en sociale wetenschappen, zijn milieugerelateerde thema’s nagenoeg afwezig. Over de sociale thema’s kan ik me moeilijk uitspreken, maar de behandeling van milieuproblematiek in het onderwijs is echt problematisch.
Mieke Vercaeren: Nochtans krijgen wij massa’s vragen van jongeren en studenten hierover.
Erik Mathijs: Dat geloof ik graag. De interesse bij de jongere generatie is er zeker.
Arne Schollaert: Ik denk niet dat er in economische richtingen te weinig aandacht is voor kennisontwikkeling rond milieuthema’s. Milieu-economische papers heb ik bij de vleet. Het gebrek aan milieueducatie situeert zich vooral bij bedrijfskundige richtingen, waaronder de toegepaste economische wetenschappen. Op sociaal vlak is het zelfs nog veel erger, zelfs bij economische richtingen. Een econoom die een paper schrijft over sociale externaliteiten en dus op zoek gaat naar de prijs van een mensenleven, dat ligt natuurlijk zeer gevoelig.
MVO Vlaanderen: Met de internationale problematiek in gedachten, is het niet beter om terug meer lokaal te gaan aankopen?
Arne Schollaert: Het probleem hiermee is dat je de discussie over milieu impact gaat reduceren tot afstand. Studies tonen echter aan dat je meer CO2-uitstoot kan voorkomen door niet met de auto naar een grootwarenhuis te rijden, dan door het globaal transport van voeding. Het gevaar is ook dat we derdewereldlanden markt gaan ontzeggen. Ik vind het veel zinniger om het bewustzijn bij de consument te gaan verhogen om seizoensgebonden te gaan kopen. In februari hebben asperges uit Peru een lagere milieu-impact dan die uit België, maar de vraag is: moeten we wel asperges in februari kopen?
MVO Vlaanderen: Wat is jullie standpunt over duurzame labels en certificering?
Mieke Vercaeren: Labels bieden een garantie voor zowel het bedrijf als voor de consument dat de informatie over een bepaald product klopt. Ik denk echter dat het tijdperk van labels eindig is. Op een bepaald moment moeten we mainstream gaan en worden labels overbodig.
Erik Mathijs: De consument geraakt door de hoeveelheid labels niet noodzakelijk beter geïnformeerd, dus ik denk dat die ook vragende partij is voor een andere oplossing.
Mieke Vercaeren: Inderdaad, en we kunnen niet op alle verpakkingen de resultaten van onze audits gaan zetten. De vraag is: hoe kunnen we een correcte, betrouwbare boodschap aan onze consument meegeven zonder een label te gebruiken? Dat is nog niet duidelijk.
MVO Vlaanderen: Tot slot, wat kunnen bedrijven – groot en klein – doen om hun productieketen te verduurzamen?
Erik Mathijs: Het is essentieel om ruimte en kennis te creëren door in te stappen in projecten en samen te werken met anderen.
Mieke Vercaeren: Pilootprojecten opzetten, daar leer je heel veel uit. Laat je bij deze ketenprojecten ook voor een stuk (extern) ondersteunen om zo inzicht krijgen in de verschillende problematieken. Het is namelijk niet simpel voor werknemers die hun hele leven goederen hebben aangekocht, om ineens de hele wereldproblematiek op hun bord te krijgen.
Lees ook onze overige MVO debatten: