Maatwerkbedrijven nog te weinig bekend in zorgsector
Steeds meer zorgorganisaties schakelen maatwerkbedrijven in. Toch is er nog een weg te gaan, vindt Francis Devisch, directeur van koepelorganisatie Groep Maatwerk. “Mvo betekent ook investeren in de tewerkstelling van mensen met een handicap. Die tewerkstellingsgraad is nog te laag.”
Hoe ziet u de link tussen mvo, maatwerk en de zorgsector?
“Mvo is een belangrijk aspect bij alle bedrijven die beroep doen op maatwerkbedrijven. Dat merk je wanneer klanten getuigen over een samenwerking met ons.
Ik moet er wel bijzeggen dat het geen doorslaggevend argument is. De tewerkstelling voor mensen met een handicap is voor hen mooi meegenomen, maar ze doen evengoed beroep op ons omwille van de kwaliteit en de correcte prijzen waaraan we werken. Bedrijfseconomisch moet het verhaal blijven kloppen, natuurlijk.”
Wat betekent mvo binnen maatwerk?
“Mvo houdt ook in: iedereen mee laten draaien op de arbeidsmarkt. Ik denk dat we in Vlaanderen op dat vlak nog een weg te gaan hebben. Zeker als je kijkt naar de tewerkstelling van mensen met een handicap. Die tewerkstellingsgraad is heel laag. Het zit onder de veertig procent. Als je weet dat we streven om de zeventig procent boven te geraken, dan is het duidelijk dat het nu nog heel beperkt is. Dus mvo is zeker ook investeren in de tewerkstelling van personen met een handicap.”
“Anderzijds moeten wij zelf ook maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat zijn we verplicht aan onszelf. Dat we sterk zijn in de tewerkstelling, de begeleiding en het optimaal benutten van de talenten van mensen met een arbeidshandicap spreekt voor zich. Maar we moeten nog verder durven gaan.
Nu het maatwerkdecreet er is, gaan we bijvoorbeeld aan GRI-rapportering moeten doen. Een aantal maatwerkbedrijven zijn daar al actief rond bezig (zoals je bijvoorbeeld op de websites van Amival en Bewel kunt zien, red.). De doelstelling is nu dit naar de hele sector te verspreiden.”
Hoe verloopt dat proces?
“De eerste stap was een ESF-pilootproject. Dat is nu afgerond. We merkten dat een aantal (voormalige) beschutte werkplaatsen voorloper waren, vooral op milieuvlak. Er zijn er die het charter duurzaam ondernemen hebben. Toch zijn er ook nog een heel aantal die stappen moeten zetten. De GRI-rapportering kan een duw in de rug zijn.”
Waar liggen de aandachtspunten?
“Ook wij worden geconfronteerd met de vraagstukken rond het betrekken van stakeholders bij ons beleid.
Een van de zaken die we zien, is onze inplanting. Een behoorlijk deel van de maatwerkbedrijven zijn ingeplant aan een bedrijventerrein. Je hebt nog een aantal anderen die ingeplant zijn aan zorginstellingen, vaak als voortvloeisel uit een kleinschalig initiatief. Op dat moment moet je met je stakeholders en je buurt samenzitten. Hoe je het vrachtverkeer op een verantwoorde manier doen kunt laten verlopen, bijvoorbeeld.
We zien wel meer en meer een interesse voor onze maatwerkbedrijven vanuit de stakeholders in de buurt, zoals scholen die een bezoek brengen, studenten die een eindwerk willen maken rond de werknemers, … Daarnaast zijn ook onze werknemers stakeholders. Al denk ik wel dat we op dat vlak al een heel goed sociaal overleg hebben.”
Waar liggen de opportuniteit in de zorgsector?
“Ik denk dat we als sector moeten inspelen op de groei van de zorgsector. Die komt er onvermijdelijk door de vergrijzing. Het is voor ons een kans om in de zorg nog actiever te zijn.
Vandaag zijn maatwerkbedrijven reeds actief in de zorgsector: groenonderhoud en poetsen bij rusthuizen, ziekenhuizen en scholen, lakens wassen voor ziekenhuizen, … Het is slechts een greep uit de activiteiten die we vandaag reeds doen voor de zorginstellingen. Maar natuurlijk kunnen en moeten we dat activiteitenpallet uitbreiden.”
Ziet u nog bepaalde trends?
“Een maatwerkbedrijf heeft nu pakweg honderd klanten. Vroeger waren ze verbonden met slechts een enkele klant. Daarbij zien we dat onze traditionele activiteiten aan het verdwijnen zijn. Een aantal, vaak heel arbeidsintensieve activiteiten, verplaatsen zich naar het buitenland. We moeten dus op zoek naar nieuwe activiteiten. Dat zal creativiteit vergen. Je kunt kinderboerderijen of sociale restaurants oprichten, maar dat de energie je daarin steekt, compenseert in verhouding nooit het aantal arbeidsplaatsen die je kwijt bent doordat een activiteit van een grote klant wegvalt. Daar zitten we met een grote uitdaging.
Ik merk ook dat er een soort vervaging komt. Binnen de zorg zie je dat ze mensen onder het mom van een zinvolle dagbesteding ook aan het werk houden. Er ontstaat daar een grijze zone. Het is toch wel een belangrijk perspectief.”
Groeit de markt van de maatwerkbedrijven?
“Ja, maar heel traag. We bekijken al een paar jaar hoe we een actievere rol kunnen spelen in de zorgsector. Dat is niet evident. Theoretisch lijkt het een heel aantrekkelijke sector, maar in de praktijk is het echt heel hard zoeken.
De hinderpalen? De mogelijkheden van maatwerkbedrijven zijn nog te weinig bekend. Er bestaat nog altijd het idee dat een maatwerkbedrijf een soort bezigheidstherapie biedt voor haar werknemers. Terwijl maatwerkbedrijven performante ondernemingen zijn, die aan de hoogste kwaliteitsnormen moeten voldoen. Als we werken voor de pharma, dan moeten ook wij voldoen aan alle kwaliteitseisen die gelden voor reguliere bedrijven. En terecht!
Mensen die voor het eerst een maatwerkbedrijf bezoeken, trekken vaak grote ogen. En dat is meteen een uitnodiging voor iedereen. Neem contact op met een maatwerkbedrijf in uw buurt en ontdek zelf wat daar allemaal mogelijk is. Je zult versteld staan.”