Red de oceanen met een zelfgemaakte wasmachinefilter
Met een wasmachinefilter hopen industriële ontwerpers van het Kortrijkse bedrijf Creax wasbeurten te vrijwaren van microplastics.
Die komen namelijk los van je synthetische kledij. Hun filteroplossing, die ze Fiylter gedoopt hebben, viel eerder in de prijzen en kan je gewoon zelf maken.
Beeld je een stad in met de omvang en allure van Berlijn. Drukke straten, trendy outfits, volle vuilnisbakken. Overal plastic koffiebekers, want een stad als Berlijn is hip en in hippe steden drink en mors je koffie on the go, helaas niet altijd in herbruikbare verpakking. Krijg dat er maar eens uitgewassen.
Bijna vier miljoen inwoners. Niet elk gezin zal zijn eigen wasmachine hebben, maar toch, beeld je eens in hoeveel wasjes er elke dag gedraaid worden om de outfits van al die inwoners proper te houden.
De wasmachines in Berlijn produceren zoveel microplastics per dag als het equivalent van een half miljoen plastic zakjes.
Dat blijkt uit research van Creax, een creatief innovatiebureau uit Kortrijk. Plastic koffiebekers in volle vuilbakken niet eens meegerekend.
Het is een van de cijfers die Creaxmanager Mathieu Mottrie en projectontwikkelaars Simon Desnerck en Louis-Philippe Vancraeynest, beiden industrieel ontwerper, aanhalen als we hen via Zoom spreken over hun inspanningen om die hoeveelheid microplastics terug te dringen.
“Creax is een consultancybedrijf en werkt meestal in opdracht van klanten”, licht Mottrie toe bij wijze van inleiding. “Op basis van research proberen we problemen ten gronde te begrijpen en zoeken we oplossingen, vaak over sectoren heen. Af en toe is er tijd over om een eigen project op te zetten, eigen oplossingen te creëren voor maatschappelijke problemen, zoals onze Fiylter.”
Welk probleem willen jullie daarmee graag de wereld uithelpen?
Simon Desnerck: “Toen wij met het ontwerp van onze wasmachinefilter begonnen in 2018, was er veel minder aandacht voor de plastic soep in onze oceanen. Iedereen denkt aan dobberende PET-flessen, maar microplastics vormen eigenlijk een groter probleem. Dat zie je niet, maar het is er wel.”
Louis-Philippe Vancraeynest: “De voornaamste oorzaak ligt bij de kunststof vezels van onze kleding. Telkens je je kleding wast, slijt dat textiel, waardoor de vezels stelselmatig verwijderd worden. Die vezels lopen weg met het afvalwater. Zo komen ze in onze waterlopen en oceanen terecht. Dat probleem willen we verhinderen door de vezels op te vangen op voorhand: we filteren ze eruit.”
Simon Desnerck: “Ons doel was om meer bewustzijn te creëren. Microplastics vonden we een onderbelichte problematiek. Net daarom hebben we deelgenomen aan een internationale wedstrijd van Braun, die we gewonnen hebben. Onze uitvinding is qua ontwerp niet per se een hoogstandje, maar het idee erachter dringt door.”
Hoe werkt de Fiylter juist?
Louis-Philippe Vancraeynest: “De Fiylter is een doe-het-zelf-project: je kan hem zelf maken met producten die niet moeilijk te vinden zijn en hem zelf bevestigen aan de afvoer van je wasmachine.”
Mathieu Mottrie: “We kwamen uit bij materialen die weinig kosten. Dat leek ons ideaal om een groter bereik te hebben. Dit project heeft geen commerciële inslag, maar vertrekt vanuit onze overtuiging dat ook wij ons steentje moeten bijdragen voor een proper milieu.”
Louis-Philippe Vancraeynest: “Je hebt maar drie dingen nodig. Eerst zoek je een soort koppelstuk om de filter te bevestigen aan de uitlaat van de wasmachine. Wij kiezen voor een metalen ring, maar het kan eender welk soort draad zijn.”
Simon Desnerck: “Je hebt ook een opvangbuffer nodig, want je wasmachine duwt veel water tegelijkertijd naar buiten dat niet zomaar door de filter kan. Daarvoor kan je een container of gewoon een fles gebruiken.”
Louis-Philippe Vancraeynest: “Voor de filter zelf kan je gewoon een sok gebruiken, bij voorkeur niet in synthetische stoffen zoals polyester. Het ideale filtermateriaal is een soort zwembadfilter. Daar hebben we onze inspiratie voor dit project gehaald.”
Ook dit project is dus geïnspireerd over de sectoren heen?
Louis-Philippe Vancraeynest: “We willen iets tegenhouden, namelijk microplastics. Dus gaan we kijken waar er al filters bestaan. Zo kwamen we uit bij filteroplossingen in andere sectoren, zoals in zwembaden.”
Mathieu Mottrie: “Ons devies? Elk probleem is ooit al eens door iemand opgelost. Het is aan ons om de juiste oplossingen aan de juiste problemen te koppelen.
Bedrijven hebben een paardenbril op, ze kijken niet verder dan hun neus lang is. Door kennis uit andere sectoren te benutten kunnen ze ook hun eigen problematieken aanpakken. Zo hebben we eerder technologie gebruikt uit de bandensector om een probleem in de kaasindustrie op te lossen: de techniek die gebruikt wordt om rubber te snijden, helpt ook om sneller kaas te snijden.”
Simon Desnerck: “Net daarom vertrekken we vanuit onderzoek. Meer dan de helft van onze tijd gaat daarnaartoe. Je kan pas een goede oplossing vinden als je goed het probleem identificeert.”
Heb je er zicht op of jullie uitvinding, naast internationale erkenning, ook impact heeft bij de mensen thuis?
Louis-Philippe Vancraeynest: “Een aantal mensen vroegen achteraf meer uitleg. Leerkrachten bijvoorbeeld, die er in de les mee aan de slag willen. Mensen die meer uitleg vroegen, hebben we een lijst met tips en tricks bezorgd.”
Simon Desnerck: “Deze Fiylter is maar een eerste mogelijkheid om het probleem op te lossen. Wij hopen dat we bedrijven kunnen inspireren om verder onderzoek te doen. Onze hoop voor de toekomst is dat het de norm wordt dat fabrikanten wasmachinefilters moeten inbouwen, net zoals de auto-uitstoot ook beperkt moet zijn.”
Kunnen overheden mee druk zetten, door filters te verplichten?
Simon Desnerck: “Dat lijkt me meer langetermijnvisie, dat gaat niet van vandaag op morgen. De beste impuls lijkt me een klant die er vaart in wil steken: als een wasmachine- of wasproductenproducent aanklopt met de vraag om op korte termijn bredere oplossingen te definiëren, lijkt ons dat de ideale motivator om dit project verder te zetten.”
Mathieu Mottrie: “Wij voelen ook dat duurzaamheid steeds meer een evaluatiecriterium is voor bedrijven om projecten op te zetten. Multinationals vragen bijvoorbeeld naar alternatieve grondstoffen en gerecycleerd materiaal, bijvoorbeeld als verpakking, omdat de toepassingen van nieuw plastic die ze nu gebruiken op termijn uitgefaseerd zullen worden.”
Louis-Philippe Vancraeynest: “Vaak zien ze bedrijven het als win-win: als je iets energie-efficiënter maakt, is dat niet enkel goed voor het imago, maar ook de kostenbesparing is mooi meegenomen.”
Simon Desnerck: “Toch heb ik het gevoel dat ze daar vooral vanuit marketingperspectief aandacht aan besteden. Bedrijven liggen niet altijd wakker van duurzaamheid, maar hun consumenten steeds meer. Daar moeten en willen bedrijven op inspelen.”
Creax bestaat al twintig jaar. Is er op zijn minst meer aandacht voor duurzaamheid in vergelijking met jullie beginjaren?
Mathieu Mottrie: “Het is zeker en vast gegroeid, maar niet zo exponentieel als men soms beweert of verwacht. Het is nice to have, maar nog steeds geen must have. Bedrijven willen een zekere return, als is het maar in imago. Ze nemen het mee, maar zien het niet als beslissende factor.”
Louis-Philippe Vancraeynest: “Ofwel moeten consumenten druk zetten, ofwel moet het verplicht worden. Pas als verandering van buitenaf komt, zullen bedrijven écht geïnteresseerd zijn om duurzame innovaties door te voeren.”
Simon Desnerck: “Zeker de impact van consumenten is niet te onderschatten op productontwikkeling. Het belangrijkste is dat het probleem opgelost geraakt. Door de boodschap binnen te brengen bij de mensen thuis, hopen we deze problematiek meer draagvlak te geven.”