Gezondheidsdiensten en -instellingen
Gezondheidsdiensten- en instellingen is een vlag die een brede lading dekt. Tot deze sector rekenen we immers:
- ziekenhuizen
- rusthuizen
- gezins- en bejaardenhulp
- jeugdbijstand
- gehandicaptenzorg
- welzijnswerk
- kinderopvang
- centra voor geestelijke gezondheidszorg
Eind 2013 telde deze sector zo’n 331.000 arbeidsplaatsen en ongeveer 29.000 zelfstandigen.
Zorginstellingen staan van nature op een bewuste manier in de samenleving. Hun kernactiviteit – mensen genezen of verzorgen – is uit zichzelf een maatschappelijke taak. Zorgverlening is in de kern dus maatschappelijk verantwoord. Toch liggen er nog volop kansen tot verduurzaming. Maar ook uitdagingen.
(Duurzaamheids)uitdagingen
Een niet onbelangrijk gegeven als het gaat om gezondheid en welzijn is het feit dat we met z’n allen langer leven. Volgens de OESO bedroeg de levensverwachting van Belgische mannen eind 2013 78,1 jaar. Vrouwen doen er nog vijf jaar bij en mogen rekenen op de gezegende (gemiddelde!) leeftijd van 83,2 jaar. De gezondsheidsdiensten en – instellingen, en samen met hen de overheid, staan dus voor de uitdaging om iedereen te kunnen blijven helpen.
Dat vergt niet enkel middelen maar ook medewerkers om die groeiende zorgbehoefte op te vangen. Maar is de gezondheids- en welzijnssector nog een aantrekkelijke werkgever? De werkdruk komt immers regelmatig in het nieuws.
De publicatie ‘Sectorprofiel werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg 2004-2013’ van de Stichting Innovatie en Arbeid besluit als volgt: “Werkbaar werk houdt in dat je door het werk gemotiveerd wordt en voldoende kansen krijgt om bij te leren. Het houdt ook in dat je er niet overspannen van wordt en dat er ruimte blijft voor het gezin, vrienden en hobby’s. In 2004 heeft 56,1% van de werknemers in de gezondheids-en welzijnszorg werkbaar werk, in 2013 is dat 58,8%. De andere werknemers worden geconfronteerd met één of meerdere werkbaarheidsproblemen: werkstress (29,6%), motivatieproblemen (11,8%), een gebrek aan leerkansen (14,9%) of problemen om werk en privé op elkaar af te stemmen (8,6%).”
Een zorginstelling is bijna een samenleving op zich. De instelling bestaat vaak uit meerdere gebouwen, waar veel mensen werken en verblijven. Door maatschappelijk verantwoord te werk te gaan kan een zorginstelling veel impact genereren op gebieden als:
- duurzaam inkopen
- energiebesparing
- afvalvermindering (denk aan voedselresten, medicijnresten, incontinentiemateriaal,…)
- delen van ondergebruikte apparatuur.
Eigen ‘onderzoek’ ten slotte wees uit dat zorginstellingen drie hordes moeten nemen om daadwerkelijk mvo in te passen in hun dagelijkse werking:
- bepalen wiens verantwoordelijkheid mvo is
- een intern draagvlak opbouwen
- mvo integreren ook al is duurzaamheid geen prioriteit in de keuze van de patiënt voor een bepaalde zorginstelling.
Links
- VIVO (Vlaams Instituut voor Vorming en Opleiding in de social profit)
- Gids klimaatadaptatie in de zorg
- MVO Nederland over de zorg- en welzijnssector
- Sectorprofiel werkbaar werk
- Vlaanderen.be over gezin, welzijn en gezondheid
- Health at a Glance 2015 - OESO
- Leeftijdsbewust werken in de social profit
- RIZIV
Published on
10 augustus 2015Gerelateerde thema's
(Sociale) innovatie Diversiteit HR Ontwikkeling van werknemers Veilige en gezonde werkplek Werkbaarheid WerknemersbetrokkenheidDeel deze pagina
Gerelateerde inhoud
-
Leuven is een van de zes steden die kans maken om zich een jaar lang European Capital of Innovation te noemen. De Europese Commissie reikt de iCapital Award uit aan de stad die innovatie het beste inzet om de levenskwaliteit van haar inwoners te verbeteren.
De zes finalisten zijn Aarhus, Athene, Hamburg, Leuven, Toulouse en Umeå. Op 6 november wordt een van deze steden in Lissabon uitgeroepen tot Europese iCapital 2018.
-
De CSR Monitor, een recente bevraging bij 640 bedrijven in België, toont aan dat niet enkel grote bedrijven, maar ook kmo’s willen bijdragen aan een leefbare en duurzame wereld. Voor hen schreven Bob Elsen en Nathalie Bekx het praktische inspiratieboek ‘Reis naar duurzaam ondernemen, met de SDGs als kompas’, dat pas in de boekhandels ligt.
-
Deze column is, met instemming, gebaseerd op teksten van Jan Bossuyt over het waardengedreven ondernemen. De eindredactie werd verzorgd door MVO Vlaanderen. In deze tekst staan de dromen van nieuwe ondernemers centraal.
In de vorige bijdrage kon u kennis maken met zijn doorleefde kijk op het ondernemen en vertelt hij hoe hij moed als de échte kracht van het ondernemerschap ziet.
-
Deze column is grotendeels gebaseerd op teksten van Jan Bossuyt over het waardengedreven ondernemen. De eindredactie werd verzorgd door MVO Vlaanderen. Hierin staan de aantrekkelijke kanten van nieuwe ondernemers centraal.
In de vorige bijdrage kon u kennis maken met zijn doorleefde kijk op het ondernemen en vertelt hij over de bezieling van nieuwe ondernemers.
-
Fons Leroy, afgevaardigd bestuurder van de VDAB, is ervan overtuigd dat de instrumentalisering van het beleid te zwaar weegt. Er gaat m.a.w. te weinig aandacht naar de waarden, zoals gelijke kansen, verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van de eigen capaciteiten, openheid voor samenwerking, enz. Vanuit die inspiratie is hij met de VDAB ook op de kar van duurzame ontwikkeling gesprongen. Ze bekijken de toestand vanuit de uitdagingen (Outside In) en vertalen ze naar opdrachten van het VDAB Agentschap. Waarom en hoe laten we hem zelf vertellen. Dit is het eerste deel van het interview. Het tweede deel volgt.
-
Fons Leroy, afgevaardigd bestuurder van de VDAB, is ervan overtuigd dat de instrumentalisering van het beleid te zwaar weegt. Er gaat m.a.w. te weinig aandacht naar de waarden, zoals gelijke kansen, verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van de eigen capaciteiten, openheid voor samenwerking, enz. Vanuit die inspiratie is hij met de VDAB ook op de kar van duurzame ontwikkeling gesprongen. Ze bekijken de toestand vanuit de uitdagingen (Outside In) en vertalen ze naar opdrachten van het VDAB Agentschap. Dit is het tweede deel van het interview. Het eerste deel kan je hier lezen.