GRI- Richtlijnen voor duurzaamheidsverslaggeving
De GRI richtlijnen zijn opgesteld om een algemeen aanvaard systeem voor duurzaamheidsverslaggeving te creëren zodat organisaties periodiek op een uniforme en transparante manier kunnen communiceren over de economische, milieugebonden en sociale prestaties, aan interne en externe stakeholders.
Ontwikkeling
Het Global Reporting Initiative (GRI) of het initiatief voor duurzaamheidsverslaggeving is een multi-stakeholderinitiatief dat in 1997 werd gelanceerd door CERES en UNEP. Het is een wereldwijd netwerk bestaande uit duizenden deskundigen, afkomstig uit het bedrijfsleven, werknemersorganisaties, investeerders, beleggers, maatschappelijke organisaties, de accountancy-sector, de academische wereld en anderen, die deelnemen aan werkgroepen en raadgevingsorganen van GRI. GRI streeft ernaar om via consensus continue verbeteringen aan te brengen en duurzaamheidverslaggeving wereldwijd toe te passen. In 2006 werden de principes van de derde generatie richtlijnen (G3 Guidelines) gepubliceerd en in 2011 werden deze richtlijnen geüpdatet (3.1. Guidelines). De publicatie van de vierde generatie richtlijnen (G4 Guidelines)gebeurde op de Global GRI Conference 2013 .(GRI3 RG, 2006, p4; GRI 3.1 RG, 2011 en GRI, 2011).
Doelstelling
Eén van de belangrijkste doelstellingen van GRI is om een algemeen aanvaard systeem voor duurzaamheidsverslaggeving te creëren zodat organisaties periodiek op een uniforme en transparante manier kunnen communiceren over de economische, milieugebonden en sociale prestaties, aan interne en externe stakeholders. Het verslag dient een evenwichtige en realistische weergave te zijn van de duurzaamheidsprestaties van een organisatie en omvat zowel positieve als negatieve elementen (GRI, 2011).
Het opstellen van een duurzaamheidsverslag volgens de GRI-principes levert een organisatie tal van voordelen op. Het geeft de organisatie de kans om verslag uit te brengen over hun engagement in duurzame ontwikkeling. De organisatie krijgt een duidelijker beeld van welke positieve of negatieve invloed ze zelf kan uitoefenen op duurzame ontwikkeling. Het wordt mogelijk om de prestaties binnen en tussen organisaties op te volgen over een langere termijn. Door het opstellen van een duurzaamheidsverslag kan een vergelijking en beoordeling worden gemaakt met betrekking tot wetgeving, officiële normen, codes, prestatiestandaarden en vrijwillige initiatieven (GRI, 2006, p5; GRI, 2011, p3 en GRI 2011).
Richtlijnen
Het GRI-verslaggevingsraamwerk is ontworpen voor elke organisatie, ongeacht de omvang, de sector of de locatie. Het systeem is op een dergelijke manier opgesteld dat het zowel voor kleine als voor grote ondernemingen met een geografische spreiding bruikbaar is (GRI 2011).
De hoeksteen van het raamwerk bestaat uit “de richtlijnen voor duurzaamheidsverslaggeving”. In het deel van deze richtlijnen wordt meer informatie en aanbevelingen gegeven over de inhoud, de kwaliteit en de afbakening van het verslag. Het tweede gedeelte bestaat uit de drie grote categorieën: strategie en profiel, managementbenadering en de prestatie-indicatoren (waarvan een overzicht in Bijlage 5 is gevoegd). De prestatie-indicatoren zijn onderverdeeld in zes verschillende subgroepen (economische prestaties, milieuprestaties, arbeidsomstandigheden en volwaardig werk, mensenrechten, maatschappij en productverantwoordelijkheid) met elk een set specifieke prestatie-indicatoren. Binnen elke subgroep wordt een onderscheid gemaakt tussen kernindicatoren en aanvullende indicatoren. De kernindicatoren worden verondersteld voor de meeste bedrijven relevant te zijn. Bij elke subgroep prestatie-indicatoren hoort een indicatorprotocol met definities, richtlijnen… ter ondersteuning bij het samenstellen van de prestatie-indicatoren. Bij problemen kunnen de technische protocollen geraadpleegd worden.
Naast de algemene richtlijnen, werden er voor verscheidene sectoren ‘aanvullende sectorspecifieke richtlijnen’ opgesteld. Bij de sectorsupplementen werden een aantal indicatoren aangepast naar de specifieke noden van de sector of werden er indicatoren toegevoegd. Het doel van deze sectorsupplementen zijn: de nood om over sectorspecifieke inhoud te kunnen rapporteren, de mogelijkheid om duurzaamheidsinspanningen in een sector te verbeteren en de mogelijkheid om het aantal en de kwaliteit van de duurzaamheidsrapporten binnen een sector te verbeteren.
Niveau
Bij het opstellen van een duurzaamheidsverslag biedt GRI organisaties de mogelijkheid om een keuze te maken hoe uitgebreid het verslag zal zijn. Afhankelijk van het aantal gebruikte indicatoren behaalt de organisatie niveau A, B of C. Veel bedrijven kiezen ervoor om eerst te rapporteren over de meest haalbare en praktische onderwerpen. Indien een organisatie streeft naar een continue verbetering van het duurzaamheidsverslag, kunnen steeds meer indicatoren worden opgenomen om een hoger toepassingsniveau te bereiken
Instrumenten
Meer informatie kan gevonden worden op de site van Global Reporting Initiative. Het is mogelijk de verschillende richtlijnen te downloaden.
Bron: "Duurzaam ondernemen zichtbaar en doenbaar maken in Vlaanderen.", Onderzoeksrapport januari 2012