Laat ons de toekomst in de handen van onze jongeren leggen

Op 24 september vond de tweede editie plaats van het SDG-Forum Belgium. John Elkington, een wereldautoriteit op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzame ontwikkeling, opende het geslaagde event. Tijdens een sterke keynote vertelde hij de duizend aanwezigen waarom het tijd is om het managementconcept ‘Triple Bottom Line’ heruit te vinden. Wij gingen er verder op in tijdens een gesprek met de sympathieke Brit.

De ‘Triple Bottom Line’ (3 P’s) bieden volgens u geen antwoord meer op de nieuwe missie. Wat is nu precies die nieuwe missie waarover u sprak?

“In juni van 2018 stelde ik in Harvard Business Review de Triple Bottom Line in vraag. Maar dat wil niet zeggen dat dit mangementconcept niet van waarde is geweest. Ik ben echt wel overtuigd dat het een verschil heeft gemaakt. Maar het was misschien eerder een signaal voor de mensen.

Nu moeten we daarover echt weer gaan nadenken. We moeten anders gaan denken. Een van mijn bedenkingen rond de Triple Bottom Line gaat over de evenwichtsoefening die ze inhoudt. Je kunt de economische waarde afwegen tegenover de sociale waarde en tegenover de ecologische waarde. Wat we hebben gezien is dat er minder gewicht bleef hangen aan het sociale of aan het milieuaspect. Bij het economische aspect was dat net andersom.”

“Eigenlijk was de intentie van de Triple Bottom Line om een nieuw systeem te creëren. Ik vind het fascinerend om te zien hoe het kapitalisme daardoor meer en meer in vraag wordt gesteld. Ik was pas in de luchthaven van Kopenhagen en zag daar een grote gele band rond de Financial Times. Daarop stond: ‘CAPITALISM. Time for a reset. Opeens dringt het sterker door bij de mensen op verschillende manieren. Harvest Business Review zei dat het voor het eerst was dat een managementconcept in vraag werd gesteld. Het moedigt mensen aan om er wat verder over na te denken. Het is nu tijd om het anders te benaderen.”

Omdat er - zoals u tijdens uw keynote zei - een ‘new era of urgency’ is?

De ngo’s en activisten riepen voor lange tijd op tot actie rond verschillende thema’s, zoals mensenrechten, corruptie en milieuvervuiling. Maar je kunt deze verschillende thema’s nu niet langer onderverdelen in verschillende silo’s of challenges. Ze zijn nu allemaal verbonden met elkaar.

Wat is het probleem nu? Mensen, inclusief politieke leiders, worden angstig. Ze zien de wereld waarin ze opgroeiden, de industrieën waarin ze investeerden - en dus hun kapitaal - bedreigd. Daar gaan ze heftig tegen in verweer. Dat zien we alsmaar vaker. Ik denk dat we voorbereid moeten zijn om hierop te reageren en hen aan te moedigen om het anders te zien. Hopelijk een rooskleurigere toekomst. Sommige industrieën zullen echter verdwijnen. Ze moeten verdwijnen. De steenkoolindustrie bijvoorbeeld zal moeten verdwijnen.”

Tijdens het debat vreesde Pieter Timmermans (VBO) dat de economische vooruitgang van de bedrijven zo zal stokken. Maar is ‘voortuitgang’ niet bijna een filosofische vraag? Betekent een stap terug of een stap in een andere richting misschien net vooruitgang?

“Wat hij terecht opmerkte was dat de mensen tegenwoordig langer leven. Dat betekent dus simpelweg dat we de wereld in klimaatchaos langer zien verwoest worden. Ja, we leven langer. Mijn vader overleed wanneer hij 98 jaar was. Mijn moeder leeft nog en ze is 97. Op een manier kun je dat bestempelen als vooruitgang.

Maar het is een ander ‘wicked problem’. De middelen die we moeten investeren in bijvoorbeeld gezondheidszorg voor de groeiende populatie in Europa, zullen toenemen. Dat zal ervoor zorgen dat er meer belastingsinkomsten nodig zullen zijn. Weet je, mijn beide ouders – en ik zie hen graag – stemden voor Brexit. Waarom? De wereld waarin ze opgroeiden is fading. Eigenlijk zouden ze zelfs geen stem hebben moeten geven. Ik heb hen dat ook gezegd. Op een gegeven moment moeten we onze toekomst in de handen leggen van de jongeren.”

Is dat wat u bedoelt met de U-bend, de groeiende angst, verwarring en onzekerheid bij de mensen? En is meer ‘nurturing’ een deel van de oplossing?

“In het debat hoorde ik hierover interessante dingen. Een sectororganisatie zei dat ze erkennen dat deze problemen zich voordoen en ze in een U-bend zitten. Een vakbondsafgevaardigde zei op zijn beurt dat ze hieruit moeten kruipen. Het probleem is dat deze problemen niet veel voorkomen in de historie. Misschien elke zeventig of tachtig jaar. De meeste mensen groeiden op in een relatief stabiele wereld. Zelfs redelijk voorspelbaar. Dat maakt dat ze slecht voorbereid zijn voor wanneer er werkelijk drastische veranderingen nodig zijn. Daardoor worden ze onzeker en angstig en zelfs meer en meer kwaad.

Eén van de dingend die ik razend spannend vind is de reactie van de jongeren tijdens bijvoorbeeld de klimaatmarsen. Die zijn good-humoured, speels en ze accepteren dat er verschillen zijn tussen de mensen. Ze omarmen de verschillende generaties. Dat is volgens mij echt dé manier om ermee om te gaan.

Het is fascinerend om te zien dat de verschillende gevestigde CSR-groepen en ngo’s uitgedaagd worden door deze bewegingen. Ze beseffen plots dat de wereld verandert en vragen zich nu af welke richting ze moeten uitgaan en tegen welke snelheid. Ik vind het een enorm uitdagende tijd, maar zonder politiek leiderschap ook heel gevaarlijk.

Een van de ‘wicked problems’ is ook het verweer van de bedrijven tegen de beschuldigende vinger. Betekent dit dat er niet genoeg bewustzijn is bij de bedrijven?

“Er komt echt een nieuwe generatie aan. Toen ik er rond 1970 voor het eerst bedrijven over aansprak, was er geen bedrijf in de wereld dat geïnteresseerd was om te praten met mensen die het wilden hebben over gezondheid, veiligheid of milieu. Het duurde negen maanden vooraleer de eerste deur voor me openging. Na achttien maanden werkten we een eerste environmental policy statement uit voor grote oliebedrijven.

Wat er volgens mij gebeurt, is dat mensen zoals meneer Timmermans nerveus worden. Zij zien de belangen van hun leden uitgedaagd worden. Ik zeg niet dat hij angstig of boos is, maar de wereld verandert zo snel dat ze niet weten wat te doen. Hun leden evolueren vaak sneller dan de federatie zelf. Wat ik vooral zie in de laatste tien jaar is dat jongeren opkomen in alle gelederen van bedrijven. Zij denken anders. Ze beseffen dat ze het anders moeten aanpakken, ook al weten ze niet meteen hoe. Waarom zouden ze tijdens een klimaatmars moeten stoppen aan het kantoor van een ondernemersfederatie om te praten? Ze zien hen niet als deel van de oplossing. Ze zien hen niet als een moedige en risiconemende stem.

Federaties lopen vaak lichtjaren achter.

Toch blijft u heel positief. Uw credo luidt nog steeds: ‘you can turn the ship around’.

“Ik geloof wel dat het alsmaar moeilijker wordt als actie uitblijft. Langs de andere kant is er heel wat aan het veranderen. Innovatie, businessmodellen, onze manier van denken. Al moet ik ook vaak aan een citaat van Napoleon denken. ‘I watch where my people go, and then I go ahead of them’. Heel veel politici spelen ook dat spel. Maar de shift is happening.

Zelfs de doodgewone mens in de straat ziet dat er dingen moeten veranderen. Politici moeten volgen.

U sprak ook over het geweld dat om de hoek loert. Hoe merkt u dat?

“Op dit moment ben ik enorm onder de indruk van de klimaatbewegingen die de boodschap van non-violence verspreiden. Alleen zag ik in de jaren zestig en zeventig ook vredevolle bewegingen met uiteindelijk versplinteringen en mensen die heel boos werden. Dat mondde uit in geweld. Het is niet alleen slecht voor de mensen die aangevallen worden, maar ook voor de bewegingen. Dan komt de security state op de proppen die alles will stoppen. Ik zeg niet dat er geweld zit aan te komen en er bommen zullen gebruikt worden. Maar het kan. Je ziet nu al anarchisten zich inmengen tijdens betogingen en voor onrust zorgen. Ze lopen rond en we moeten net onze jongeren met hun positieve houding beschermen.”

Bent u toch nog tevreden met wat u zag veranderen in de afgelopen tien jaar?

“Eigenlijk wel. Ik werkte met impact investeerders, sociale ondernemers en CEO’s die grote veranderingen wilden doorvoeren. Ik was zopas in Denemarken. Daar zet de industrie stappen die een tijdje terug ondenkbaar waren. Al zijn dit uitzonderingen, mutaties, die ik oppik omdat ze zo interessant zijn.

Maar het gros van de bedrijven en de maatschappij in onze economie zijn nog niet de juiste richting in geslagen.

Het heeft te maken met leiderschap. We hebben een nieuwe politieke stroming nodig die een directe koers vaart. En ik geloof dat ze eraan komt. Buitengewone tijden vragen om buitengewone leiders.