Internationale recyclingcrisis moet de wereld wakker schudden

De sterk afgenomen handel in afval moet de weg effenen naar meer hergebruik.

Meer afval en gerecyclede materialen produceren dan je zelf kunt verwerken: tot voor kort stelde dat ontwikkelde landen niet voor problemen. Het overschot stuurden ze gewoon naar armere landen, vooral in Azië. Vandaag, nu China (van oudsher de grootste invoerder van afval) al meer dan anderhalf jaar erg streng omgaat met buitenlands afval, kampt het systeem nog altijd met aanpassingsproblemen. Afval en recyclebare materialen werden aanvankelijk naar andere Aziatische landen versast, maar dat stuitte er op veel verzet en sindsdien is die handel sterk afgenomen. Afval verwerken dichter bij huis blijkt veel lastiger en duurder, maar dat is misschien net de waarschuwing die de wereld nodig heeft: we moeten minder afval produceren en verstandiger recyclen. Afval naar de andere kant van de wereld sturen, was nooit een houdbaar of duurzaam systeem.

Eerder dit jaar moest Canada een vijf jaar oude lading afval op eigen kosten terughalen uit de Filipijnen. Maleisië stuurde ook afval terug, terwijl Thailand, Vietnam en andere landen strengere controles invoerden om de invoer van afval in te dijken. Besmette materialen (en het verbranden van gevaarlijk afval) bleken een belangrijke factor in die ommekeer en de steile volumetoename na de ‘njet’ van China voerde de druk alleen maar op. Niet alleen ecologische overwegingen zijn hierin van tel; ook de politiek speelt een rol. China en andere Aziatische landen zijn het namelijk beu om voor vuilnisbelt te spelen voor rijkere landen.

Door de ontwikkelingen op het internationale afvaltoneel en het steeds sterkere bewijs dat niet-recyclebare materialen (zoals sommige plastics) schadelijk zijn voor het milieu, krijgt het afvalprobleem meer aandacht. Voorstellen om meer materialen te hergebruiken in het kader van een circulaire economie, kunnen op steeds meer bijval rekenen. AB InBev, de grootste brouwer ter wereld, bottelt al bijna de helft van zijn dranken in herbruikbare flessen. Voor 2025 heeft het bedrijf nog ambitieuzere doelen gesteld. Nog een voorbeeld: dankzij een recente doorbraak kan Nestlé snoepgoed voortaan in papier in plaats van plastic verpakken. Als zulke initiatieven op grotere schaal navolging krijgen, maakt dat mogelijk een groot verschil voor hergebruikprojecten en het plasticprobleem.

De wetgever steekt ook een handje toe, want tegen volgend jaar moeten de EU-lidstaten 50 procent van hun stedelijke afval recyclen. Tegen 2030 stijgt dat aandeel tot 65 procent en moeten de landen bovendien 75 procent van hun verpakkingsafval recyclen. Wegwerpplastic, zoals rietjes en roerstaafjes, is binnen twee jaar volledig verboden in de EU. Toch moet je bij iedere maatregel ook goed nadenken over de alternatieven. Sinds 2015 betaal je in Engeland een kleine som voor een plastic wegwerpzakje en sindsdien is de verkoop van zulke zakjes er met 90 procent gedaald. Toch twijfelt men of het totale gewicht van alle verkochte plastic zakjes is afgenomen, aangezien de consument is overgeschakeld op stevigere, zwaardere exemplaren.

Een beter begrip van de milieugevolgen van vervuiling helpt de consument keuzes te maken. Zo weten meer mensen nu wat plastic vervuiling inhoudt dankzij de natuurdocumentaire ‘The Blue Planet’ van de BBC. Media-aandacht voor een Franse langeafstandszwemmer die 80 dagen lang afval verzamelde in de drijvende vuilnisbelt in de Stille Oceaan, is ook nuttig. Consumenten kunnen bedrijven beïnvloeden door voor meer milieuvriendelijke producten te kiezen. Overheden kunnen fabrikanten via financiële stimuli dan weer richting meer recycle- en herbruikbare materialen duwen.

Alleen als we minder afval gaan produceren door meer te hergebruiken en investeren in recyclingvoorzieningen voor thuis, komt een duurzame oplossing voor ons gebrekkige recyclingsysteem in zicht. Nog meer afval naar vuilnisbelten sturen zou een dramatische keuze zijn. De Chinese maatregelen tegen de invoer van afval tonen aan dat deze handel niet houdbaar of duurzaam is. De wereld moet dan ook deze kans grijpen om het afvalprobleem anders te gaan aanpakken.

Deze column verscheen in de Financial Times van 24-25 augustus 2019.