Gentse unief werkt aan duurzaamheidsbeleid tegen zomer 2013

De Universiteit Gent werkt als eerste Belgische universiteit aan een uitgewerkte duurzaamheidsstrategie op lange termijn. Die zou er voor de grote vakantie moeten zijn. De tekst 'Transitie UGent' geeft alvast aan in welke richting het zou moeten gaan. Niet onbelangrijk, want de Gentse unief is de grootste organisatie van de provincie Oost-Vlaanderen.

Op het eerste zicht lijkt het niet meer dan normaal dat universiteiten op kop lopen in de transitie naar een meer duurzame samenleving. Zij zijn tenslotte dé kennisinstellingen van onze samenleving: zij wéten dat er een klimaatverandering bezig is, zij wéten dat de aarde eindig is en dat we dus best zuiniger leren omspringen met de rijkdommen en ecosystemen van de aarde.

Toch blijken de meeste universiteiten niet altijd veel daden aan die bevoorrechte kennispositie te verbinden. In een grote organisatie als een universiteit bestaan ook veel weerstanden. Als je verneemt dat bepaalde faculteiten van de Gentse Universiteit hun studenten nog steeds verbieden om hun thesissen recto verso af te drukken - waardoor ze dus twee keer zoveel papier verbruiken – dan weet je dat er nog een lange weg te gaan is.

Dat ondervonden ook de studenten van UGent 1010. Zij wilden meer vegetarisch voedsel in de studentenresto’s en wilden daarom van de donderdag een “omgekeerde” dag maken: drie vegetarische en een vleesmaaltijd op het menu terwijl het de andere dagen juist omgekeerd is. Dat kon wel bij wijze van experiment maar om het permanent zo te doen, bleek nog een brug te ver.

Transitie UGent

Maar er zijn aan de Gentse unief dus ook heel andere krachten aan het werk – krachten die willen dat de unief een voortrekkersrol vervult. Op vrijdag 29 maart werd in de grote Aula een boekje voorgesteld waaraan honderdvijftig koplopers, geëngageerde personeelsleden, studenten, experts en beleidsmensen – gevat onder de noemer Transitie UGent - werkten.

In die tekst omschijft Transitie UGent waar de universiteit heen moet op zeven cruciale domeinen.

Mobiliteit

Zo zou inzake mobiliteit het autogebruik moeten worden beperkt tot het strikt noodzakelijke, zouden duurzame vervoersmiddelen vlot en voldoende beschikbaar moeten zijn, en zou mobiliteit van bij de aanvang een rol bij de beleidsbeslissingen.

Transitie UGent pleit voor sterk collectief vervoer, de fiets, gebruiksvriendelijke autodeelsystemen, parkings buiten de stad… in de plaats van parkings en wegen komen groenzones, picknickplekken, sportterreinen en fietsstallingen. Als je weet dat sommige van de Gentse stadsparkings haast permanent volzet zijn omdat zoveel studenten met de wagen naar de universiteit komen, dan weet je dat er nog een lange weg te gaan is.

Energie

De universiteitsgebouwen moeten energieneutraal zijn tegen 2050. De gebouwen wekken energie op voor het gebruik van het gebouw, de productie en de afvalverwerking van de gebruikte bouwmaterialen en ter compensatie van het gebruik van de oude gebouwen en monumenten die niet energieneutraal te maken zijn. De UGent wil zelf voorzien in haar energieproductie.

Concreet zou het gebouw van de politieke en sociale wetenschappen bij de aanstaande renovatie de passiefhuis-standaard moeten halen. Elk jaar zou drie procent van het vloeroppervlakte van de gebouwen worden gerenoveerd en wel op zo’n manier dat ze tot de beste tien procent van het nationale gebouwenpark behoren.

Lina Avet, verantwoordelijk voor het energiebeheer aan de universiteit, vertelt: ‘De energiekost wordt beter aan de eigenlijke gebruikers doorgerekend. Nu wordt het centraal gedragen en dat leidt tot inefficiënt energiegebruik.’

Aankoop en afval

UGent wil ook verstandiger aankopen en minder afval produceren. De duurzaamste aankoop is geen aankoop is de eerste zin van het toekomstbeeld. De UGent-shop biedt voortaan alleen nog producten die sociaal en ecologisch verantwoord zijn. Op recepties allerhande worden geen wegwerpborden meer gebruikt, en worden duurzame hapjes aangeboden. Gadgets blijven achterwege tenzij ze de vorm aannemen van een duurzaam alternatief.

Duurzame voeding

Inzake voeding moet er aan de UGent veel minder vlees gegeten worden, en duurzame vis. In plaats van een “omgekeerde” dag moet de “omgekeerde” week op termijn de norm worden: élke dag meer vegetarisch voedsel aanbieden dan vleesmaaltijden.

De studenten zijn overigens onlangs al begonnen met een moestuin aan de faculteit biowetenschappen: de UGent moet ruimte scheppen voor dit stadstuinieren, zo stelt Transitie UGent.

Weg met de A1-religie

Maar de universiteit is natuurlijk vooral een plaats van onderzoek en onderwijs. En ook daar moet het stuur worden gewend, vindt Transitie UGent. ‘We moeten af van de A1-religie’, zei professor Thomas Block, van het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling, waarmee hij doelt op het feit dat het zoveel mogelijk publiceren van onderzoekspapers in wetenschappelijke tijdschriften van het niveau A1 tegenwoordig in de academische wereld als veruit de voornaamste maatstaf voor waardering en promotie fungeert.

Het toekomstbeeld daarentegen is er een met meer maatschappelijk relevant onderzoek, meer ondersteuning voor multidisciplinair onderzoek, en een sterkere koppeling van onderzoek en onderwijs. Daartoe zal het beoordelingssysteem van het Belgisch Onderzoeks Fonds (BOF) moeten worden aangepast: dat kan want elke universiteit beschikt hier over enige flexibiliteit.

Voorts moet duurzaamheidsonderzoek geïnventariseerd en gestimuleerd onder meer door er meer personeel voor vrij te maken. Zo heeft het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling aan de UGent momenteel nog maar bijzonder weinig stabiele financiering.

In het hart van de samenleving

Ook het onderwijs aan de UGent moet duurzame ontwikkeling opnemen in zijn DNA: duurzaamheid kan niet langer een aanhangsel zijn maar moet ingebouwd worden in alle aspecten van het onderwijs. Dat ligt gevoelig want het raakt aan de sacrosancte academische vrijheid van de professoren. Maar duurzame ontwikkeling is een van de grote uitdagingen van de toekomst en daarom moet het onderwijs van de jonge generatie ervan doordesemd zijn.

Onderwijs moet maatschappelijk relevant zijn, is best ook meer interactief (gebruikmakend van de moderne technische middelen) en minder puur rationalistisch: vaardigheden, attitudes en ervaringen moeten meer aandacht krijgen.

Academisch beheerder professor Koen Goethals wees er tijdens de voorstelling in de Aula op dat de UGent de eenzijdige klemtoon op A1-publicaties al doorbroken heeft door ook meer onderwijscriteria in de evaluatie op te nemen. Toch hield hij zich wat op de vlakte als het ging om de vraag of en hoe de universiteit openstaat voor vragen tot samenwerking vanuit de Gentse samenleving. Het was vooral op dat vlak dat de UGent meer kan doen dan ze nu doet, vond de vertegenwoordiger van Stad Gent, Cathy De Bruyne, tijdens de voorstelling.

Vice-rector Luc Moens wees erop dat de universiteit tijdens een recente ontmoeting met het nieuwe college van burgemeester en schepenen voorgesteld heeft dat ze alle vragen die het stadsbestuur onderzocht wenst te zien, doorspeelt aan de universiteit. Die vragen kunnen dan worden opgenomen op de lijst van mogelijke thesisonderwerpen voor studenten.

En nu?

Mooie voornemens. Vraag is natuurlijk wat ermee zal gebeuren. ‘Dit is evenzeer een beweging van onderuit als een beslissing van bovenaf, licht Riet Vandevelde, hoofd van de milieudienst toe. ‘Het bestuurscollege van de universiteit sloot een duurzaamheidspact af en een van de actiepunten waartoe ze zich engageerden was het uitwerken van een langetermijnvisie op vlak van bedrijfsvoering, onderwijs en onderzoek. Er was dus een mandaat van het bestuur."

"Bovendien hebben we het geluk gehad dat we onmiddellijk drie hevige supporters kregen in het bestuurscollege, die dit project geregeld bij de bestuurders onder de aandacht brachten. Die drie hebben we van bij het begin deel laten uitmaken van de kerngroep Transitie UGent. Belangrijk, denk ik, want louter ‘bottom up’ initiatieven halen het vaak niet, zo leert de ervaring."

De studenten nemen allerlei kleine en iets grotere initiatieven die helemaal in de lijn van deze visie liggen maar vraag is wat de universitaire autoriteiten ermee zullen aanvangen. Rector Paul Van Cauwenberghe: ‘Deze tekst zal een inspiratiebron zijn, het biedt een kader bij het uitwerken van het duurzaamheidsbeleid in ons strategisch plan.’ Dat strategisch plan zou nog voor de zomer worden goedgekeurd, zo verzekerde de vice-rector Luc Moens.

Bron: MO.be