Advocatenkantoor gaat voor sociale impact

Impact Advocaten is een pas opgericht advocatenkantoor met satellieten in Leuven en Brussel. Ze geven juridische ondersteuning aan sociale ondernemingen, hun partners en projecten die een positieve impact nastreven.

Maar pas opgericht wil allerminst een gebrek aan ervaring zeggen. Dat blijkt uit het inspirerend gesprek met Marleen Denef en Xanne Holvoet, twee van de vijf oprichters.

Marleen Denef behaalde een doctoraat over de economische activiteiten van vzw’s in 2002. Het gaf haar zin om zich te specialiseren in de not-for-profitsector. Zeker na wetswijzigingen in 2003 die de social profitsectoren voor nieuwe uitdagingen in hun werking stelden. In 2006 stond ze mee aan de wieg van een algemeen advocatenkantoor dat zich onder meer richtte op ondernemingsrecht, vastgoedrecht, arbeidsrecht en not-for-profit. In dertien jaar tijd groeide het kantoor van 7 naar 29 advocaten.

“Een grote boot dus. Ik kwam tot de vaststelling dat ik meer bezig was met het managen van mensen, meningen en allerlei praktische zaken dan met mijn inhoudelijk werk. Na een reflectie-oefening kwam ik tot de conclusie dat ik de volgende tien jaar van mijn carrière meer bezig wilde zijn met wat ik het liefste doe. Dat is werken met cliënten met een maatschappelijke missie. Met boeiende opdrachten. Met de sector zelf. En met een team dat op dezelfde golflengte zit.”

Xanne Holvoet moest niet lang nadenken om impact advocaten mee op te richten. Ze liep er onmiddellijk warm voor. De klassieke advocatenkantoren advocatuur? Daarvoor veel minder.

Ik kan mij veel beter engageren als ik werk voor cliënten en projecten waarvan ik weet dat het een impact heeft op onze maatschappij. Dat was de grootste reden om mee te stappen in dit verhaal. Daarnaast dat ik als vennoot kon instappen, ongeacht mijn jongere leeftijd. Dat is toch uniek voor de sector.

Kiezen voor een niche gaat altijd gepaard met heel wat uitdagingen. Welke kwamen jullie tegen?

Marleen: “Tijdens mijn doctoraat ontmoette ik geregeld interessante mensen uit de non-profit die vroegen om advies. Vaak was dat gratis en een aangename afwisseling met het theoretisch academisch werk. Ik besefte daar dus voor het eerst dat ook deze sector een specifieke nood aan ondersteuning had.

Ik ondervond dat een vzw eenzelfde advies- en begeleidingsbehoefte heeft als een klassieke kmo of groot bedrijf. Maar dan op andere vlakken uiteraard.

Die ondersteuningsbehoefte varieert, afhankelijk van wat er beweegt op beleidsvlak in de social profit sectoren, zoals zorg en welzijn, maatwerkbedrijven, sociocultureel werk of internationale verenigingen. Dan zijn er ook nog de federaties of belangenorganisaties, bijvoorbeeld voor voeding, transport, medische disciplines en beroepsgroepen die internationaal samenwerken en hun belangenbehartiging bundelen. Het leek mij een boeiende niche om voor te werken.

Ik hou ook van sociale interactie en vind het belangrijk om persoonlijk te leren. En ik ontdekte dat ik plezier schep in ondernemen. Vandaar mijn drijfveer om een eerste kantoor mee op te starten in 2006 met drie collega’s. Ik vond dat heel spannend, zelf verantwoordelijkheid opnemen als (vrouwelijk) ondernemer en zorgen dat ook mijn eerste medewerker fulltime werk had.”

“Ik besefte trouwens onlangs nog maar eens dat ik als advocaat nooit alleen zou kunnen werken. Dan moet je werkelijk alle onderdelen voor alle zaken zelf blijven doen. Er is dan geen tijd meer om te groeien of nieuwe dingen te ontdekken, laat staan nieuwe diensten te ontwikkelen. Ik vind het belangrijk om jezelf te blijven uitdagen en geregeld te ‘vervellen’. Niet steeds in hetzelfde rad te blijven lopen dus.

We zijn er ons als kantoor bewust van dat we moeten investeren om ons aanbod te differentiëren van de klassieke advocatuur. In knowhow om efficiënt en effectief te zijn in onze opdrachten en in netwerken om het ecosysteem van onze cliënten goed te kennen.

En je ontdekt ook altijd nieuwe dimensies in je professionele mogelijkheden vanuit je persoonlijke interesse. Elke impact advocaat heeft wel zo’n verbinding: Coralie (Mattelaer) volgt een opleiding tot erkend bemiddelaar, ikzelf een leertraject voor participatiemanagement en Bram (Van Baelen) is dan weer als schepen actief in de lokale politiek.

En we moeten ook niet te veel in hokjes denken: het doorzettingsvermogen van Benoit (Spitaels) bij zijn marathons zien we ook terug bij zijn werk bij impact advocaten (lacht). Iedereen brengt dus zijn werk in verbinding met zijn persoonlijke drijfveren.”

Zijn er vaak terugkomende noden in de sector waarvoor jullie werken?

Marleen: “Er zijn uiteraard terugkomende noden. Vooral als het gaat over samenwerkingen. Van contractueel samenwerken, over organisatienetwerken tot geïntegreerd institutioneel  reorganiseren. Dan denk ik aan fusies en reorganisaties. De druk is dan groot. De subsidies worden krapper. De concurrentie neemt toe. We begeleiden vaak die transacties en processen of denken mee na over de juiste vormgeving.

En nu het wetboek van vennootschappen en verenigingen werd goedgekeurd, komen er veel vragen rond de aanpassing van de statuten en wordt de concrete werking herbekeken. Daarnaast krijgen we veel vragen rond goed bestuur. Hoe stel ik mijn raad van bestuur samen in functie van de evolutie en groei van mijn sociale onderneming? Hoe loopt de interactie tussen bestuur, directie, operationele vloer?”

Xanne: “We geven ook geregeld opleidingen voor vzw’s en andere sociale ondernemingen.”

Aan advocatuur hangt ook een beeld vast van hoge kosten. Is er in jullie sector een willingness to pay?

Marleen: “De advocatuur staat zeker onder druk. In alle sectoren en bij alle bedrijven: van kmo tot multinational. Het uurtje-factuurtje-systeem wordt in vraag gesteld. Wij werken meer en meer met dagprijzen. Of met projectprijzen. En we maken offertes omdat we veel gevraagd zijn voor overheidsopdrachten en cliënten met afgebakende budgetten.

We zijn ook redelijk en proberen prijs-kwaliteit-urgentie-complexiteit van de opdracht in evenwicht te houden: geen drie advocaten tegelijk op een project, maar een afwisselende estafette-aanpak. Zo doen we geen dubbel werk, geen dubbele facturatie.

Als een sociale onderneming je respecteert om je expertise en reputatie en je transparant en evenwichtig bent in je facturatie, dan is er zeker een correcte willingness to pay.

Merken jullie bij de offertes dat jullie missie en visie bepalend is om voor jullie te kiezen? Of is het eerder een nice-to-have?

Xanne: “Niet per se de missie en visie van het kantoor, of althans nog niet vandaag. Maar in de sector was de expertise van Marleen en haar team wel al langer gekend”.

Marleen: “Door de jaren heen ben ik geëvolueerd in de sector van de zoveelste advocaat-advocaat tot de adviseur-expert-advocaat die ‘onze leefwereld’ echt kent en ‘onze taal’ spreekt. Ik werk dan ook al twintig jaar voor organisaties in de sector. En met veel plezier. Het is ook altijd mijn professionele passie geweest.

Ik herinner mij mijn eerste corporate M&A vergaderingen toen ik pas stagiaire was in 1994. Het kon mij niet boeien. Alle respect voor mensen die dat dag in dag uit met goesting doen, maar het was niet mijn ding.

Op onze missie en visie krijgen we wel sympathieke reacties. Maar het is toch eerder een nice-to-have. Al denk ik wel dat dat nog kan evolueren: meer en meer ondernemingen bevragen hun dienstverleners, dus ook hun advocaten, op hun missie en visie.”

Xanne: “Het is in ieder geval een must-have voor ons kantoor. En een uitdaging voor onszelf om altijd te verbeteren op dat vlak. We willen het effectief uitdragen. En ook ons DNA-kompas van gedeelde waarden, gemaakt onder begeleiding van Choco-coop, is een goede fundering.”

En om die lijn aan te houden? Is dat geen valkuil?

Marleen: “Dat is zeker een valkuil. Voor onze duurzaamheid is het goed dat Xanne hier is. Zij ziet erop toe dat we hier op kantoor ook zo duurzaam mogelijk werken. Soms zit het in de kleine dingen, zoals het gebruik van de printer. Het gaat vaak om conditionering. En hoe ouder je bent, hoe moeilijker dat is. (lacht)

Xanne deed ook een hele zoektocht naar gerecycleerd kantoormateriaal. We gaan zeker niet voor het snelste en het goedkoopste. We proberen ook regelmatig het openbaar vervoer te gebruiken. Al is het niet voor iedereen weggelegd. Sommigen zijn afhankelijker van hun auto.”

Xanne: “Drie van de vijf collega’s komen met het openbaar vervoer of fiets. Als we ergens naartoe gaan, kijken we eerst naar de bereikbaarheid. We zien wel dat organisatoren van opleidingen toch nog vaak locaties kiezen in functie van autovervoer, bijvoorbeeld een hotel aan de snelweg. Daar geraak je dus onmogelijk met het openbaar vervoer.”

Hoe zit het met de perceptie van de concullega’s over jullie?

Marleen: “Daar ben ik in het begin toch wel eens in het hoekje gezet als ‘de hippie’ of die ‘social profit madam’. Zeker vanuit de ogen van bepaalde ‘corporate lawyers’ die in 2003, toen ik begon, nog een beetje neerkeken op onze niche. Ik zie dat nu wel veranderen.

Vanaf 1 mei 2019 worden vzw’s en sociale ondernemingen volgens het wetboek op vele vlakken gelijk behandeld als vennootschappen. Andere advocatenkantoren zien vzw’s ook meer en meer als potentieel interessante cliënten. Ik denk dat we dus scherp zullen moeten blijven en bewust moeten zijn van toenemende concurrentie. We zullen dus op kop moeten blijven, de beste willen zijn en daarin blijven investeren. Dat we effectief de taal van onze cliënten spreken en mee evolueren met wat er leeft in hun biotoop, geeft ons wel een voordeel.”

Vanuit mijn beleving is de traditionele advocatuur nog steeds zeer klassiek georganiseerd. Het is een heel hiërarchisch model. Bij impact advocaten wilden we het graag op een participatieve manier aanpakken. Ik zag een nood aan een ondernemingsmodel waar iedereen die hier werkt ook vennoot is in onze coöperatie. We zijn ook niet de enigen die dat zo doen: in andere sectoren van dienstverlening gebeurt dat ook. En uiteraard niet per se in dezelfde verhouding. Dat zou ook niet realistisch zijn, maar wel op een correcte manier.”

Vanwaar het idee rond het participatief model?

Marleen: Dat is ontstaan vanuit een persoonlijke leercurve. In een hiërarchisch gestructureerd model leeft er vaak frustratie bij jongere medewerkers. Next generations willen op een bepaald moment ook graag iets meer te zeggen hebben. En ernstig genomen worden. In de wandelgangen van een advocatenkantoor ontvang je veel echo’s. Ik wilde dus dat klassiek model herbekijken.

Als je vanaf het begin een stem rond de tafel hebt, voel je je meer betrokken. Je kunt je niet meer verstoppen. En ook ons collectief engagement om jaarlijks een sociaal project te steunen, is een verbindende drijfveer met impact.

Xanne: “We zijn allemaal ondernemers in ons kantoor. En effectief, het is niet omdat ik zoveel jaar jonger ben, dat alles boven mijn hoofd moet gebeuren. Ik word hier veel meer uitgedaagd om mijn stem te laten horen. En je gaat dat alleen maar doen als je weet dat mensen er ook voor openstaan.

Het daagt mij uit om zelf dingen te gaan zoeken en iets bij te brengen aan de organisatie en vooral om echt verantwoordelijkheid op te nemen.

Hebben jullie het gevoel een trendsetter te zijn?

Marleen: “Het zit wel in mijn aard om te willen pionieren, om dingen te (willen) doen bewegen. En daarbij soms eens goed op mijn gezicht te gaan (lacht). Maar ik denk dat dit wel een trend is die past in wat er maatschappelijk beweegt.

Kijk naar mijn kinderen en hun omgeving. Zij willen het gevoel krijgen dat ze gehoord worden over de dingen die ze belangrijk vinden. Dat je écht betrokken bent in de wereld van morgen en dus een bestaand systeem ook eens vanuit een ander perspectief durft bekijken.

Misschien zijn we voor een klassiek advocatenkantoor geen inspiratie. Zeker als volgens hen het model goed werkt en oplevert wat ze eruit willen halen. Dat kan ik mij goed voorstellen. Alleen geloven wij in de nieuwe manieren van samenwerken. Critici zullen zeggen: ‘ik geef ze een jaar en het is gedaan’. Anderen zullen het interessant vinden en benieuwd zijn naar onze evolutie.”

Xanne: “Vanuit de sector krijgen we toch alvast veel positieve reacties!”